RECHT
HOOFDSTUK 1: HET RECHT EN ZIJN BRONNEN.
Wat is recht, wat verstaan we onder recht en waar kunnen we het recht vinden.
Dankzij het recht is samenleven mogelijk.
« Geen gemeenschap zonder recht, geen recht zonder gemeenschap. » (beïnvloeden elkaar)
HET BEGRIP RECHT
Drie belangrijke elementen :
Gedragsregelen (regels waar we ons aan moeten houden, bv stoppen bij een rood licht)
Afdwingbaar (als we ons niet houden aan deze gedragsregels zijn er gevolgen)
via staatsapparaat (afdwingbaarheid via staatsapparaat; politie en rechtbanken)
Recht ontstaat NIET op zich, maar wordt beïnvloed door andere elementen.
INDELING VAN HET RECHT
Opdeling :
publiek recht (voor groot publiek) – privaat recht (kleinere groepen)
nationaal recht – internationaal recht
Vier groepen :
nationaal privaat (burgerlijk recht : huwelijk)
nationaal publiek (strafrecht : Hof van Assisen)
internationaal privaat (geen regels. Vb : belg heeft ongeluk met de wagen in nederland met een
duister als tweede partij ; welke wetgeving moet gevolgd ? verwijst door naar de nationale
wetgeving die moet toegepast worden)
internationaal publiek (volkenrecht)
Bijzondere gevallen :
zowel publiek als privaat (bv. collectief arbeidsrecht)
BRONNEN VAN HET RECHT
Hiërarchische opsomming :
,(voor als er tegensprekende uitspraken zijn)
Internationale rechtsbronnen
Belgische federale wetgeving
Gewoonterecht
Rechtspraak en rechtsleer
Internationale rechtsbronnen
o België verdrag sluiten met één of meerdere staten
o België lid worden van een internationale organisatie
Belgische wetgeving
o Federale wetgeving
- Grondwet
- Wet
- Koninklijk Besluit (verduidelijking van de wet)
- Ministerieel Besluit (verduidelijking van koninklijk besluit)
o Regionale wetgeving
- Decreten/ordonnanties
- Besluit van Gewest- of Gemeenschapsregering
- Provinciale reglementen/besluiten
- Gemeentelijke reglementen/besluiten
Gewoonterecht
Niet terug te vinden op papier.
Rechtsspraak en rechtsleer
Alle uitspraken die rechters doen (altijd gebasseerd op rechtsregels) + boeken geschreven over
wetgevingen enz.
, HOOFDSTUK 2 : HET BELGISCH POLITIEKE LANDSCHAP
Principes inrichting staatsbestel :
Rechtsstaat (→wetstaat)
Democratie (→particratie)
Scheiding der machten (→ scheiding der machten)
Centralisme (→ regionalisering)
BELGISCHE STAATSHERVORMING
Zes fases :
-fase 1 : 1970 (indeling van België in taalgebieden, cultuurgemeenschappen, gewesten, …)
-fase 2 : 1980 (Arbitragehof wordt opgericht, cultuurgemeenschappen worden gemeenschappen
(naast culturele aangelegenheden ook persoonsgebonden aangelegenheden), …)
-fase 3 : 1988-1989 (uitbreiding bevoegdheden gewesten en gemeenschappen (bv.
Jeugdbijdstand voor gemeenschappen, uitbreiding bevoegdheden Arbitragehof, …)
-fase 4 : 1992 (St. Michielsakkoord) (doel : van België een volwaardige federale staat maken, …)
-fase 5 : 2001 (verruiming bevoegdheden gemeenschappen en gewesten, uitbreiding fiscale
bevoegheden, …)
-fase 6 : 2011 (splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde,overdracht bevoegdheden van federaal naar
gewest- en gemeenschapsniveau, …)
FEDERALE INSTELLINGEN
De federale instellingen :
federale parlement
(Kamer en Senaat)
(samen met Koning wetgevende macht)
federale regering
(samen met Koning uitvoerende macht)
Begrippen :
parlementaire onverantwoordelijkheid (parlementleden kunnen niet vervolgd/ veroordeeld worden voor
dingen die ze zeggen, meningen die ze uiten)
parlementaire onschendbaarheid (parlementslid kan niet vervolgd/ veroordeeld worden voor misdrijven
(bv verkeersovertredingen) onschendbaarheid kan opgeheven worden en telt ook niet bij betrappingen op
heterdaad)
HOOFDSTUK 1: HET RECHT EN ZIJN BRONNEN.
Wat is recht, wat verstaan we onder recht en waar kunnen we het recht vinden.
Dankzij het recht is samenleven mogelijk.
« Geen gemeenschap zonder recht, geen recht zonder gemeenschap. » (beïnvloeden elkaar)
HET BEGRIP RECHT
Drie belangrijke elementen :
Gedragsregelen (regels waar we ons aan moeten houden, bv stoppen bij een rood licht)
Afdwingbaar (als we ons niet houden aan deze gedragsregels zijn er gevolgen)
via staatsapparaat (afdwingbaarheid via staatsapparaat; politie en rechtbanken)
Recht ontstaat NIET op zich, maar wordt beïnvloed door andere elementen.
INDELING VAN HET RECHT
Opdeling :
publiek recht (voor groot publiek) – privaat recht (kleinere groepen)
nationaal recht – internationaal recht
Vier groepen :
nationaal privaat (burgerlijk recht : huwelijk)
nationaal publiek (strafrecht : Hof van Assisen)
internationaal privaat (geen regels. Vb : belg heeft ongeluk met de wagen in nederland met een
duister als tweede partij ; welke wetgeving moet gevolgd ? verwijst door naar de nationale
wetgeving die moet toegepast worden)
internationaal publiek (volkenrecht)
Bijzondere gevallen :
zowel publiek als privaat (bv. collectief arbeidsrecht)
BRONNEN VAN HET RECHT
Hiërarchische opsomming :
,(voor als er tegensprekende uitspraken zijn)
Internationale rechtsbronnen
Belgische federale wetgeving
Gewoonterecht
Rechtspraak en rechtsleer
Internationale rechtsbronnen
o België verdrag sluiten met één of meerdere staten
o België lid worden van een internationale organisatie
Belgische wetgeving
o Federale wetgeving
- Grondwet
- Wet
- Koninklijk Besluit (verduidelijking van de wet)
- Ministerieel Besluit (verduidelijking van koninklijk besluit)
o Regionale wetgeving
- Decreten/ordonnanties
- Besluit van Gewest- of Gemeenschapsregering
- Provinciale reglementen/besluiten
- Gemeentelijke reglementen/besluiten
Gewoonterecht
Niet terug te vinden op papier.
Rechtsspraak en rechtsleer
Alle uitspraken die rechters doen (altijd gebasseerd op rechtsregels) + boeken geschreven over
wetgevingen enz.
, HOOFDSTUK 2 : HET BELGISCH POLITIEKE LANDSCHAP
Principes inrichting staatsbestel :
Rechtsstaat (→wetstaat)
Democratie (→particratie)
Scheiding der machten (→ scheiding der machten)
Centralisme (→ regionalisering)
BELGISCHE STAATSHERVORMING
Zes fases :
-fase 1 : 1970 (indeling van België in taalgebieden, cultuurgemeenschappen, gewesten, …)
-fase 2 : 1980 (Arbitragehof wordt opgericht, cultuurgemeenschappen worden gemeenschappen
(naast culturele aangelegenheden ook persoonsgebonden aangelegenheden), …)
-fase 3 : 1988-1989 (uitbreiding bevoegdheden gewesten en gemeenschappen (bv.
Jeugdbijdstand voor gemeenschappen, uitbreiding bevoegdheden Arbitragehof, …)
-fase 4 : 1992 (St. Michielsakkoord) (doel : van België een volwaardige federale staat maken, …)
-fase 5 : 2001 (verruiming bevoegdheden gemeenschappen en gewesten, uitbreiding fiscale
bevoegheden, …)
-fase 6 : 2011 (splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde,overdracht bevoegdheden van federaal naar
gewest- en gemeenschapsniveau, …)
FEDERALE INSTELLINGEN
De federale instellingen :
federale parlement
(Kamer en Senaat)
(samen met Koning wetgevende macht)
federale regering
(samen met Koning uitvoerende macht)
Begrippen :
parlementaire onverantwoordelijkheid (parlementleden kunnen niet vervolgd/ veroordeeld worden voor
dingen die ze zeggen, meningen die ze uiten)
parlementaire onschendbaarheid (parlementslid kan niet vervolgd/ veroordeeld worden voor misdrijven
(bv verkeersovertredingen) onschendbaarheid kan opgeheven worden en telt ook niet bij betrappingen op
heterdaad)