VERBINTENISSENRECHT NOTITIES
INLEIDING
HOOFDSTUK I. Wat is een verbintenis? 5
AFDELING I. Rechtsband tussen 2 of meer personen 5
AFDELING II. In geld waardeerbare aanspraak 5
AFDELING III. In rechte afdwingbaar 6
DEEL I. VERBINTENISSEN UIT MEERZIJDIGE EN EENZIJDIGE HANDELINGEN
HOOFDSTUK I. Verbintenissen uit overeenkomst 7
AFDELING I. Begrip rechtshandeling 7
AFDELING II. Soorten overeenkomsten (art. 5.5 BW) 7
§1. Consensueel contract (art. 5.28 BW) 7
§2. Eenzijdig vs. Wederkerige overeenkomst (art. 5.6 BW) 8
§3. Overeenkomsten om niet vs. onder bezwarende titel (art. 5.7 BW) 8
§4. Kanscontracten (art. 5.8 BW) 8
§5. Overeenkomsten intuitu personae 8
§6. Benoemde vs onbenoemde overeenkomsten 8
§7. Toetredingsovereenkomsten (art. 5.10 BW) 9
§8. Raamovereenkomsten (art. 5.9 BW) 9
AFDELING III. Algemene principes van contractenrecht 9
§1. Consensualisme/ Wilsautonomie 9
§2. Goede trouw 10
HOOFDSTUK II. Het sluiten van de overeenkomst 13
AFDELING I. Geldigheidsvereisten overeenkomst (art. 5.27 BW) 13
§1. Toestemming/ Wilsovereenstemming 13
§2. Bekwaamheid 15
§3. voorwerp (art. 5.46 BW) 16
§4. oorzaak (art. 5.53 BW) 16
§5. Nietigheidsregeling 19
HOOFDSTUK III. Totstandkoming van de overeenkomst 21
AFDELING I. Voorbesprekingen en onderhandelingen 21
§1. Onderhandelingsfase (art. 5.15 BW) 21
AFDELING II. Aanbod, aanvaarding en vertegenwoordiging 21
§1. Aanbod (art. 5.19 BW) 21
§2. Aanvaarding (art. 5.20 BW) 22
§3. Vertegenwoordiging (art. 1.8 BW) 23
Pagina 1 van 82
,HOOFDSTUK IV. Nakoming overeenkomst 25
AFDELING I. Toerekenbare niet-nakoming (art. 5.82 BW) 25
AFDELING II. Niet-Toerekenbare niet-nakoming (art. 5.99 – 5.100 BW) 25
§1. Vreemde oorzaak 25
§2. Imprevisieleer 27
§3. Aansprakelijkheidsbedingen (Bevrijdings- of exoneratiebeding) 28
AFDELING III. Algemene sancties bij een contractbreuk 29
§1. Uitvoering in natura 29
§2. Herstel van schade (art. 5.86 BW) 29
§3. Integrale schadevergoeding (art. 5.237 BW) 30
§4. Schadebegroting 30
§5. Vertragingsinteresten (art. 5.240 BW) 30
§6. Interesten op interesten: Verbod van anatocisme 31
AFDELING IV. Bijkomende sancties bij contractbreuk 31
§1. Ontbinding van de overeenkomst 31
§2. Opschortingsrechten 33
A) Exceptie van niet-nakoming (ENAC) 33
B) Retentierecht 33
HOOFDSTUK V. Derdenwerking van de overeenkomst 34
AFDELING I. Gevolgen van het contract voor derden 34
§1. Relativiteit van de overeenkomst 34
§2. Tegenwerpelijkheid aan derden (= Spill-over effect) 37
A) Derdenwerking van bestaan overeenkomst 37
DEEL II. VERBINTENISSEN UIT DE WET
HOOFDSTUK I. Verbintenissen uit quasi-contract 39
AFDELING I. Zaakwaarneming 39
AFDELING II. Onverschuldigde betaling 40
AFDELING III. Verrijking zonder oorzaak (= Ongerechtvaardigde verrijking) 41
HOOFDSTUK II. Verbintenissen uit onrechtmatige daad 42
AFDELING I. Aansprakelijkheid uit het niet-contractueel handelen 42
AFDELING II. Samenloop en coëxistentie 42
§1. Samenloop 42
§2. Coëxistentie 44
Pagina 2 van 82
,HOOFDSTUK III. Aansprakelijkheid uit eigen en andermans daad, voor zaken en dieren 45
AFDELING I. Algemene principes van aansprakelijkheidsrecht 45
§1. Evolutie van foutaansprakelijkheid naar objectieve aansprakelijkheid 45
§2. Evolutie van toenemende gevallen van overheidsaansprakelijkheid 46
§3. Situatie waar 2 evoluties samenkomen 47
AFDELING II. Gronden van aansprakelijkheid 48
§1. Foutaansprakelijkheid 48
§2. Kwalitatieve aansprakelijkheid 50
AFDELING III. Oorzakelijk verband 54
§1. Begrip ‘causaliteit’ 54
§2. Twee correcties 55
§3. Oorzakelijk verband 56
AFDELING IV. Schade en schadeloosstelling 57
§1. Schade 57
§2. Modaliteiten van de schadevergoeding 59
DEEL III. VERBINTENISSEN IN HET ALGEMEEN
HOOFDSTUK I. Modaliteiten van de verbintenis 62
AFDELING I. Verbintenis onder voorwaarde 62
AFDELING II. Verbintenis met tijdsbepaling 63
AFDELING III. Verbintenis met verschillende voorwerpen en subjecten 64
§1. Pluraliteit aan SE’s en/ of aan SA’s 64
HOOFDSTUK II. Overgang van verbintenissen en vorderingen 67
AFDELING I. Overdracht van schuldvordering (actief zijde) 67
§1. Overdracht van schuldvordering (Algemeen) 67
§2. Cessie van schuldvordering (Bijzonder) 67
AFDELING II. Schuldoverdracht (Passief zijde) 70
AFDELING III. Contractoverdracht 70
HOOFDSTUK III. Tenietgaan of uitdoving van verbintenissen 72
AFDELING I. Dwanguitvoering door schuldeiser 72
AFDELING II. Vrijwillige/ Eenvoudige betaling 74
AFDELING III. Subrogatie/ Indeplaatsstelling 75
AFDELING IV. Schuldvergelijking 77
AFDELING V. Rechtsverwerking 78
AFDELING VI. Bevrijdende verjaring 78
Pagina 3 van 82
,DEEL IV. BEWIJSRECHT
HOOFDSTUK I. Nieuwe bewijsregels vanaf 1 november 2020 79
AFDELING I. Gemoderniseerde bewijsregels – Boek 8 BW 79
§1. Boek 8 BW 79
HOOFDSTUK II. Algemene principes 80
AFDELING I. Gereglementeerd bewijs 80
AFDELING II. Actori incumbit probatio – Bewijslast 81
AFDELING III. Aanvullend recht 81
AFDELING IV. Nieuwe bewijsmiddelen – Bewijsrecht elektroniseert 81
HOOFDSTUK III. Mate van bewijs 82
HOOFDSTUK IV. Extra: Niet-geprotesteerde factuur 82
Pagina 4 van 82
,INLEIDING
HOOFDSTUK I. WAT IS EEN VERBINTENIS?
Verbintenis = Rechtsband tussen 2 of meer personen waarbij de ene persoon een prestatie mag eisen
van de andere persoon (art. 5.1 BW)
AFDELING I. RECHTSBAND TUSSEN 2 OF MEER PERSONEN
- Schuldvordering van de ene op de andere (= vorderingsrecht)
o Vorderingsrecht = Rechtsband tussen rechtssubjecten die geldt tussen partijen (= Inter
partes)
Bv. huurcontract
o Zakelijk recht = Rechtsband tussen rechtssubject en -object die geldt tegenover
iedereen (= Erga omnes)
Bv. eigendomsrecht
AFDELING II. IN GELD WAARDEERBARE AANSPRAAK
- Verbintenis bezit marktwaarde
o Onlichamelijk goed à Beslag bv. mogelijk
- Resultaatsverbintenis vs. middelenverbintenis (art. 5.72 BW)
o RV = Verplichting resultaat te bereiken TENZIJ overmacht
Bv. Niet door rood rijden, tenzij op weg naar bv. bevalling vrouw
o MV = Verplichting resultaat te bereiken door te handelen als redelijke en zorgvuldige
persoon
Bv. Als kapper als redelijk en zorgvuldig persoon handelen voor gewenste resultaat
- Verbintenis om te doen, geven of niet te doen
o Om te doen = Materiële handeling stellen
Bv. Betalen, verdedigen in rechtbank
o Om te geven = Zakelijk recht vestigen of overdragen
Bv. verkocht goed afgeven
o Om niet te doen = Onthoudingsplicht in hoofde van de SA
Bv. voetballer mag geen onderhandelingen aangaan met andere club, niet-
concurrentiebeding
Pagina 5 van 82
,AFDELING III. IN RECHTE AFDWINGBAAR
- Niet nakoming = sanctie
UITZONDERINGEN
o Vriendschappelijke afspraken
o Natuurlijke verbintenis (art. 5.2 BW) = juridisch bindende afspraken die niet kunnen
worden afgedwongen
Bv. Je oma helpen als ze ziek en oud is
Bv. Nakoming van een verjaarde verbintenis
o Intentieverklaring (‘letter of intent’) = overeenkomst gesloten tussen partijen tijdens
onderhandelingen om te goeder trouw te handelen om intentie van partijen weer te
geven à verbreking LOI leidt wel tot aansprakelijkheid
o Patronaatsverklaring (‘letter of comfort’) = De moedervennootschap kan zich formeel
verplichten (zoals bij borgstelling of hoofdelijk schuldenaar) of een soepelere vorm van
zekerheid geven (zoals een garantie of comfort letter) om ervoor te zorgen dat de bank
vertrouwen heeft in de kredietverstrekking aan de dochtervennootschap.
Pagina 6 van 82
,DEEL I. VERBINTENISSEN UIT MEERZIJDIGE
EN EENZIJDIGE RECHTSHANDELINGEN
HOOFDSTUK I. VERBINTENISSEN UIT OVEREENKOMST
Overeenkomst (art. 5.4 BW) = Wilsovereenstemming tussen 2 of meer personen met de bedoeling
rechtsgevolgen te doen ontstaan (= meerzijdige rechtshandeling)
à Pacta sunt servanda = Geldig aangegane overeenkomsten verbinden partijen tot de wet (art. 5.69 BW)
AFDELING I. BEGRIP RECHTSHANDELING
Rechtshandeling = een handeling met de bedoeling rechtsgevolgen te creëren (bv. schenking)
- Eenzijdige rechtshandeling = Wilsuiting van 1 partij (bv. aanvaarden van een aanbod)
à Regels quasi identiek als bij verbintenissen uit overeenkomst
- Meerzijdige rechtshandeling = Wilsuiting van 2 of meer partijen (bv. contract sluiten)
à Verbintenissen kunnen ontstaan uit eenzijdige of meerzijdige rechtshandelingen
Rechtsfeit = Niet-actieve handeling die wel rechtsgevolgen creëert (bv. geboorte: je wordt drager van
rechten en plichten)
AFDELING II. SOORTEN OVEREENKOMSTEN (ART. 5.5 BW)
§1. CONSENSUEEL CONTRACT (ART. 5.28 BW)
Consensueel contract = Komt tot stand door loutere wilsovereenstemming (bv. huur, lastgeving, ...)
Twee uitzonderingen op consensualisme:
1) Zakelijk contract (art. 5.29, tweede lid BW) = komt tot stand op moment van afgifte van de zaak
(bv. bruikleen)
Zakelijk recht Zakelijke overeenkomst
Absoluut recht op goed of zaak Contract tussen partijen
Erga omnes Inter partes
Kan vaak overgedragen worden (bv. Kan niet zomaar worden overgedragen
eigendom verkopen) zonder instemming alle partijen
Bv. Je bent eigenaar van winkelpand, Bv. Je verhuurt dat winkelpand aan
recht geldt tegenover iedereen ondernemer, afspraken gelden enkel
tussen partijen
Pagina 7 van 82
, 2) Vormelijk contract (art. 5.29, derde lid BW) = onderworpen aan formele vormvereisten (bv.
huwelijk, schenking)
VORMVEREISTEN:
o Met oog op geldigheid (bv. notariële akte)
o Met oog op bewijs (art. 5.29, vierde lid BW)
o Met oog op tegenwerpelijkheid (art. 5.29, vierde lid BW)
§2. EENZIJDIG VS. WEDERKERIGE OVEREENKOMST (ART. 5.6 BW)
Eenzijdig contract = Slechts 1 partij moet een verbintenis nakomen (bv. bewaargeving, schenking)
à Niet te verwarren met eenzijdige RH (= één wilsuiting volstaat (bv. testament, aanbod)
Wederkerig contract = Beide partijen verbinden zich over en weer tegenover elkaar (bv. huur, koop, ...)
§3. OVEREENKOMSTEN OM NIET VS. ONDER BEZWARENDE TITEL (ART. 5.7 BW)
Bezwarende titel = Economisch voordeel voor beide partijen (bv. lening op interest)
Om niet (te kosteloze titel) = Geen economisch voordeel ‘animus donandi’ (bv. schenking, bruikleen)
§4. KANSCONTRACTEN (ART. 5.8 BW)
Aleatoire overeenkomst = Overeenkomsten afhankelijk van een onzekere gebeurtenis, er is kans op
winst of verlies (bv. verzekeringsovereenkomst, lijfrente, lotto)
§5. OVEREENKOMSTEN INTUITU PERSONAE
Overeenkomst intuitu personae= Aangegaan omwille van de persoon of de persoonlijke kwaliteiten van
de tegenpartij
Bv. overeenkomst met profvoetballer à Recht kan niet worden overgedragen
§6. BENOEMDE VS ONBENOEMDE OVEREENKOMSTEN
Benoemde overeenkomst = Onderworpen aan bijzondere regels binnen of buiten BW (bv. koop,
bewaargeving)
Onbenoemde overeenkomst = Geen bijzonder wettelijk regime (bv. sponsoring, franchising).
Gemengde overeenkomst = Combinatie van benoemde overeenkomsten
à 3 theorieën kwalificatieproblematiek:
1) Absorptietheorie = Toepassing op het voornaamste component van de overeenkomst, is van
toepassing op het gehele contract à bijzaak volgt hoofdzaak
2) Combinatietheorie = Ieder component afzonderlijk bekijken en onderwerpen aan een eigen
regime
3) Sui generis overeenkomst = Overgangsfase in afwachting van scherpere oplossing
Pagina 8 van 82
INLEIDING
HOOFDSTUK I. Wat is een verbintenis? 5
AFDELING I. Rechtsband tussen 2 of meer personen 5
AFDELING II. In geld waardeerbare aanspraak 5
AFDELING III. In rechte afdwingbaar 6
DEEL I. VERBINTENISSEN UIT MEERZIJDIGE EN EENZIJDIGE HANDELINGEN
HOOFDSTUK I. Verbintenissen uit overeenkomst 7
AFDELING I. Begrip rechtshandeling 7
AFDELING II. Soorten overeenkomsten (art. 5.5 BW) 7
§1. Consensueel contract (art. 5.28 BW) 7
§2. Eenzijdig vs. Wederkerige overeenkomst (art. 5.6 BW) 8
§3. Overeenkomsten om niet vs. onder bezwarende titel (art. 5.7 BW) 8
§4. Kanscontracten (art. 5.8 BW) 8
§5. Overeenkomsten intuitu personae 8
§6. Benoemde vs onbenoemde overeenkomsten 8
§7. Toetredingsovereenkomsten (art. 5.10 BW) 9
§8. Raamovereenkomsten (art. 5.9 BW) 9
AFDELING III. Algemene principes van contractenrecht 9
§1. Consensualisme/ Wilsautonomie 9
§2. Goede trouw 10
HOOFDSTUK II. Het sluiten van de overeenkomst 13
AFDELING I. Geldigheidsvereisten overeenkomst (art. 5.27 BW) 13
§1. Toestemming/ Wilsovereenstemming 13
§2. Bekwaamheid 15
§3. voorwerp (art. 5.46 BW) 16
§4. oorzaak (art. 5.53 BW) 16
§5. Nietigheidsregeling 19
HOOFDSTUK III. Totstandkoming van de overeenkomst 21
AFDELING I. Voorbesprekingen en onderhandelingen 21
§1. Onderhandelingsfase (art. 5.15 BW) 21
AFDELING II. Aanbod, aanvaarding en vertegenwoordiging 21
§1. Aanbod (art. 5.19 BW) 21
§2. Aanvaarding (art. 5.20 BW) 22
§3. Vertegenwoordiging (art. 1.8 BW) 23
Pagina 1 van 82
,HOOFDSTUK IV. Nakoming overeenkomst 25
AFDELING I. Toerekenbare niet-nakoming (art. 5.82 BW) 25
AFDELING II. Niet-Toerekenbare niet-nakoming (art. 5.99 – 5.100 BW) 25
§1. Vreemde oorzaak 25
§2. Imprevisieleer 27
§3. Aansprakelijkheidsbedingen (Bevrijdings- of exoneratiebeding) 28
AFDELING III. Algemene sancties bij een contractbreuk 29
§1. Uitvoering in natura 29
§2. Herstel van schade (art. 5.86 BW) 29
§3. Integrale schadevergoeding (art. 5.237 BW) 30
§4. Schadebegroting 30
§5. Vertragingsinteresten (art. 5.240 BW) 30
§6. Interesten op interesten: Verbod van anatocisme 31
AFDELING IV. Bijkomende sancties bij contractbreuk 31
§1. Ontbinding van de overeenkomst 31
§2. Opschortingsrechten 33
A) Exceptie van niet-nakoming (ENAC) 33
B) Retentierecht 33
HOOFDSTUK V. Derdenwerking van de overeenkomst 34
AFDELING I. Gevolgen van het contract voor derden 34
§1. Relativiteit van de overeenkomst 34
§2. Tegenwerpelijkheid aan derden (= Spill-over effect) 37
A) Derdenwerking van bestaan overeenkomst 37
DEEL II. VERBINTENISSEN UIT DE WET
HOOFDSTUK I. Verbintenissen uit quasi-contract 39
AFDELING I. Zaakwaarneming 39
AFDELING II. Onverschuldigde betaling 40
AFDELING III. Verrijking zonder oorzaak (= Ongerechtvaardigde verrijking) 41
HOOFDSTUK II. Verbintenissen uit onrechtmatige daad 42
AFDELING I. Aansprakelijkheid uit het niet-contractueel handelen 42
AFDELING II. Samenloop en coëxistentie 42
§1. Samenloop 42
§2. Coëxistentie 44
Pagina 2 van 82
,HOOFDSTUK III. Aansprakelijkheid uit eigen en andermans daad, voor zaken en dieren 45
AFDELING I. Algemene principes van aansprakelijkheidsrecht 45
§1. Evolutie van foutaansprakelijkheid naar objectieve aansprakelijkheid 45
§2. Evolutie van toenemende gevallen van overheidsaansprakelijkheid 46
§3. Situatie waar 2 evoluties samenkomen 47
AFDELING II. Gronden van aansprakelijkheid 48
§1. Foutaansprakelijkheid 48
§2. Kwalitatieve aansprakelijkheid 50
AFDELING III. Oorzakelijk verband 54
§1. Begrip ‘causaliteit’ 54
§2. Twee correcties 55
§3. Oorzakelijk verband 56
AFDELING IV. Schade en schadeloosstelling 57
§1. Schade 57
§2. Modaliteiten van de schadevergoeding 59
DEEL III. VERBINTENISSEN IN HET ALGEMEEN
HOOFDSTUK I. Modaliteiten van de verbintenis 62
AFDELING I. Verbintenis onder voorwaarde 62
AFDELING II. Verbintenis met tijdsbepaling 63
AFDELING III. Verbintenis met verschillende voorwerpen en subjecten 64
§1. Pluraliteit aan SE’s en/ of aan SA’s 64
HOOFDSTUK II. Overgang van verbintenissen en vorderingen 67
AFDELING I. Overdracht van schuldvordering (actief zijde) 67
§1. Overdracht van schuldvordering (Algemeen) 67
§2. Cessie van schuldvordering (Bijzonder) 67
AFDELING II. Schuldoverdracht (Passief zijde) 70
AFDELING III. Contractoverdracht 70
HOOFDSTUK III. Tenietgaan of uitdoving van verbintenissen 72
AFDELING I. Dwanguitvoering door schuldeiser 72
AFDELING II. Vrijwillige/ Eenvoudige betaling 74
AFDELING III. Subrogatie/ Indeplaatsstelling 75
AFDELING IV. Schuldvergelijking 77
AFDELING V. Rechtsverwerking 78
AFDELING VI. Bevrijdende verjaring 78
Pagina 3 van 82
,DEEL IV. BEWIJSRECHT
HOOFDSTUK I. Nieuwe bewijsregels vanaf 1 november 2020 79
AFDELING I. Gemoderniseerde bewijsregels – Boek 8 BW 79
§1. Boek 8 BW 79
HOOFDSTUK II. Algemene principes 80
AFDELING I. Gereglementeerd bewijs 80
AFDELING II. Actori incumbit probatio – Bewijslast 81
AFDELING III. Aanvullend recht 81
AFDELING IV. Nieuwe bewijsmiddelen – Bewijsrecht elektroniseert 81
HOOFDSTUK III. Mate van bewijs 82
HOOFDSTUK IV. Extra: Niet-geprotesteerde factuur 82
Pagina 4 van 82
,INLEIDING
HOOFDSTUK I. WAT IS EEN VERBINTENIS?
Verbintenis = Rechtsband tussen 2 of meer personen waarbij de ene persoon een prestatie mag eisen
van de andere persoon (art. 5.1 BW)
AFDELING I. RECHTSBAND TUSSEN 2 OF MEER PERSONEN
- Schuldvordering van de ene op de andere (= vorderingsrecht)
o Vorderingsrecht = Rechtsband tussen rechtssubjecten die geldt tussen partijen (= Inter
partes)
Bv. huurcontract
o Zakelijk recht = Rechtsband tussen rechtssubject en -object die geldt tegenover
iedereen (= Erga omnes)
Bv. eigendomsrecht
AFDELING II. IN GELD WAARDEERBARE AANSPRAAK
- Verbintenis bezit marktwaarde
o Onlichamelijk goed à Beslag bv. mogelijk
- Resultaatsverbintenis vs. middelenverbintenis (art. 5.72 BW)
o RV = Verplichting resultaat te bereiken TENZIJ overmacht
Bv. Niet door rood rijden, tenzij op weg naar bv. bevalling vrouw
o MV = Verplichting resultaat te bereiken door te handelen als redelijke en zorgvuldige
persoon
Bv. Als kapper als redelijk en zorgvuldig persoon handelen voor gewenste resultaat
- Verbintenis om te doen, geven of niet te doen
o Om te doen = Materiële handeling stellen
Bv. Betalen, verdedigen in rechtbank
o Om te geven = Zakelijk recht vestigen of overdragen
Bv. verkocht goed afgeven
o Om niet te doen = Onthoudingsplicht in hoofde van de SA
Bv. voetballer mag geen onderhandelingen aangaan met andere club, niet-
concurrentiebeding
Pagina 5 van 82
,AFDELING III. IN RECHTE AFDWINGBAAR
- Niet nakoming = sanctie
UITZONDERINGEN
o Vriendschappelijke afspraken
o Natuurlijke verbintenis (art. 5.2 BW) = juridisch bindende afspraken die niet kunnen
worden afgedwongen
Bv. Je oma helpen als ze ziek en oud is
Bv. Nakoming van een verjaarde verbintenis
o Intentieverklaring (‘letter of intent’) = overeenkomst gesloten tussen partijen tijdens
onderhandelingen om te goeder trouw te handelen om intentie van partijen weer te
geven à verbreking LOI leidt wel tot aansprakelijkheid
o Patronaatsverklaring (‘letter of comfort’) = De moedervennootschap kan zich formeel
verplichten (zoals bij borgstelling of hoofdelijk schuldenaar) of een soepelere vorm van
zekerheid geven (zoals een garantie of comfort letter) om ervoor te zorgen dat de bank
vertrouwen heeft in de kredietverstrekking aan de dochtervennootschap.
Pagina 6 van 82
,DEEL I. VERBINTENISSEN UIT MEERZIJDIGE
EN EENZIJDIGE RECHTSHANDELINGEN
HOOFDSTUK I. VERBINTENISSEN UIT OVEREENKOMST
Overeenkomst (art. 5.4 BW) = Wilsovereenstemming tussen 2 of meer personen met de bedoeling
rechtsgevolgen te doen ontstaan (= meerzijdige rechtshandeling)
à Pacta sunt servanda = Geldig aangegane overeenkomsten verbinden partijen tot de wet (art. 5.69 BW)
AFDELING I. BEGRIP RECHTSHANDELING
Rechtshandeling = een handeling met de bedoeling rechtsgevolgen te creëren (bv. schenking)
- Eenzijdige rechtshandeling = Wilsuiting van 1 partij (bv. aanvaarden van een aanbod)
à Regels quasi identiek als bij verbintenissen uit overeenkomst
- Meerzijdige rechtshandeling = Wilsuiting van 2 of meer partijen (bv. contract sluiten)
à Verbintenissen kunnen ontstaan uit eenzijdige of meerzijdige rechtshandelingen
Rechtsfeit = Niet-actieve handeling die wel rechtsgevolgen creëert (bv. geboorte: je wordt drager van
rechten en plichten)
AFDELING II. SOORTEN OVEREENKOMSTEN (ART. 5.5 BW)
§1. CONSENSUEEL CONTRACT (ART. 5.28 BW)
Consensueel contract = Komt tot stand door loutere wilsovereenstemming (bv. huur, lastgeving, ...)
Twee uitzonderingen op consensualisme:
1) Zakelijk contract (art. 5.29, tweede lid BW) = komt tot stand op moment van afgifte van de zaak
(bv. bruikleen)
Zakelijk recht Zakelijke overeenkomst
Absoluut recht op goed of zaak Contract tussen partijen
Erga omnes Inter partes
Kan vaak overgedragen worden (bv. Kan niet zomaar worden overgedragen
eigendom verkopen) zonder instemming alle partijen
Bv. Je bent eigenaar van winkelpand, Bv. Je verhuurt dat winkelpand aan
recht geldt tegenover iedereen ondernemer, afspraken gelden enkel
tussen partijen
Pagina 7 van 82
, 2) Vormelijk contract (art. 5.29, derde lid BW) = onderworpen aan formele vormvereisten (bv.
huwelijk, schenking)
VORMVEREISTEN:
o Met oog op geldigheid (bv. notariële akte)
o Met oog op bewijs (art. 5.29, vierde lid BW)
o Met oog op tegenwerpelijkheid (art. 5.29, vierde lid BW)
§2. EENZIJDIG VS. WEDERKERIGE OVEREENKOMST (ART. 5.6 BW)
Eenzijdig contract = Slechts 1 partij moet een verbintenis nakomen (bv. bewaargeving, schenking)
à Niet te verwarren met eenzijdige RH (= één wilsuiting volstaat (bv. testament, aanbod)
Wederkerig contract = Beide partijen verbinden zich over en weer tegenover elkaar (bv. huur, koop, ...)
§3. OVEREENKOMSTEN OM NIET VS. ONDER BEZWARENDE TITEL (ART. 5.7 BW)
Bezwarende titel = Economisch voordeel voor beide partijen (bv. lening op interest)
Om niet (te kosteloze titel) = Geen economisch voordeel ‘animus donandi’ (bv. schenking, bruikleen)
§4. KANSCONTRACTEN (ART. 5.8 BW)
Aleatoire overeenkomst = Overeenkomsten afhankelijk van een onzekere gebeurtenis, er is kans op
winst of verlies (bv. verzekeringsovereenkomst, lijfrente, lotto)
§5. OVEREENKOMSTEN INTUITU PERSONAE
Overeenkomst intuitu personae= Aangegaan omwille van de persoon of de persoonlijke kwaliteiten van
de tegenpartij
Bv. overeenkomst met profvoetballer à Recht kan niet worden overgedragen
§6. BENOEMDE VS ONBENOEMDE OVEREENKOMSTEN
Benoemde overeenkomst = Onderworpen aan bijzondere regels binnen of buiten BW (bv. koop,
bewaargeving)
Onbenoemde overeenkomst = Geen bijzonder wettelijk regime (bv. sponsoring, franchising).
Gemengde overeenkomst = Combinatie van benoemde overeenkomsten
à 3 theorieën kwalificatieproblematiek:
1) Absorptietheorie = Toepassing op het voornaamste component van de overeenkomst, is van
toepassing op het gehele contract à bijzaak volgt hoofdzaak
2) Combinatietheorie = Ieder component afzonderlijk bekijken en onderwerpen aan een eigen
regime
3) Sui generis overeenkomst = Overgangsfase in afwachting van scherpere oplossing
Pagina 8 van 82