Innate immunity: the induced response to infection
Cellular receptors of innate immunity distinguish ‘non-self’ from ‘self’
Macrofagen, NK-cellen en andere innate immunity cellen
dragen veel verschillende soorten receptoren waarmee
ze een pathogeen kunnen herkennen. Ze herkennen
microbiële koolhydraten, lipiden en eiwitten die in
zoogdieren niet voorkomen. De immuuncellen
herkennen zo het verschil tussen self en non-self en
kunnen zo gericht pathogenen aanvallen.
Elk type receptor herkent een specifieke eigenschap die
pathogenen delen, zo kan een receptor een groter aantal
pathogenen herkennen. Er zijn ongeveer 100
verschillende innate immune receptors en elke
immuuncel brengt één subgroep tot expressie.
Tissue macrophages carry a battery of phagocytic and signaling receptors
Elk weefsel bevat macrofagen die daar permanent verblijven, deze macrofagen herkennen
pathogenen en commensale micro-organismen.
Phagocytic receptors CR1 en CR2, helpen macrofagen pathogenen te binden en triggeren
zo fagocytose, herkennen vaak bacterie koolhydraten en lipiden
Lectins Receptoren die koolhydraten herkennen, bv. mannose receptor en
dectin-1
, Lectins herkennen koolhydraten m.b.v. een calciumion en deze lectins worden daarom C-type lectins
genoemd.
C-type lectin domain (CTLD) Ligand binding domein van een C-type lectin, verschillende lectins
hebben een verschillend aantal CTLD’s
Mannose receptor Heeft 8 CTLD’s en heeft nog een ander domein aan de N-terminus die
koolhydraten herkent, is een R-type lectin omdat het gesulfeerde
galactosamine delen bindt
Scavanger receptors Receptoren die op macrofagen zitten, er zijn twee types SR-A en SR-B
SR-A Herkent lipopolysaccharides van gram-negatieve bacteriën, herkent
teichoic acids van gram-positieve bacteriën en CpG-rijk bacterieel
DNA
SR-B Herkent lipopeptides
MARCO Scavanger receptor die gram-negatieve en gram-positieve bacteriën
herkent, gevormd uit collageen-like trippel helixen, dit vormt een
binding plaats voor de ligands en zorgt voor afstand tussen het
celoppervlak en de receptor
CR3 & CR4 Herkennen verschillende ligands, behoren tot de familie van
integrins, deze zorgen voor adhesive interactions en communicatie
tussen cellen
De meeste ligands die macrofagen herkennen komen in overvloed voor op de celoppervlakten van
pathogenen, hierdoor kunnen meerdere receptoren op de macrofaag tegelijkertijd binden (=
coöperatief). Hierdoor bindt de macrofaag irreversibel aan het pathogeen en kan er receptor-
mediated endocytose plaatsvinden, hierbij wordt het receptor-gebonden pathogeen omringt door
de macrofaag en opgenomen in een phagosoom. De phagosoom gaat dan samen met een lysosoom
en een phagolysosoom wordt gevormd waarin het pathogeen afgebroken wordt.
Toll-like receptors (TLR’s) Herkennen verschillende microbiële ligands en zijn signaal
receptoren die signalen afgeven aan de macrofaag om andere
immuuncellen aan te trekken, versterkt de afbraak van pathogenen
TLR4 Aanwezig op macrofagen en associeert met CD14 om
lipopolysaccharides te herkennen