Neuropsychologie
0 Taak examen:
Voor een open vraag lees je een boek waarin neuropsychologische kennis toegepast wordt op het
dagelijks leven of op een specifieke doelgroep. Dat boek kies je uit de lijst die op toledo beschikbaar
gesteld wordt (onder cursusinformatie – evaluatie)
Op het examen zul je één van onderstaande vragen krijgen:
- Beschrijf een link tussen de inhoud van (bepaalde hoofdstukken uit) het boek dat je gelezen
hebt en de theoretische inhoud van de syllabus en leg deze link uit.
- Beschrijf een toepassing van de inhoud van (bepaalde hoofdstukken uit) het boek in je eigen
dagdagelijks leven of (toekomstige) stage. Met andere woorden: welke neuropsychologische
kennis uit het boek neem je mee voor jezelf en op welke wijze zie je jezelf deze kennis
toepassen in het dagdagelijks leven of straks op stage?
1 1. Omschrijving
1.1 NEUROPSYCHOLOGIE?
Onderdeel van de neurowetenschappen:
- Neuroanatomie (bouw van de hersenen)
- Neurofysiologie (werking van de hersenen)
- Neuropathologie (ziektes gelinkt aan centraal zs)
- Neurochirurgie
- …
Bestudeert de relatie tussen het functioneren van het brein en het menselijk gedrag, emotie en
cognitie Zowel bij gezonde personen als personen met hersenletsel
Omschrijving ‘neuropsychologie’
Onderzoeksobject = ontwikkelen van wetenschappelijke kennis over het menselijk gedrag (=
psychologie) op basis van het functioneren van het menselijk brein (= neuro)
Twee takken:
,Voorbeeld: experimentele of cognitieve neuropsychologie: Taal
Serieel proces: stappen na elkaar in het brein.
Klinische neuropsychologie
Drie stoornisgroepen na hersenletsel
- Onderscheid tussen neurologische stoornissen en neuropsychologische stoornissen en
psychologische veranderingen
- Medisch domein: Primaire neurologische stoornissen: symptomen die op vallen en duidelijk
zijn
- Studiedomein Psychologie vooral Neuropsychologische stoornissen en psychologische
veranderingen
, 1.2 BEKNOPTE HISTORIEK
Waar?
1.2.1 DE OUDHEID: HART- VERSUS HERSENHYPOTHESE
- Harthypothese: mentale processen gestuurd vanuit het hart, want het hart is warm en actief.
ze dachten dat het hart was waaruit alles uitgestuurd werd. De hersenen fungeerden als een
soort radiator om het bloed te koelen.
- hersenhypothese: ze zeggen dat hersenen alles bestuurde, maar ze dachten dit omdat het
hoofd het dichtste was bij de goden waardoor de hersenen alles aanstuurt.
Hoe?
1.2.2 18DE-20STE EEUW: LOKALISATIONISME VERSUS HOLISME
- Lokalisationisme: gaat ervan uit dat elke hersenfunctie op een specifieke plaats word
aangestuurd( frenologie)
Frenologie: het bruin kun je verkavelen in stukjes elk van die stukjes heeft een andere functie, elke
functie is gelokaliseerd, gebied puilt uit zal sterk ontwikkeld
- Holisme: het is niet dat 1 functie op 1 plaats
zit maar zit verspreid over een cortex en moet samenwerken, het brein werkt als 1 geheel
, 1.2.3 BEWIJSKRACHT VOOR BEIDE VISIES
Bewijs lokalisatie bij afasiepatiënten
Braco: had een patiënt met letsel in taalgebied voor taal spreken(linker frontale kwab), hij kon
gesproken taal wel begrijpen (eens met lokalisatie)
Wernicke: patiënt met letsel achteraan in brein voor begrijpen van taal(linker temporale kwab),
kunnen taal praten maar niet begrijpen, er bestaan meerdere taalcentra die samenwerken om taal te
produceren, (oneens met lokalisatie)
Kogelverwondingen : observeren soldaten want kunnen goed zien welk gebied uitvalsverschijnselen
had. Zo konden ze zien voor welk deel wat deed, evidentie voor lokalisatie
Lashley en Franz( onderzoek neurale basis van het geheugen): experimenten met ratten en leert ze een
doolhof doorlopen, als ze weg vinden is weg opgeslaan, nemen stukken hersenweefsel weg, en kijken
vind de rat nog de weg. Zo zien ze waar geheugen zit . maar merkten dat ze meer dan 80% van de
cortex moesten wegnemen voordat ratten de weg niet meer vonden dus Holisme.
Penfield: experimenten met patiënten epilepsie: elektrische stimulatie van de temporale lob
specifieke geheugenassociaties zoals gezichten van bekende personen of beelden uit de omgeving op
roepen. neuronen stimuleren zo herinneringen ophalen zo zei hij van op bepaalde plaats zit
geheugen.
2de helft 20eeuw…
Beetje van de 2, bepaalde hersendelen hebben specifieke functie maar moeten
samenwerken en zitten in netwerk. Veel andere gebieden zijn actief in netwerk
maar moet als 1 netwerk samenwerken
Dus lokalisatie leer en holisme
Strikte lokalisatieleer
Specifieke gebieden en functies, grijs is letsel dus werkgeheugen zal niet meer
werken
Equipotentialiteit
Grijs letsel, gebieden aangetast maar andere gebieden kunnen het overnemen
zodat het nog kan werken
0 Taak examen:
Voor een open vraag lees je een boek waarin neuropsychologische kennis toegepast wordt op het
dagelijks leven of op een specifieke doelgroep. Dat boek kies je uit de lijst die op toledo beschikbaar
gesteld wordt (onder cursusinformatie – evaluatie)
Op het examen zul je één van onderstaande vragen krijgen:
- Beschrijf een link tussen de inhoud van (bepaalde hoofdstukken uit) het boek dat je gelezen
hebt en de theoretische inhoud van de syllabus en leg deze link uit.
- Beschrijf een toepassing van de inhoud van (bepaalde hoofdstukken uit) het boek in je eigen
dagdagelijks leven of (toekomstige) stage. Met andere woorden: welke neuropsychologische
kennis uit het boek neem je mee voor jezelf en op welke wijze zie je jezelf deze kennis
toepassen in het dagdagelijks leven of straks op stage?
1 1. Omschrijving
1.1 NEUROPSYCHOLOGIE?
Onderdeel van de neurowetenschappen:
- Neuroanatomie (bouw van de hersenen)
- Neurofysiologie (werking van de hersenen)
- Neuropathologie (ziektes gelinkt aan centraal zs)
- Neurochirurgie
- …
Bestudeert de relatie tussen het functioneren van het brein en het menselijk gedrag, emotie en
cognitie Zowel bij gezonde personen als personen met hersenletsel
Omschrijving ‘neuropsychologie’
Onderzoeksobject = ontwikkelen van wetenschappelijke kennis over het menselijk gedrag (=
psychologie) op basis van het functioneren van het menselijk brein (= neuro)
Twee takken:
,Voorbeeld: experimentele of cognitieve neuropsychologie: Taal
Serieel proces: stappen na elkaar in het brein.
Klinische neuropsychologie
Drie stoornisgroepen na hersenletsel
- Onderscheid tussen neurologische stoornissen en neuropsychologische stoornissen en
psychologische veranderingen
- Medisch domein: Primaire neurologische stoornissen: symptomen die op vallen en duidelijk
zijn
- Studiedomein Psychologie vooral Neuropsychologische stoornissen en psychologische
veranderingen
, 1.2 BEKNOPTE HISTORIEK
Waar?
1.2.1 DE OUDHEID: HART- VERSUS HERSENHYPOTHESE
- Harthypothese: mentale processen gestuurd vanuit het hart, want het hart is warm en actief.
ze dachten dat het hart was waaruit alles uitgestuurd werd. De hersenen fungeerden als een
soort radiator om het bloed te koelen.
- hersenhypothese: ze zeggen dat hersenen alles bestuurde, maar ze dachten dit omdat het
hoofd het dichtste was bij de goden waardoor de hersenen alles aanstuurt.
Hoe?
1.2.2 18DE-20STE EEUW: LOKALISATIONISME VERSUS HOLISME
- Lokalisationisme: gaat ervan uit dat elke hersenfunctie op een specifieke plaats word
aangestuurd( frenologie)
Frenologie: het bruin kun je verkavelen in stukjes elk van die stukjes heeft een andere functie, elke
functie is gelokaliseerd, gebied puilt uit zal sterk ontwikkeld
- Holisme: het is niet dat 1 functie op 1 plaats
zit maar zit verspreid over een cortex en moet samenwerken, het brein werkt als 1 geheel
, 1.2.3 BEWIJSKRACHT VOOR BEIDE VISIES
Bewijs lokalisatie bij afasiepatiënten
Braco: had een patiënt met letsel in taalgebied voor taal spreken(linker frontale kwab), hij kon
gesproken taal wel begrijpen (eens met lokalisatie)
Wernicke: patiënt met letsel achteraan in brein voor begrijpen van taal(linker temporale kwab),
kunnen taal praten maar niet begrijpen, er bestaan meerdere taalcentra die samenwerken om taal te
produceren, (oneens met lokalisatie)
Kogelverwondingen : observeren soldaten want kunnen goed zien welk gebied uitvalsverschijnselen
had. Zo konden ze zien voor welk deel wat deed, evidentie voor lokalisatie
Lashley en Franz( onderzoek neurale basis van het geheugen): experimenten met ratten en leert ze een
doolhof doorlopen, als ze weg vinden is weg opgeslaan, nemen stukken hersenweefsel weg, en kijken
vind de rat nog de weg. Zo zien ze waar geheugen zit . maar merkten dat ze meer dan 80% van de
cortex moesten wegnemen voordat ratten de weg niet meer vonden dus Holisme.
Penfield: experimenten met patiënten epilepsie: elektrische stimulatie van de temporale lob
specifieke geheugenassociaties zoals gezichten van bekende personen of beelden uit de omgeving op
roepen. neuronen stimuleren zo herinneringen ophalen zo zei hij van op bepaalde plaats zit
geheugen.
2de helft 20eeuw…
Beetje van de 2, bepaalde hersendelen hebben specifieke functie maar moeten
samenwerken en zitten in netwerk. Veel andere gebieden zijn actief in netwerk
maar moet als 1 netwerk samenwerken
Dus lokalisatie leer en holisme
Strikte lokalisatieleer
Specifieke gebieden en functies, grijs is letsel dus werkgeheugen zal niet meer
werken
Equipotentialiteit
Grijs letsel, gebieden aangetast maar andere gebieden kunnen het overnemen
zodat het nog kan werken