Erfrecht 2024-2025
Inhoud:
1) Openvallen van de nalatenschap.............................................................3
2) Bekwaamheid om te erven......................................................................4
2.1 Bestaan op ogenblik van het openvallen van de nalatenschap (art
4.4 BW)..................................................................................................4
2.2 niet onwaardig zijn...........................................................................4
3) Toebedeling van de nalatenschap aan de wettelijke erfgerechtigden.....5
3.1 drie superbelangrijke begrippen om hiërarchie tussen de
erfgenamen te bepalen: orde – lijn – graad...........................................5
3.1.1 orde..........................................................................................5
3.1.2 lijn............................................................................................6
3.1.3 graad.......................................................................................6
3.2 Plaatsvervulling...............................................................................7
3.3 kloving.............................................................................................9
4) Toebedeling in de 4 erforden.................................................................10
4.1 erfgenamen van de eerste orde....................................................10
4.2 erfgenamen van de tweede orde...................................................11
4.3 erfgenamen van de derde orde.....................................................13
4.4 erfgenamen van de vierde orde....................................................13
5) Erfrecht en adoptie................................................................................14
5.1 volle adoptie..................................................................................14
5.1.1 Hoe erft een ten volle geadopteerde?...................................14
5.1.2 Andersom: wie zijn de erfgenamen van een ten volle
geadopteerde?................................................................................16
5.2 gewone adoptie.............................................................................16
5.2.1 Hoe erft een gewoon geadopteerde?.....................................16
5.2.2 De nalatenschap van een gewoon geadopteerde..................17
6) Het erfrecht van de langstlevende echtgenoot (LLE).............................18
6.1 voorwaarden op de LLE-erfgenaam...............................................18
6.1.1 niet uit de echt gescheiden of gescheiden van tafel en bed. 18
6.1.2 geen afstand gedaan van de erfrechtelijke aanspraken........19
6.2 de erfaanspraak van de langstlevende echtgenoot = afhankelijk
van de samenloop met andere erfgenamen........................................19
6.2.1 LLE + afstammelingen, geadopteerde kinderen of
afstammelingen van deze...............................................................20
6.2.2 LLE + ascendenten of broers of zussen of afstammelingen van
deze................................................................................................23
6.2.3 LLE + andere of geen erfgerechtigden..................................24
6.3 kenmerken van het erfrechtelijk vruchtgebruik.............................25
1
, LLE verkrijgt automatisch het vruchtgebruik.......................................25
7) Het erfrecht van de wettelijk samenwonende partner (LLP)..................28
7.1 voorwaarden vereist om te erven..................................................28
7.2 wat erft de LLP?.............................................................................28
8) Rechten van de staat.............................................................................28
9) De reserve.............................................................................................29
9.1 wat is de reserve?..........................................................................29
9.2 wie zijn de reservatairen?..............................................................29
9.3 afstammelingen.............................................................................29
9.4 reserve van de langstlevende echtgenoot – LLE............................30
10) De rekenboedel (belangrijk hoofdstuk!!).............................................32
10.1 de samenstelling.........................................................................32
11) Giften aan erfgenamen: inbreng en de toerekening............................36
2
,Definitie en begrippen
Erven-erfopvolging-nalatenschap/erfenis-civiel recht
Erven = verkrijgen van vermogen door overlijden van iemand
Erfopvolging = hiermee worden de personen die erven bedoelt
Erfrecht = geeft een antwoord op de vraag wie (1 of meerdere personen)
de goederen van een overleden persoon krijgt, op welke wijze deze
overdracht zal gebeuren en wat de gevolgen ervan zijn bepaald aan de
hand van een geheel van rechtsregels die de overgang regelen. => civiel
recht (federale materie)
= niet hetzelfde als erfbelasting (regionale/ gewestelijke materie dus
verschillende regeling in de 3 gewesten)
1) Openvallen van de nalatenschap
Beding van aanwas = bv: je koopt huis met vriend maar niet getrouwd,
man sterft dan krijg je het huis
Als je een erfenis verwerpt gaat de erfenis over op uw (minderjarige)
kinderen, dan moet je zien dat je als mama ook zorgt dat uw
(minderjarige) kinderen die erfenis verwerpen => de vrederechter moet
machtiging geven om de erfenis te mogen verwerpen
Ogenblik waarop nalatenschap openvalt
Door de fysieke dood van een persoon
Dit wordt door de geneesheer vastgesteld (art 4.1 BW)
Datum = belangrijk
Dag van de beoordeling over de roeping of bekaamheid van
erfgerechtigden (art 4.4 BW)
Start termijnen om nalatenschap te aanvaarden (art 4.36 BW)
In principe waardebepaling (art 4.90 BW)
Burgerlijke stand maakt een overlijdensattest (art 55 §1 oud BW)
Erfgenaam kan zo bewijzen dat iemand dood is
Zonder dit attest zal een notaris geen nalatenschapdossier
openen
Plaats waar nalatenschap openvalt
Woonplaats van de erflater op het ogenblik van het overlijden (art
110 oud BW)
waar men zijn hoofdverblijf heeft, waar men de meerderheid
van zijn belangen heeft. (feitenkwestie –niet noodzakelijk waar
hij is ingeschreven)
Burgerrechtelijk vlak
Bevoegdheid van de rechtbank bij vb betwistingen over
nalatenschap; machtiging tot verkoop …
Fiscaal vlak
3
, Bepaalt in principe welk gewest is bevoegd is voor de
erfbelasting (aangifte nalatenschap).
Woonplaats is belangrijk voor de bevoegdheid van de rechtbank (art 4.44
BW)
Essentiele formaliteiten
Regeling begrafenis
Melding overlijden => bank blokkeert alle tegoeden/kluizen
van de overledene en zijn echtgeno(o)t(e)
Bank heeft fiscale verplichtingen tot melding van alle
tegoeden op dag van overlijden
Deblokkering kan door akte of attest van erfopvolging/ akte
van onroerende erfopvolging
Fiscale aangifte van nalatenschap in principe binnen de 4 maanden
te rekenen vanaf datum van overlijden
2) Bekwaamheid om te erven
2.1 Bestaan op ogenblik van het openvallen van de nalatenschap (art 4.4
BW)
Erft een kind dat verwekt is, maar dus nog niet geboren?
- Ja op de voorwaarde dat het levend en levensvatbaar geboren
wordt
- Datum van bestaan wordt dus vervroegd naar het moment van
verwekking
Weerlegbaar vermoeden van verwerkt in periode van 300ste tot en
met 180ste dag VOOR zijn/haar geboorte (art 326 OBW)
- 2de voorwaarde = levensvatbaar geboren worden, dat wil
zeggen alle vitale organen hebben om zelfstandig te kunnen
leven
Volgorde van overlijden kan belangrijk zijn
- Vb. uit de echtgescheiden vader en enige ongehuwde zoon
komen om in zelfde ongeval. Vader overlijdt ter plaatse en
zoon nadien in ziekenhuis. Zoon erft alles van vader –
vervolgens erft de Moeder als van haar zoon. Was de volgorde
omgekeerd dan was de vererving totaal anders.
- Als volgorde van overlijden van 2 personen niet kan worden
vastgesteld dan is er een vermoeden van gelijktijdig overlijden
=> commoriëntenleer (art 4.5 BW)
De nalatenschappen worden dan verdeeld zonder
rekening te houden met de andere overledene
- Dieren kunnen niet erven
2.2 niet onwaardig zijn
Onwaardigheid = betekent dat iemand niet bevoegd is om een erfenis te
krijgen, omdat hij of zij zich ernstig heeft misdragen tegenover de erflater.
Normaal gezien moet je bekwaam zijn om te erven, maar als
je onwaardig bent verklaard, verlies je dat recht. Je bent dan juridisch niet
bekwaam om te erven.
Je moet dus NIET ontwaardig zijn om te mogen erven
4
Inhoud:
1) Openvallen van de nalatenschap.............................................................3
2) Bekwaamheid om te erven......................................................................4
2.1 Bestaan op ogenblik van het openvallen van de nalatenschap (art
4.4 BW)..................................................................................................4
2.2 niet onwaardig zijn...........................................................................4
3) Toebedeling van de nalatenschap aan de wettelijke erfgerechtigden.....5
3.1 drie superbelangrijke begrippen om hiërarchie tussen de
erfgenamen te bepalen: orde – lijn – graad...........................................5
3.1.1 orde..........................................................................................5
3.1.2 lijn............................................................................................6
3.1.3 graad.......................................................................................6
3.2 Plaatsvervulling...............................................................................7
3.3 kloving.............................................................................................9
4) Toebedeling in de 4 erforden.................................................................10
4.1 erfgenamen van de eerste orde....................................................10
4.2 erfgenamen van de tweede orde...................................................11
4.3 erfgenamen van de derde orde.....................................................13
4.4 erfgenamen van de vierde orde....................................................13
5) Erfrecht en adoptie................................................................................14
5.1 volle adoptie..................................................................................14
5.1.1 Hoe erft een ten volle geadopteerde?...................................14
5.1.2 Andersom: wie zijn de erfgenamen van een ten volle
geadopteerde?................................................................................16
5.2 gewone adoptie.............................................................................16
5.2.1 Hoe erft een gewoon geadopteerde?.....................................16
5.2.2 De nalatenschap van een gewoon geadopteerde..................17
6) Het erfrecht van de langstlevende echtgenoot (LLE).............................18
6.1 voorwaarden op de LLE-erfgenaam...............................................18
6.1.1 niet uit de echt gescheiden of gescheiden van tafel en bed. 18
6.1.2 geen afstand gedaan van de erfrechtelijke aanspraken........19
6.2 de erfaanspraak van de langstlevende echtgenoot = afhankelijk
van de samenloop met andere erfgenamen........................................19
6.2.1 LLE + afstammelingen, geadopteerde kinderen of
afstammelingen van deze...............................................................20
6.2.2 LLE + ascendenten of broers of zussen of afstammelingen van
deze................................................................................................23
6.2.3 LLE + andere of geen erfgerechtigden..................................24
6.3 kenmerken van het erfrechtelijk vruchtgebruik.............................25
1
, LLE verkrijgt automatisch het vruchtgebruik.......................................25
7) Het erfrecht van de wettelijk samenwonende partner (LLP)..................28
7.1 voorwaarden vereist om te erven..................................................28
7.2 wat erft de LLP?.............................................................................28
8) Rechten van de staat.............................................................................28
9) De reserve.............................................................................................29
9.1 wat is de reserve?..........................................................................29
9.2 wie zijn de reservatairen?..............................................................29
9.3 afstammelingen.............................................................................29
9.4 reserve van de langstlevende echtgenoot – LLE............................30
10) De rekenboedel (belangrijk hoofdstuk!!).............................................32
10.1 de samenstelling.........................................................................32
11) Giften aan erfgenamen: inbreng en de toerekening............................36
2
,Definitie en begrippen
Erven-erfopvolging-nalatenschap/erfenis-civiel recht
Erven = verkrijgen van vermogen door overlijden van iemand
Erfopvolging = hiermee worden de personen die erven bedoelt
Erfrecht = geeft een antwoord op de vraag wie (1 of meerdere personen)
de goederen van een overleden persoon krijgt, op welke wijze deze
overdracht zal gebeuren en wat de gevolgen ervan zijn bepaald aan de
hand van een geheel van rechtsregels die de overgang regelen. => civiel
recht (federale materie)
= niet hetzelfde als erfbelasting (regionale/ gewestelijke materie dus
verschillende regeling in de 3 gewesten)
1) Openvallen van de nalatenschap
Beding van aanwas = bv: je koopt huis met vriend maar niet getrouwd,
man sterft dan krijg je het huis
Als je een erfenis verwerpt gaat de erfenis over op uw (minderjarige)
kinderen, dan moet je zien dat je als mama ook zorgt dat uw
(minderjarige) kinderen die erfenis verwerpen => de vrederechter moet
machtiging geven om de erfenis te mogen verwerpen
Ogenblik waarop nalatenschap openvalt
Door de fysieke dood van een persoon
Dit wordt door de geneesheer vastgesteld (art 4.1 BW)
Datum = belangrijk
Dag van de beoordeling over de roeping of bekaamheid van
erfgerechtigden (art 4.4 BW)
Start termijnen om nalatenschap te aanvaarden (art 4.36 BW)
In principe waardebepaling (art 4.90 BW)
Burgerlijke stand maakt een overlijdensattest (art 55 §1 oud BW)
Erfgenaam kan zo bewijzen dat iemand dood is
Zonder dit attest zal een notaris geen nalatenschapdossier
openen
Plaats waar nalatenschap openvalt
Woonplaats van de erflater op het ogenblik van het overlijden (art
110 oud BW)
waar men zijn hoofdverblijf heeft, waar men de meerderheid
van zijn belangen heeft. (feitenkwestie –niet noodzakelijk waar
hij is ingeschreven)
Burgerrechtelijk vlak
Bevoegdheid van de rechtbank bij vb betwistingen over
nalatenschap; machtiging tot verkoop …
Fiscaal vlak
3
, Bepaalt in principe welk gewest is bevoegd is voor de
erfbelasting (aangifte nalatenschap).
Woonplaats is belangrijk voor de bevoegdheid van de rechtbank (art 4.44
BW)
Essentiele formaliteiten
Regeling begrafenis
Melding overlijden => bank blokkeert alle tegoeden/kluizen
van de overledene en zijn echtgeno(o)t(e)
Bank heeft fiscale verplichtingen tot melding van alle
tegoeden op dag van overlijden
Deblokkering kan door akte of attest van erfopvolging/ akte
van onroerende erfopvolging
Fiscale aangifte van nalatenschap in principe binnen de 4 maanden
te rekenen vanaf datum van overlijden
2) Bekwaamheid om te erven
2.1 Bestaan op ogenblik van het openvallen van de nalatenschap (art 4.4
BW)
Erft een kind dat verwekt is, maar dus nog niet geboren?
- Ja op de voorwaarde dat het levend en levensvatbaar geboren
wordt
- Datum van bestaan wordt dus vervroegd naar het moment van
verwekking
Weerlegbaar vermoeden van verwerkt in periode van 300ste tot en
met 180ste dag VOOR zijn/haar geboorte (art 326 OBW)
- 2de voorwaarde = levensvatbaar geboren worden, dat wil
zeggen alle vitale organen hebben om zelfstandig te kunnen
leven
Volgorde van overlijden kan belangrijk zijn
- Vb. uit de echtgescheiden vader en enige ongehuwde zoon
komen om in zelfde ongeval. Vader overlijdt ter plaatse en
zoon nadien in ziekenhuis. Zoon erft alles van vader –
vervolgens erft de Moeder als van haar zoon. Was de volgorde
omgekeerd dan was de vererving totaal anders.
- Als volgorde van overlijden van 2 personen niet kan worden
vastgesteld dan is er een vermoeden van gelijktijdig overlijden
=> commoriëntenleer (art 4.5 BW)
De nalatenschappen worden dan verdeeld zonder
rekening te houden met de andere overledene
- Dieren kunnen niet erven
2.2 niet onwaardig zijn
Onwaardigheid = betekent dat iemand niet bevoegd is om een erfenis te
krijgen, omdat hij of zij zich ernstig heeft misdragen tegenover de erflater.
Normaal gezien moet je bekwaam zijn om te erven, maar als
je onwaardig bent verklaard, verlies je dat recht. Je bent dan juridisch niet
bekwaam om te erven.
Je moet dus NIET ontwaardig zijn om te mogen erven
4