Inleiding
Wat is geschiedenis?
- Sociale wetenschappers: eigentijdse of hedendaagse samenleving beter begrijpen
- Reflectie rond het verleden is daarbij essentieel: hoe kreeg de hedendaagse
samenleving vorm? Hoe heden begrijpen vanuit het verleden?
- Wie het verleden bestudeert, kijkt er altijd door de bril van zijn eigen tijd
- MAAR: met die historische dimensie wordt vaak:
- Weinig rekening mee gehouden
- Eventueel foutief toegeëigend voor andere doeleinden
- Eenvoudig bestempeld als slechter of juist beter dan vandaag
(modernistische versus nostalgische reflex)
Het verleden
- Het verleden leeft en is overal aanwezig in de hedendaagse samenleving
- TV, beelden, pleinen, gebouwen, musea, documentaires,
consumptiemaatschappij (vb “anno” verkoopstrategie maar klopt meestal
niet), het web (kritisch omgaan met informatie)
- Wat is het verleden?
- Het verleden is het verleden, hetgeen wat reeds gebeurd is, maar de manier
hoe we over dit verleden nadenken is compleet verschillend, het wordt breed
maatschappelijk bekeken
- Volgens Van Dale: de wetenschap die het verleden beschrijft, het wordt
telkens opnieuw beschreven door elke generatie historici mbv de informatie
die bekend is
- Veelvuldig gebruik/misbruik van het verleden in historische toepassingen
- Verleden gebruiken om belangrijke herinneringen levend te houden:
monumenten, TV, musea, canon, …
- Verleden gebruiken voor identiteitsopbouw groepen: van gemeenschappen,
groepen, bedrijven, merken, …
- Herinnering als machtsstrijd: wie herinnert zich wat en waarom? Voor
welke redenen?
- Geschiedenis en identiteiten
- Toe-eigening van het verleden gaat vaak gepaard met verdraaiing van
historische feiten voor politieke, ideologische, commerciële of religieuze
doeleinden te bereiken
- Geschiedenis versterkt politiek inzicht alleen als het niet misbruikt
wordt voor willekeurige analogieën en oppervlakkige parallellen
- Het is niet dat je geschiedenis hebt gestudeerd en een historicus bent, dat je
geschiedenis ook juist interpreteert
- Identiteitsopbouw
1
, - Hoe stuurt de regering informatie om haar
beleid of standpunten te rechtvaardigen?
- Door invented traditions:
kunstmatig gecreëerde gebruiken
(vb: Leeuw van Vlaanderen)
- Afgedankte herinneringen
- Informatie die zijn verworpen of vergeten omdat ze niet meer
als acceptabel worden beschouwd (vb: WOII beelden)
- Is geschiedenis radicaal?
- Ja: mannelijke macht wordt verheerlijkt, spreken over Darwin
of abortus was verboden → religieus denkkader
- Onze kijk naar het verleden
- We willen ons er tegen af zetten, niks meer mee te maken hebben
- Mensen die gestudeerd hebben, hebben een positiever vertrouwen in
de toekomst en betere posities op de arbeidsmarkt → je wilt je
ontwikkelen weg van het verleden
- Hoe kijken politieke partijen naar het verleden? → vroeger was het
beter dan nu (“make America great again”)
Geschiedenis als academische reflectie
- Waarin verschilt een wetenschappelijke omgang met het verleden van een breder
maatschappelijk gebruik?
- Door sociale en politieke actoren
- Wat doet een universitair historicus dan wel?
- Kritische studie van het verleden bestuderen
- Van groot belang in onze “digitale kennissamenleving”
- Belang van betrouwbare informatie, zoeken en vinden
- Kritisch denken en nieuwsgierigheid zijn essentieel: feiten en data zijn
belangrijk, maar mogen nooit het einddoel zijn
- Geen passieve opleiding (papegaaien) → zelf actief op zoek gaan →
ondernemingszin
- Via studie van originele bronnen en bestaande literatuur → historiografie
- Hoe wordt letterlijk “geschiedenis” geschreven? Hoe beschrijft de academische
historicus het verleden?
- Geschiedenis is drie methoden
Gebeuren: feit, evenement
- Feit ≠ historische reconstructie ≠ fictie
- Vb: je mag historische films niet als waarheid beschouwen
- Foto is een bron, maar goede bron om de historische waarheid mee te
beschrijven
- Maar: de geschiedenis staat nooit volledig vast / is nooit volledig af → onvoltooid
- Feiten en data worden gebruikt om dieper na te denken en nieuwsgierig te
blijven, niet alleen om ze als eindpunt te beschouwen
- Historicus (re)construeert een verleden gebeurtenis of feit
- Adhv origineel bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur
2
, - Volgens een wetenschappelijke en kritische onderzoeksmethode:
waarschijnlijkheid staat centraal
- In een narratief (verhaal): beschrijving, zoeken naar betekenis, samenhang,
oorzakelijkheid, verklaring, …
- 5 W-vragen achternagaan: wat, wanneer, waar, wie, waarom
Bronnen: heuristiek
- Heuristiek: hoe vind ik bronnen
- Schriftelijke stukken
- Voor breed publiek: kranten, fictie, jaarrekeningen
- Niet gepubliceerd: brieven, dagboeken
- Niet voor publiek (bewaard in archieven): administratie, rekeningen, …
- Niet-geschreven bronnen
- Bij gebrek aan geschreven bronnen
- Bijkomende informatie: materiële resten, audio-visuele en digitale sporen,
mondelinge overlevering
- Voorwerpen, gebouwen, machines, wapens, foto’s, …
- Vb foto: arrestatie van Gavrilo Princep → schot, aanleiding van
WOI, zijn geen bronnen van, maar wel van het moment er net
na
- Vb mondelinge overleveringen: man heeft als een van de
oudsten WOI overleeft en kan nog veel info vrijgeven
Methoden
- Kritiek: tijdens de methodologische fase gaat de historicus zeer kritisch om met zijn
bronnen
- Externe kritiek: authenticiteit van de bron bepalen → is hij echt of vervalst?
- Interne kritiek: wie, wat en waarom, en voor wie?
- Gewilde en ongewilde getuigenissen
- Tot wie richt de bron zich? → waarde van de bron bepalen
- Vervalsing van historische documenten
- Voorbeelden
- Vb Dagboeken Hitler is een vervalsing van Konrad Kujau aan
weekblad Stern verkocht voor 2,5 miljoen DM in 1983
- Vb Dagboek van Anne Frank is echt en werd geauthentificeerd via
paleografisch onderzoek na verdachtmaking door negationisten
- In beeldmateriaal is het moeilijk de waarheid te achterhalen → vaak bij
sovjet-russische soldaten tijdens oorlogen
- Steeds meer photoshopping: elke onzekerheid wordt weggewerkt, ook AI
- Complottheorieën: maanlanding fake?
- Maar wordt steeds minder waarschijnlijk door: veel betrokkenen, lang
geleden, overleden complotteurs
(Re)constructie
- Het verleden staat niet zomaar vast, maar wordt gereconstrueerd op basis van
bronnen
3
, - Geen passief proces: het ontstaat wanneer de onvolkomenheden van herinneringen
en de tekortkomingen van documenten samenkomen
- Bronnen zijn onvoldoende: onvolledig, onbetrouwbaar
- Men moet historici selecteren en interpreteren
- Maar niet alles kan!
- Voorbeelden
- Anachronisme: verkeerd in tijd situeren van een gebeurtenis
- Hineininterpretierung / post-factum analyse: betekenis geven aan
gebeurtenissen op een manier die mensen in die tijd zelf niet zo
zagen
- Teleologisch-lineaire analyse: interpretaties maken die vooral als doel
hebben een eigentijds standpunt te ondersteunen
→ Chronologie = moeder van de geschiedenis
→ Doel van geschiedenis is te begrijpen binnen eigen context, en dat kader zo goed
mogelijk begrijpen
Nut van geschiedenis
- "History doesn’t repeat itself – but it rhymes” (toegeschreven aan Mark Twain)
- Geschiedenis lijkt op iemand die stottert
- Omstandigheden zijn nooit hetzelfde
- “How ordinary people lived the big changes” (Charles Tilly)
- Structuren
- Processen
- Gebeurtenissen / events
- Fernand Braudel maakte onderscheid tussen deze twee
- Le temps individuel - sociale - géographique → hoe begrijpen we en
achterhalen we gebeurtenissen?
- Kennis van geschiedenis
- Studenten de eigentijdse actualiteit leren begrijpen, te kaderen, het belang
ervan af te wegen
- Inzicht te verwerven in structurele achtergrond en historische ontwikkeling
van processen
- Maatschappelijke fenomeen doorheen tijd en ruimte te vergelijken
- Interpretaties
- Pessimistisch: geschiedenis draagt niks bij
- Positivistisch: geschiedschrijving helpt ons de tijdelijke trends van
vandaag te overstijgen
Inhoud en uitgangspunten
Moderne samenleving
- Moderne tijd (ca. 1750-1950), daarna eigentijd
- België als deel van mondiale ontwikkelingen
- Versnelde transities, vooral in de 19e eeuw
4
, - Niet alles veranderde radicaal, continuïteit bleef bestaan
- Ontwikkelingen verschilden per regio
- Onomkeerbare impact op meerdere domeinen
Tijd
- Tijdsindeling
- Ancien Régime (pre-industriële tijd): ca. 1500-1789/1780, vóór de Franse en
industriële revolutie
- Transitieperiode: ca. 1780-1850, vaak gezien als breukperiode
- Lange 19e eeuw: ca. 1780-1914
- Belle époque/fin-de-siècle: ca. 1880-1914
- 20e eeuw: vaak onderverdeeld in meerdere perioden:
- 1914-1945: WOI (1914-1918), interbellum (1919-1939), WOII
(1940-1945)
- Na 1945: naoorlogse periode, eigentijdse geschiedenis
- Na 1989: post-Koude Oorlog, na de val van de Berlijnse Muur
- Transities:
- Economische transitie
- Van kleinschalige ambachten en handel naar fabrieksproductie en
economisch groeimodel.
- Sociale transitie
- Van hechte gemeenschappen naar een meer geïndividualiseerde
samenleving
- Politieke transitie
- Van een standenmaatschappij zonder inspraak naar een
democratische natiestaat met meer burgerrechten
Ruimte
- De Methodenstreit was een debat over hoe sociale wetenschappen onderzocht
moeten worden
- Inductieve methode → vanuit observaties naar algemene conclusies:
- Kijkt naar historische context en specifieke gevallen
- Beschrijvend en gebaseerd op ervaringen (kwalitatief)
- Minder gericht op sociale hervorming-
- Houdt rekening met complexiteit en nuances
- Deductieve methode → vanuit theorie naar specifieke gevallen:
- Werkt met algemene theorieën en regels
- Probeert dingen te meten en te analyseren (kwantitatief)
- Gelooft dat de maatschappij maakbaar is (kan gepland en gevormd
worden)
- Gebaseerd op positivisme: het idee dat kennis alleen uit feiten en
wetenschap komt
5
, Demografische ontwikkelingen
Wereldgeschiedenis van België
Inleiding
- Azië is altijd aan de top geweest op gebied van bevolking, maar de groei zal wel
minderen
- Afrika zal een enorme groei (blijven) maken
- Europa zal in de toekomst dalen in bevolking
- Waarom hebben beleidsmakers zo’n belang?
- Ze zorgen voor de verhouding van pensioenen, … → infrastructuur moet
aantal mensen in de wereld aankunnen
- Vb maatregelen nemen: slechts één kind (China) → zorgt voor veel te
vondelingen baby’s → elke maatregel heeft zijn bijkomende gevolgen
De studie van demografische ontwikkelingen
Historische demografie
- Bestudeerde variabelen
- Biologische variabelen → vb hoe ouder, hoe meer klachten
- Sociale variabelen → vb op welke leeftijd is het normaal om te trouwen in een
bepaalde samenleving
- Verklaringen
- Er is een groeiende populariteit sinds ca 1950!
- Toename van de wereldbevolking
- Invloed van Franse historische stroming “Ecole des Annales”
- Structurele sociale geschiedenis → vb “cambridge group”
Historisch bronnenmateriaal
- Sinds oudheid → heersers hielden al lang lijsten bij van mensen en eigendommen
- Incidentele volkstellingen → het tellen van de bevolking
- Lijsten met belastingplichtigen en weerbare mannen
- Concilie van Trente (1545-1563): parochieregisters
- Franse Republiek: na 1792
- Civiele taak van de overheid: burgerlijke stand bijhouden
- Ook homohuwelijken werden geregistreerd
- Tienjaarlijkse volkstellingen
- Gebruik van cijfermateriaal als beleidsinstrument
- Ander beleidsinstrument: sociale statistiek
- Adolphe Quetelet
- Deed empirisch onderzoek
1