hoorcollege taak 8: rennen voor rust

TAAK 8: SENSORISCHE RECEPTIE,
ZENUWWERKING EN
SPIERWERKING
Runderen vluchtten weg, nadat ze jou voor een acute bedreiging aanzagen.

Voordat ze vluchtten was er bij de dieren:
1. Sensorische receptie van een prikkel
2. Integratie van impulsen in het centrale zenuwstelsel
3. Een motorische respons in de spieren


COMMUNICATIE TUSSEN CELLEN




- Communicatie tussen cellen zorgt voor een motorische respons na
sensorische receptie
- Hoe communiceren cellen met elkaar in een dier?
- Bij de transmissie van een signaal van zintuigen naar centrale
zenuwstelsel naar spieren is sprake van synaptische signalering.


Synaptische signalering:
- Een elektrisch signaal (impuls) zorgt voor afgifte neurotransmitter door
zendende cel
- Neurotransmitter diffundeert naar doelcel
- Doelcel vangt neurotransmitter op en geeft een passende respons (plaatje
2)

, - In zendende en ontvangende cel vinden signaaltransductie ketens plaats
voor een passende respons van de cel.


INTEGRATIE IN ZENUWSTELSEL

Eenvoudige responsbaan:
- Sensorische input
- Integratie
- Motorische respons


Prikkel: een invloed uit het milieu op een organisme
Zenuw: een bundel uitlopers van zenuwcellen, omgeven door een stevige laag
die bescherming biedt.
Neuron: cellichaam met kern, dendriet = afferent deel zenuwcel, axon = efferent
deel zenuwcel, synaps = contactplaats tussen zenuwcellen
Impuls: elektrisch signaal wat wordt geleid door uitlopers van de neuronen
Sensorisch: van de receptor weg (gevoel)
Motorisch: naar de effector toe (beweging)


centraal zenuwstelsel
- Hoofdzakelijk de hersenen en
ruggenmerg
- De delen waar de cellichamen van de
neuronen zich bevinden


Perifeer zenuwstelsel
- De uitlopers van alle neuronen: axonen en
dendrieten




NEURONEN: BOUW, FUNCTIE EN WERKING