TIJDVAK 5
1500 – 1600 Renaissance
Door de Renaissance veranderde het mens en wereldbeeld.
De mens als persoon/individu en zijn kennis kwam meer centraal te staan = ontstaan humanisme (men leefde meer
in het nu en minder voor het hiernamaals). Vanuit de samenleving kwam er steeds meer kritiek op de invloed van
de kerk, deze invloed werd dan ook minder.
Dit kwam doordat de kerk de gelovigen allerlei beperkingen oplegde, waarvan de kerk beweerde dat het in de Bijbel
stond.
De kerk hield zich zelf echter niet aan die regels.
Mensen die de bijbel wel konden lezen, uitten daarom steeds meer kritiek op deze schijnheiligheid.
Gedurende de renaissance ontstond er zo een splitsing in de Christelijke kerk in een rooms-katholieke kerk en een
protestante kerk.
Veranderend wereldbeeld en ontstaan van wetenschappelijk denken doordat men zelf ging onderzoeken
(ontdekkingsreizen).
1515 Werd Karel V koning van de Nederlanden. Hij was landsheer van het gebied dat Frankrijk, Spanje, en delen van
Duitsland bedroeg.
Hij voerde een centralisatie- en strenge godsdienstpolitiek: hij had alle macht en eiste van al zijn onderdanen dat ze
net zoals hij streng katholiek zouden zijn.
1550 Bloedplakkaat: Vaardigde Karel V een plakkaat (wet) uit tegen aanhangers van de hervorming (protestantisme) =
‘ketters’
1555 Volgde Filips II zijn vader Karel V op als landsheer van de Nederlanden.
Toen hij Nederland verliet werd Margaretha van Palma de landvoogdes in 1559 (dit is een plaatsvervanger van de
koning in een bepaald gebied).
Diverse groeperingen waren boos om de opgelegde belastingen + beperking van de privileges die zij voor de
centralisatie hadden (= opstand tegen de centralisering) en het verbod op godsdienstvrijheid (= opstand tegen
katholieke beleid)
Willem van Oranje werd de leider van het adellijke verzet.
Zijn doelen waren: wilde dat de edelen meer invloed moesten hebben op bestuur, hij was tegenstander
bloedplakkaten en wilde godsdienstvrede instellen
5 april 1566 Smeekschrift: enkele honderden edelen bezochten de landvoogdes Margaretha en boden haar het zogenaamde
Smeekschrift aan.
Ze accepteerde. De vervolgingen van de protestanten werd gematigd/gestopt.
Hierdoor durfden Calvinisten hagenpreken te houden: ‘ketterse’ religieuze bijeenkomsten buiten de stad in open
lucht.
1566 De Beeldenstorm: katholieke kloosters en keren werden geplunderd en heiligenbeelden vernield door de ketters
(ontstaan vanuit de hagenpreken)
1567 Raad van beroerten: Fillips II stuurde de hertog van Alva naar de Nederlandsen om de orde te herstellen.
Hij richtte de raad van beroerten/Bloedraad op om ketters te veroordelen.
, Willem van Oranje vlucht naar Duitsland, omdat zijn aanpak na de beeldenstorm als niet goed werd ervaren.
1568 – 1572 Start Nederlandse Opstand/tachtigjarige oorlog: Veldtochten van Willem van Oranje; samen met zijn leger
vocht hij tegen Alva en de Spanjaarden (hij was de leider van de Nederlandse opstand). Deze tochten hadden tot
1572 geen gewenst succes.
1576 De Pacificatie van Gent: was een verdrag waarin de Nederlandse gewesten besloten om samen te werken tegen de
Spaanse overheersing.
Ze spraken af om de religieuze gevechten opzij te zetten en gezamenlijk de Spaanse troepen te verdrijven (Willem
zijn streven lukt). Fanatieke calvinisten hielden zich niet aan de godsdienstvrede en voerden een antikatholiek
beleid.
Daarom (voor veiligheid en bescherming van hun zelf en geloof) zochten katholieken in het zuiden, die voor hun
vrijheid vreesden, weer toenadering tot Spanje:
1579 Vastlegging van Unie van Atrecht (zuidelijk gewesten met Spanjaarden)
1579 Vastlegging Unie van Utrecht (de 7 Noordelijke gewesten onder leiding van Willem van Oranje)
1581 Plakkaat van Verlatinghe: de noordelijke gewesten wezen Fillips II af als landsheer
In het plakkaat staat dat de vorst voor zijn onderdanen moet zorgen en niet andersom.
1584 Willem van Oranje vermoord, zijn zoon Maurits verving hem
1585 Inname/val van Antwerpen: een poging van de Spanjaarden om de Nederlanden opnieuw te heroveren
1588 Besloot de Nederlanden (door een oorlog met Engeland) om te stoppen met het zoeken van een nieuwe landsheer
en zelf het bestuur te regelen, zo ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588 – 1795).
De oorlog met Spanje ging door.
Hierna was Nederland een republiek dat werd geregeerd regenten (geen vorst).
Steden werden bestuurd door de vroedschap: die bestond uit regenten en deze had een wetgevende macht. Uit de
vroedschappen gingen er vertegenwoordigers naar de Gewestelijke Staten (= zelfstandig bestuur per apart gewest
= particularisme), die vervolgens weer afgevaardigden naar de landelijke Staten-Generaal stuurden. Zij namen
beslissingen over buitenlandse handel en militaire zaken.
Er waren 2 stadhouders (voorheen 1 per gewest) en 1 raadspensionaris. Een raadspensionaris was de woordvoerder
voor het gewest Holland in de Staten-Generaal + hield contact met buitenland en stadhouder was de leider van
leger en vloot.
In de praktijk hadden zij veel macht, terwijl de macht dus officieel lag bij de Staten-Generaal en de Gewestelijke
Staten.
1598 In Frankrijk werd het edict van Nantes ingevoerd (hugenoten, protestanten, mochten geloof belijden).
1500 – 1600 Renaissance
Door de Renaissance veranderde het mens en wereldbeeld.
De mens als persoon/individu en zijn kennis kwam meer centraal te staan = ontstaan humanisme (men leefde meer
in het nu en minder voor het hiernamaals). Vanuit de samenleving kwam er steeds meer kritiek op de invloed van
de kerk, deze invloed werd dan ook minder.
Dit kwam doordat de kerk de gelovigen allerlei beperkingen oplegde, waarvan de kerk beweerde dat het in de Bijbel
stond.
De kerk hield zich zelf echter niet aan die regels.
Mensen die de bijbel wel konden lezen, uitten daarom steeds meer kritiek op deze schijnheiligheid.
Gedurende de renaissance ontstond er zo een splitsing in de Christelijke kerk in een rooms-katholieke kerk en een
protestante kerk.
Veranderend wereldbeeld en ontstaan van wetenschappelijk denken doordat men zelf ging onderzoeken
(ontdekkingsreizen).
1515 Werd Karel V koning van de Nederlanden. Hij was landsheer van het gebied dat Frankrijk, Spanje, en delen van
Duitsland bedroeg.
Hij voerde een centralisatie- en strenge godsdienstpolitiek: hij had alle macht en eiste van al zijn onderdanen dat ze
net zoals hij streng katholiek zouden zijn.
1550 Bloedplakkaat: Vaardigde Karel V een plakkaat (wet) uit tegen aanhangers van de hervorming (protestantisme) =
‘ketters’
1555 Volgde Filips II zijn vader Karel V op als landsheer van de Nederlanden.
Toen hij Nederland verliet werd Margaretha van Palma de landvoogdes in 1559 (dit is een plaatsvervanger van de
koning in een bepaald gebied).
Diverse groeperingen waren boos om de opgelegde belastingen + beperking van de privileges die zij voor de
centralisatie hadden (= opstand tegen de centralisering) en het verbod op godsdienstvrijheid (= opstand tegen
katholieke beleid)
Willem van Oranje werd de leider van het adellijke verzet.
Zijn doelen waren: wilde dat de edelen meer invloed moesten hebben op bestuur, hij was tegenstander
bloedplakkaten en wilde godsdienstvrede instellen
5 april 1566 Smeekschrift: enkele honderden edelen bezochten de landvoogdes Margaretha en boden haar het zogenaamde
Smeekschrift aan.
Ze accepteerde. De vervolgingen van de protestanten werd gematigd/gestopt.
Hierdoor durfden Calvinisten hagenpreken te houden: ‘ketterse’ religieuze bijeenkomsten buiten de stad in open
lucht.
1566 De Beeldenstorm: katholieke kloosters en keren werden geplunderd en heiligenbeelden vernield door de ketters
(ontstaan vanuit de hagenpreken)
1567 Raad van beroerten: Fillips II stuurde de hertog van Alva naar de Nederlandsen om de orde te herstellen.
Hij richtte de raad van beroerten/Bloedraad op om ketters te veroordelen.
, Willem van Oranje vlucht naar Duitsland, omdat zijn aanpak na de beeldenstorm als niet goed werd ervaren.
1568 – 1572 Start Nederlandse Opstand/tachtigjarige oorlog: Veldtochten van Willem van Oranje; samen met zijn leger
vocht hij tegen Alva en de Spanjaarden (hij was de leider van de Nederlandse opstand). Deze tochten hadden tot
1572 geen gewenst succes.
1576 De Pacificatie van Gent: was een verdrag waarin de Nederlandse gewesten besloten om samen te werken tegen de
Spaanse overheersing.
Ze spraken af om de religieuze gevechten opzij te zetten en gezamenlijk de Spaanse troepen te verdrijven (Willem
zijn streven lukt). Fanatieke calvinisten hielden zich niet aan de godsdienstvrede en voerden een antikatholiek
beleid.
Daarom (voor veiligheid en bescherming van hun zelf en geloof) zochten katholieken in het zuiden, die voor hun
vrijheid vreesden, weer toenadering tot Spanje:
1579 Vastlegging van Unie van Atrecht (zuidelijk gewesten met Spanjaarden)
1579 Vastlegging Unie van Utrecht (de 7 Noordelijke gewesten onder leiding van Willem van Oranje)
1581 Plakkaat van Verlatinghe: de noordelijke gewesten wezen Fillips II af als landsheer
In het plakkaat staat dat de vorst voor zijn onderdanen moet zorgen en niet andersom.
1584 Willem van Oranje vermoord, zijn zoon Maurits verving hem
1585 Inname/val van Antwerpen: een poging van de Spanjaarden om de Nederlanden opnieuw te heroveren
1588 Besloot de Nederlanden (door een oorlog met Engeland) om te stoppen met het zoeken van een nieuwe landsheer
en zelf het bestuur te regelen, zo ontstond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588 – 1795).
De oorlog met Spanje ging door.
Hierna was Nederland een republiek dat werd geregeerd regenten (geen vorst).
Steden werden bestuurd door de vroedschap: die bestond uit regenten en deze had een wetgevende macht. Uit de
vroedschappen gingen er vertegenwoordigers naar de Gewestelijke Staten (= zelfstandig bestuur per apart gewest
= particularisme), die vervolgens weer afgevaardigden naar de landelijke Staten-Generaal stuurden. Zij namen
beslissingen over buitenlandse handel en militaire zaken.
Er waren 2 stadhouders (voorheen 1 per gewest) en 1 raadspensionaris. Een raadspensionaris was de woordvoerder
voor het gewest Holland in de Staten-Generaal + hield contact met buitenland en stadhouder was de leider van
leger en vloot.
In de praktijk hadden zij veel macht, terwijl de macht dus officieel lag bij de Staten-Generaal en de Gewestelijke
Staten.
1598 In Frankrijk werd het edict van Nantes ingevoerd (hugenoten, protestanten, mochten geloof belijden).