Leesvaardigheid
Wat is het onderwerp van de tekst?
Het onderwerp is in 1 of twee woorden omschrijven waar de tekst over gaat. Staat vaak in
de titel.
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
De hoofdgedachte is in 1 zin omschrijven waar de tekst over gaat. Staat soms letterlijk in
de tekst zelf, vaak in de inleiding of in het slot. Anders moet hij zelf geformuleerd worden.
Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?
De lengte
Welke tekstdoelen zijn er?
1. Informeren
2. Opiniëren
3. Overtuigen
4. Activeren
5. Amuseren
6. (instrueren)
Soorten tekst:
1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog
Functie van de titel:
1. De lezer aanzetten tot nadenken
2. De mening van de auteur weergeven
3. Het tekstonderwerp noemen
Functie inleiding:
1. Onderwerp introduceren
2. Aandacht trekken
Welke manieren zijn er om het onderwerp te introduceren?
1. Standpunt benoemen
2. Probleem schetsen
3. Vragen stellen
Welke manieren zijn er om aandacht te trekken?
1. Anekdote
2. Teruggrijpen op actualiteit
3. Voorgeschiedenis benoemen
4. Belang voor de lezer benoemen
Het slot bevat meestal een samenvatting van de tekst. Maar het kan
ook de volgende dingen bevatten:
1. Conclusie
2. Aanbeveling/aansporing
3. Een afweging
4. Een verwachting van de toekomst
, Op welke manieren kan een slot aantrekkelijk beëindigd worden?
1. Een uitsmijter
2. Aansluiting zoeken bij het begin (verhaal rond maken door terug te grijpen op
anekdote bijvoorbeeld uit de inleiding)
De soorten tekststructuren:
1. Voor- en nadelenstructuur
2. Argumentatiestructuur (standpunt en argumenten)
3. Verleden-hedenstructuur
4. Aspectenstructuur
5. Probleem en oplossing structuur
6. Vraag- en antwoordstructuur
7. Verklaringsstructuur (verschijnsel en de verklaring hiervan)
Wat is de kernzin en wat zijn de voorkeursplaatsen van deze zin?
Een kernzin is de zin in een alinea die de belangrijkste informatie of het hoofdidee
weergeeft.
Het is vaak de zin die de rest van de alinea uitlegt of ondersteunt.
De voorkeursplaatsen zijn als eerste zin, tweede zin of de laatste zin.
Wat is het verschil tussen schrijf/noteer de kernzin en formuleer de
kernzin?
Schrijven of noteren houdt in dat je de kernzin uit de tekst moet halen en letterlijk
overschrijft.
Formuleren houdt in dat ik de zin zelf moet maken op basis van de informatie van de
alinea.
De verschillende tekstverbanden:
1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak-gevolg
4. Tijdsvolgorde/chronologie
5. Samenvattend/concluderend
6. Toelichtend (voorbeeld)
7. Doel-middel
8. Vergelijking
9. Redengevend (= verklaring of argument)
10. Voorwaarde
Wat zijn functiewoorden? Noem
voorbeelden.
Functiewoorden zijn woorden die een grammaticale functie vervullen in een zin, maar zelf
weinig inhoudelijke betekenis hebben. Ze geven structuur aan de zin en helpen de relatie
tussen de verschillende woorden of zinsdelen aan te duiden.
Voorbeelden zijn: lidwoorden, voorzetsels, voegwoorden, bijwoorden of voornaamwoorden
Waar kijk je naar om te bepalen voor welk publiek een tekst geschreven
is?
1. Taalgebruik
2. De bron
3. De lay-out
4. Het onderwerp
Wat zijn de drie soorten standpunten?
!! nooit een negatie = ontkenning in je standpunt, zoals ‘iets moet niet blijven’
Wat is het onderwerp van de tekst?
Het onderwerp is in 1 of twee woorden omschrijven waar de tekst over gaat. Staat vaak in
de titel.
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
De hoofdgedachte is in 1 zin omschrijven waar de tekst over gaat. Staat soms letterlijk in
de tekst zelf, vaak in de inleiding of in het slot. Anders moet hij zelf geformuleerd worden.
Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?
De lengte
Welke tekstdoelen zijn er?
1. Informeren
2. Opiniëren
3. Overtuigen
4. Activeren
5. Amuseren
6. (instrueren)
Soorten tekst:
1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog
Functie van de titel:
1. De lezer aanzetten tot nadenken
2. De mening van de auteur weergeven
3. Het tekstonderwerp noemen
Functie inleiding:
1. Onderwerp introduceren
2. Aandacht trekken
Welke manieren zijn er om het onderwerp te introduceren?
1. Standpunt benoemen
2. Probleem schetsen
3. Vragen stellen
Welke manieren zijn er om aandacht te trekken?
1. Anekdote
2. Teruggrijpen op actualiteit
3. Voorgeschiedenis benoemen
4. Belang voor de lezer benoemen
Het slot bevat meestal een samenvatting van de tekst. Maar het kan
ook de volgende dingen bevatten:
1. Conclusie
2. Aanbeveling/aansporing
3. Een afweging
4. Een verwachting van de toekomst
, Op welke manieren kan een slot aantrekkelijk beëindigd worden?
1. Een uitsmijter
2. Aansluiting zoeken bij het begin (verhaal rond maken door terug te grijpen op
anekdote bijvoorbeeld uit de inleiding)
De soorten tekststructuren:
1. Voor- en nadelenstructuur
2. Argumentatiestructuur (standpunt en argumenten)
3. Verleden-hedenstructuur
4. Aspectenstructuur
5. Probleem en oplossing structuur
6. Vraag- en antwoordstructuur
7. Verklaringsstructuur (verschijnsel en de verklaring hiervan)
Wat is de kernzin en wat zijn de voorkeursplaatsen van deze zin?
Een kernzin is de zin in een alinea die de belangrijkste informatie of het hoofdidee
weergeeft.
Het is vaak de zin die de rest van de alinea uitlegt of ondersteunt.
De voorkeursplaatsen zijn als eerste zin, tweede zin of de laatste zin.
Wat is het verschil tussen schrijf/noteer de kernzin en formuleer de
kernzin?
Schrijven of noteren houdt in dat je de kernzin uit de tekst moet halen en letterlijk
overschrijft.
Formuleren houdt in dat ik de zin zelf moet maken op basis van de informatie van de
alinea.
De verschillende tekstverbanden:
1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak-gevolg
4. Tijdsvolgorde/chronologie
5. Samenvattend/concluderend
6. Toelichtend (voorbeeld)
7. Doel-middel
8. Vergelijking
9. Redengevend (= verklaring of argument)
10. Voorwaarde
Wat zijn functiewoorden? Noem
voorbeelden.
Functiewoorden zijn woorden die een grammaticale functie vervullen in een zin, maar zelf
weinig inhoudelijke betekenis hebben. Ze geven structuur aan de zin en helpen de relatie
tussen de verschillende woorden of zinsdelen aan te duiden.
Voorbeelden zijn: lidwoorden, voorzetsels, voegwoorden, bijwoorden of voornaamwoorden
Waar kijk je naar om te bepalen voor welk publiek een tekst geschreven
is?
1. Taalgebruik
2. De bron
3. De lay-out
4. Het onderwerp
Wat zijn de drie soorten standpunten?
!! nooit een negatie = ontkenning in je standpunt, zoals ‘iets moet niet blijven’