ARBEIDSRECHT
DEEL 1 - INLEIDING
1. SITUERING & ONTSTAAN VAN HET ARBEIDSRECHT
1.1 Wat is arbeidsrecht? Begrip en situering
Arbeidsrecht Sociaal zekerheidsrecht
Regelt arbeidsverhoudingen. Regelt herverdelen van rijkdom en
Doel: belangen werknemers beschermen. bescherming tegen sociale risico’s
(gebaseerd op solidariteit).
Doel: waarborgen van een menswaardig
bestaan.
Van toepassing op werknemers en Van toepassing op werknemers, maar ook
werkgevers zowel individueel als collectief op ambtenaren, zelfstandigen en op de hele
(niet op zelfstandigen & ambtenaren). bevolking.
Arbeidsrecht Sociaal zekerheidsrecht
1. Individuele relaties tussen 5. Sociale verzekeringen
werkgever en werknemer - Ziekte- en
(individueel arbeidsrecht of invaliditeitsverzekering
arbeidsovereenkomstenwet).
- Werkloosheidsverzekering
2. Collectieve relaties tussen
- Gezinsbijslagen
werkgevers en werknemers
(groeipakket)
(collectief arbeidsrecht).
- Jaarlijkse vakantie
3. Beschermingsmaatregelen voor
werknemers (arbeidsreglementering, - Pensioenverzekering
loonbescherming,...). - Arbeidsongevallen &
4. Arbeidsvoorziening beroepsziekten
6. Minimumvoorzieningen (sociale
bijstand)
- Recht maatschappelijke
integratie (RMI)
- Inkomensgarantie voor
ouderen (IGO)
- Gewaarborgde gezinsbijslag
- Tegemoetkomingen aan
personen met een handicap
- OCMW dienstverlening
7. Geschillen van sociaal recht (sociaal handhavingsrecht)
1
, 1.2 Ontstaan van het arbeidsrecht - historisch overzicht
1885: Oprichting Belgische Werkliedenpartij.
1886: Keerpunt
- Grote stakingen tegen schandalige werkomstandigheden en economische crisis.
- Oprichting door Leopold II van ‘Commissie voor Nijverheidsarbeid’ met als doel
arbeidsomstandigheden van de arbeiders te onderzoeken.
1891: Rerum Novarum: Pauselijke encycliek over slechte arbeidsomstandigheden van de
arbeiders.
1894: Eerste verkiezingen onder algemeen meervoudig stemrecht. ‘Socialisten’ voor het
eerst in parlement.
1895: Eerste ministerie van arbeid.
Ten gevolge van dit alles → eerste wetten ‘arbeidsrecht’.
- 1887: Eerste loonbeschermingswet → verbod loon in natura te betalen…
- 1889: Reglementering kinder- en vrouwenarbeid.
- Kinderen jonger dan 12 jaar mogen niet in een fabriek werken.
- Verbod op nachtarbeid voor jongens jonger dan 16 jaar en vrouwen jonger
dan 21 jaar.
- Verbod voor vrouwen om in mijnen te werken.
- 1903: Arbeidsongevallenwetgeving
- 1905: Verplichte zondagsrust (6 dagen werkweek)
- 1921: Invoering van de 8-urendag en 48-urenweek
- 1921: Opheffen van het coalitieverbod → vrijheid van vakvereniging.
- 1936: Wet op de jaarlijkse vakantie (6 dagen voor wie minimum een jaar in dienst
was).
- …
Meer omvattende wetten over statuut werknemers
- 1900: Wet op de arbeidsovereenkomst voor werklieden (= arbeiders).
- Minimale bescherming, van toepassing voor zover geen andere afspraken
gemaakt tussen partijen (aanvullende werking).
- 1922: Wet op de arbeidsovereenkomst voor bedienden.
- Betere bescherming dan arbeiders.
- Doel: bedienden uit handen van de vakbonden houden.
- Verklaart onderscheid tussen arbeiders en bedienden dat tot op de dag
van vandaag bestaat → werknemers ‘met de pet’ tegenover werknemers
‘met de hoed’.
Periode na 1945
- Sociaal pact
- Doorbraak sociale zekerheid
2
, - Organisatie sociaal overleg tussen vakbonden en werkgevers.
Afzonderlijke wetten voor
- Handelsvertegenwoordigers (1963)
- Dienstboden (1970)
- Studenten (1970)
1978: ‘Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten’
- Coördinatie van afzonderlijke wetten voor arbeiders, bedienden,...
- Onderscheid blijft wel bestaan, met afzonderlijke regels voor loon, ziekte, vakantie,...
- Meermaals aangepast, laatst grondig in 2013: ‘eenheidsstatuut’.
Jaren ‘80 v/d vorige eeuw tot nu
- Trend tot flexibilisering.
- Toenemend belang van internationale context, hoofdzakelijk vanuit Europese Unie.
2. BRONNEN VAN HET ARBEIDSRECHT
Recht is een geheel van regels → de regels zijn terug te vinden in de
rechtsbronnen.
Je moet weten welke regels je moet toepassen in concrete situaties (ontslag, discriminatie,
ziekte, kinderarbeid, inspraak werknemers, staking,...).
Rechtsbronnen zijn zowel internationaal als nationaal.
Overzicht bronnen arbeidsrecht
Internationaal Nationaal
Internationaal Europees Bilateraal Algemene Eigen bronnen
bronnen arbeidsrecht
V.N. Raad van België-Marokko Grondwet CAO’s
Europa
I.A.O. E.U. … Wetten, KB’s, Individuele
MB’s arbeids-
overeenkomst
O.E.S.O. Rechtspraak Arbeidsregleme
nt
Rechtsleer Gebruik
2.1 Internationale bronnen
Internationale verdragen
- Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
3
, - Verdrag tot oprichting van de EEG (nu EU)
Andere ‘rechtsinstrumenten’ bepaald in verdragen: aanbevelingen, conventies, protocollen,
verordeningen, richtlijnen, beschikkingen, aanbevelingen (EU),...
Totstandkoming verdragen/ratificatieprocedure (zie fundamenten van het recht):
onderhandeling → ondertekening → goedkeuring door parlement → bekrachtiging
- ratificatie door de uitvoerende macht → publicatie staatsblad →
inwerkingtreding (meestal pas als minstens een aantal lidstaten verdrag
geratificeerd hebben).
Pas na deze procedure is het van kracht in de interne rechtsorde.
Hebben soms directe werking, maar niet altijd (de UVRM heeft dat bijvoorbeeld niet).
Kunnen opgezegd worden.
Internationale instellingen en -bronnen
Verenigde Naties (VN) De UVRM (1948) art 23-25
IVESCR-verdrag (1966) art 6
BUPO-verdrag (1966)
Internationale arbeidsorganisatie (IAO) - Gespecialiseerde instelling VN
- Nationale delegaties drieledig
- Jaarlijks Internationale
Arbeidsconferentie
- Stelt aanbevelingen en conventies
op
- 190 conventies: kinderarbeid,
huisarbeid,...
- 206 aanbevelingen (HIV & aids…)
- Controle op naleving en
klachtenrecht
Organisatie voor Economische Gedragscode multinationale
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ondernemingen (1976)
2.2 Europese bronnen
Europese bronnen
4
DEEL 1 - INLEIDING
1. SITUERING & ONTSTAAN VAN HET ARBEIDSRECHT
1.1 Wat is arbeidsrecht? Begrip en situering
Arbeidsrecht Sociaal zekerheidsrecht
Regelt arbeidsverhoudingen. Regelt herverdelen van rijkdom en
Doel: belangen werknemers beschermen. bescherming tegen sociale risico’s
(gebaseerd op solidariteit).
Doel: waarborgen van een menswaardig
bestaan.
Van toepassing op werknemers en Van toepassing op werknemers, maar ook
werkgevers zowel individueel als collectief op ambtenaren, zelfstandigen en op de hele
(niet op zelfstandigen & ambtenaren). bevolking.
Arbeidsrecht Sociaal zekerheidsrecht
1. Individuele relaties tussen 5. Sociale verzekeringen
werkgever en werknemer - Ziekte- en
(individueel arbeidsrecht of invaliditeitsverzekering
arbeidsovereenkomstenwet).
- Werkloosheidsverzekering
2. Collectieve relaties tussen
- Gezinsbijslagen
werkgevers en werknemers
(groeipakket)
(collectief arbeidsrecht).
- Jaarlijkse vakantie
3. Beschermingsmaatregelen voor
werknemers (arbeidsreglementering, - Pensioenverzekering
loonbescherming,...). - Arbeidsongevallen &
4. Arbeidsvoorziening beroepsziekten
6. Minimumvoorzieningen (sociale
bijstand)
- Recht maatschappelijke
integratie (RMI)
- Inkomensgarantie voor
ouderen (IGO)
- Gewaarborgde gezinsbijslag
- Tegemoetkomingen aan
personen met een handicap
- OCMW dienstverlening
7. Geschillen van sociaal recht (sociaal handhavingsrecht)
1
, 1.2 Ontstaan van het arbeidsrecht - historisch overzicht
1885: Oprichting Belgische Werkliedenpartij.
1886: Keerpunt
- Grote stakingen tegen schandalige werkomstandigheden en economische crisis.
- Oprichting door Leopold II van ‘Commissie voor Nijverheidsarbeid’ met als doel
arbeidsomstandigheden van de arbeiders te onderzoeken.
1891: Rerum Novarum: Pauselijke encycliek over slechte arbeidsomstandigheden van de
arbeiders.
1894: Eerste verkiezingen onder algemeen meervoudig stemrecht. ‘Socialisten’ voor het
eerst in parlement.
1895: Eerste ministerie van arbeid.
Ten gevolge van dit alles → eerste wetten ‘arbeidsrecht’.
- 1887: Eerste loonbeschermingswet → verbod loon in natura te betalen…
- 1889: Reglementering kinder- en vrouwenarbeid.
- Kinderen jonger dan 12 jaar mogen niet in een fabriek werken.
- Verbod op nachtarbeid voor jongens jonger dan 16 jaar en vrouwen jonger
dan 21 jaar.
- Verbod voor vrouwen om in mijnen te werken.
- 1903: Arbeidsongevallenwetgeving
- 1905: Verplichte zondagsrust (6 dagen werkweek)
- 1921: Invoering van de 8-urendag en 48-urenweek
- 1921: Opheffen van het coalitieverbod → vrijheid van vakvereniging.
- 1936: Wet op de jaarlijkse vakantie (6 dagen voor wie minimum een jaar in dienst
was).
- …
Meer omvattende wetten over statuut werknemers
- 1900: Wet op de arbeidsovereenkomst voor werklieden (= arbeiders).
- Minimale bescherming, van toepassing voor zover geen andere afspraken
gemaakt tussen partijen (aanvullende werking).
- 1922: Wet op de arbeidsovereenkomst voor bedienden.
- Betere bescherming dan arbeiders.
- Doel: bedienden uit handen van de vakbonden houden.
- Verklaart onderscheid tussen arbeiders en bedienden dat tot op de dag
van vandaag bestaat → werknemers ‘met de pet’ tegenover werknemers
‘met de hoed’.
Periode na 1945
- Sociaal pact
- Doorbraak sociale zekerheid
2
, - Organisatie sociaal overleg tussen vakbonden en werkgevers.
Afzonderlijke wetten voor
- Handelsvertegenwoordigers (1963)
- Dienstboden (1970)
- Studenten (1970)
1978: ‘Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten’
- Coördinatie van afzonderlijke wetten voor arbeiders, bedienden,...
- Onderscheid blijft wel bestaan, met afzonderlijke regels voor loon, ziekte, vakantie,...
- Meermaals aangepast, laatst grondig in 2013: ‘eenheidsstatuut’.
Jaren ‘80 v/d vorige eeuw tot nu
- Trend tot flexibilisering.
- Toenemend belang van internationale context, hoofdzakelijk vanuit Europese Unie.
2. BRONNEN VAN HET ARBEIDSRECHT
Recht is een geheel van regels → de regels zijn terug te vinden in de
rechtsbronnen.
Je moet weten welke regels je moet toepassen in concrete situaties (ontslag, discriminatie,
ziekte, kinderarbeid, inspraak werknemers, staking,...).
Rechtsbronnen zijn zowel internationaal als nationaal.
Overzicht bronnen arbeidsrecht
Internationaal Nationaal
Internationaal Europees Bilateraal Algemene Eigen bronnen
bronnen arbeidsrecht
V.N. Raad van België-Marokko Grondwet CAO’s
Europa
I.A.O. E.U. … Wetten, KB’s, Individuele
MB’s arbeids-
overeenkomst
O.E.S.O. Rechtspraak Arbeidsregleme
nt
Rechtsleer Gebruik
2.1 Internationale bronnen
Internationale verdragen
- Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
3
, - Verdrag tot oprichting van de EEG (nu EU)
Andere ‘rechtsinstrumenten’ bepaald in verdragen: aanbevelingen, conventies, protocollen,
verordeningen, richtlijnen, beschikkingen, aanbevelingen (EU),...
Totstandkoming verdragen/ratificatieprocedure (zie fundamenten van het recht):
onderhandeling → ondertekening → goedkeuring door parlement → bekrachtiging
- ratificatie door de uitvoerende macht → publicatie staatsblad →
inwerkingtreding (meestal pas als minstens een aantal lidstaten verdrag
geratificeerd hebben).
Pas na deze procedure is het van kracht in de interne rechtsorde.
Hebben soms directe werking, maar niet altijd (de UVRM heeft dat bijvoorbeeld niet).
Kunnen opgezegd worden.
Internationale instellingen en -bronnen
Verenigde Naties (VN) De UVRM (1948) art 23-25
IVESCR-verdrag (1966) art 6
BUPO-verdrag (1966)
Internationale arbeidsorganisatie (IAO) - Gespecialiseerde instelling VN
- Nationale delegaties drieledig
- Jaarlijks Internationale
Arbeidsconferentie
- Stelt aanbevelingen en conventies
op
- 190 conventies: kinderarbeid,
huisarbeid,...
- 206 aanbevelingen (HIV & aids…)
- Controle op naleving en
klachtenrecht
Organisatie voor Economische Gedragscode multinationale
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ondernemingen (1976)
2.2 Europese bronnen
Europese bronnen
4