Wat is rechtsfilosofie? Het steeds afvragen wat iets is en hierover
doorvragen. Antwoorden nemen we niet voor waar aan en zorgen vaak
voor extra vragen.
Filosofische vragen
Kunnen we onderscheiden in twee soorten vragen:
- Conceptuele vragen
Geven een definitie over wat iets is. Bevat essentiele kenmerken
Denk hierbij aan vragen/stellingen over: een rechtvaardige wet is
een wet. Wie maakt een wet?
- Normatieve vragen
Bevatten een waardeoordeel over hoe iets zou moeten zijn. Zij
maken ook een onderscheid tussen wat goed en fout is
We stellen filosofische vragen op een fundamentele, kritische en
systematische wijze
- Fundamenteel
Het nadenken om inzicht te verkrijgen en niet om een bepaald
nut
- Kritisch
Het nadenken over gevestigde antwoorden en vragen. Deze
antwoorden en vragen worden dan geanalyseerd en aannames
worden in twijfel getrokken
- Systematisch
Het nadenken binnen een bepaalde methode of systematiek.
Filosofische vragen ontstaan niet spontaan
Filosofische vragen komen op in bijzondere situaties die
levensvragen oproepen, maar ook in de dagelijkse gang van zaken.
We filosoferen door rechtshistorische bronnen te lezen, argumenten
te analyseren en een standpunt in te nemen
Verschillende takken filosofie
Metafysica
Het nadenken over het bestaan en de werkelijkheid
Ethiek
Nadenken over goed en slecht
Epistemologie
Nadenken over kennis
Fenomenologie
Nadenken over de wereld zoals wij deze kennen
Pauline Westerman
Een rechtsfilosoof die het belang van filosofie aanduidt
, Zij is belangrijk voor het rechtvaardigen en verbinden van
rechtsgebieden tot een eenheid van een rechtssysteem
Zij stelt dat door coherentie te verlenen aan rechtsbeginselen deze
rechtsgebieden kunnen verbinden en een normatieve
rechtvaardiging kunnen bieden aan het rechtssysteem
Zij veronderstelt dat juristen niet alleen de wet moeten kunnen
toepassen, maar ook moeten kunnen begrijpen
Juristen kunnen het moeilijk vinden om te graven naar abstracte
fundamenten. Dit wordt vooral overgelaten aan filosofen. Filosofen
moeten deze abstracte fundamenten dan expliciet maken,
problematiseren en vooronderstellingen en keuzes blootleggen. Het
is aan de juristen om deze inzichten samen te voegen en tot een
zaak te maken
Grotverkennerszaak
Situatie waarin grotverkenners vast komen te zitten in een mijn. Zij
vermoorden een van de grotverkenners en eten deze op. Er zijn vijf
rechters die zich uitlaten over deze zaak.
- Truepenny
Stelt dat rechters zich moeten houden aan de wet en de
moraliteit over moeten laten aan een ander
- Handy
Gebruikt de pragmatische benadering waarbij er wordt gekeken
naar wat de gemeenschap vindt. In deze zaak was er sprake van
veel sympathie waardoor het onredelijk en onpraktisch zou zijn
om deze mensen te veroordelen tot moord. Dit wordt ook wel het
realistische recht genoemd; hier staan acceptatie en effectiviteit
centraal
- Keen
Verwerpt de ideeën van tatting en foster. Rechters dienen zich te
houden aan de letter van de wet en dienen daarbij geen
emotionele en morele aspecten te betrekken
- Foster
Stelt dat een wet enkel effectief is op het moment dat deze wordt
nageleefd/kan worden nageleefd in een samenleving. De mannen
bevonden zich in een staat van natuur en hierdoor dient er
gekeken te worden naar de algemene overlevingsprincipes
- Tatting
Is het niet eens met wat de mannen hebben gedaan, maar kan er
geen juridische grondslag voor vinden, dus trekt zich terug.
De grotverkenners zaak wordt gebruikt om de spanning tussen het
rechtspositivisme en natuurrecht aan te duiden. Door de impasse
, van rechters is te zien dat de wet geen neutrale verzameling van
regels is.
Rechtspositivisme
Bij het rechtspositivisme gaat het om regels die zijn uitgevaardigd door
de soeverein. Hierbij moet de soeverein macht en intentie hebben om
deze regels af te dwingen door middel van sancties. Het gaat hier niet
om de inhoud, maar meer om de totstandkoming van regels
Natuurrechtsdenken
Bij het natuurrechtsdenken gaat het voornamelijk om of de wet in lijn is
met rechtvaardigheid. Als dit niet het geval is, dan wordt het niet
gezien als een wet. Bij het natuurrecht staan verplichtingen centraal. Er
is een hiërarchische orde boven ons die verplicht hoe we ons moeten
gedragen
Er dient bij het natuurrechtsdenken een onderscheid gemaakt te
worden tussen natuurrecht, natuurwet en natuurlijke rechten
- Natuurwet: is een beschrijving van de wereld zoals deze is. Dit
kan niet falen. Water kookt bij 100 graden
- Natuurrecht: is in lijn met de rechtvaardiging. Een wet die niet in
lijn is met de rechtvaardiging is geen wet. Hierarchische orde
boven ons (hoger recht) die verplicht wat we moeten doen
- Natuurlijke rechten: rechten die voortvloeien vanuit het
natuurrecht en die in beginsel voor een ieder gelden.
Radbruch
Natuurrechtsdenker
Bekritiseert het rechtspositivisme: het idee van wet is wet is
gevaarlijk. Een wet kan zijn rechtskracht verliezen op het moment
dat deze zo onrechtvaardig is.
Heeft gelet op voorgaande een manier van denken bedacht: de
Radbruchformule
Radbruchformule bestaat uit drie criteria
1. Normale toepassing
Indien sprake is van een conflict tussen rechtszekerheid en
rechtsgeldigheid zal rechtszekerheid altijd voorgaan, ook al is de
wet niet rechtvaardig
2. Onverdragelijkheidscriteria
Onder 1 is anders op het moment dat er sprake is van zo’n grote
kloof tussen rechtsgeldigheid en rechtvaardigheid, dan dient er
gekozen te worden voor rechtsvaardigheid
3. Veroochtelingscriteria
doorvragen. Antwoorden nemen we niet voor waar aan en zorgen vaak
voor extra vragen.
Filosofische vragen
Kunnen we onderscheiden in twee soorten vragen:
- Conceptuele vragen
Geven een definitie over wat iets is. Bevat essentiele kenmerken
Denk hierbij aan vragen/stellingen over: een rechtvaardige wet is
een wet. Wie maakt een wet?
- Normatieve vragen
Bevatten een waardeoordeel over hoe iets zou moeten zijn. Zij
maken ook een onderscheid tussen wat goed en fout is
We stellen filosofische vragen op een fundamentele, kritische en
systematische wijze
- Fundamenteel
Het nadenken om inzicht te verkrijgen en niet om een bepaald
nut
- Kritisch
Het nadenken over gevestigde antwoorden en vragen. Deze
antwoorden en vragen worden dan geanalyseerd en aannames
worden in twijfel getrokken
- Systematisch
Het nadenken binnen een bepaalde methode of systematiek.
Filosofische vragen ontstaan niet spontaan
Filosofische vragen komen op in bijzondere situaties die
levensvragen oproepen, maar ook in de dagelijkse gang van zaken.
We filosoferen door rechtshistorische bronnen te lezen, argumenten
te analyseren en een standpunt in te nemen
Verschillende takken filosofie
Metafysica
Het nadenken over het bestaan en de werkelijkheid
Ethiek
Nadenken over goed en slecht
Epistemologie
Nadenken over kennis
Fenomenologie
Nadenken over de wereld zoals wij deze kennen
Pauline Westerman
Een rechtsfilosoof die het belang van filosofie aanduidt
, Zij is belangrijk voor het rechtvaardigen en verbinden van
rechtsgebieden tot een eenheid van een rechtssysteem
Zij stelt dat door coherentie te verlenen aan rechtsbeginselen deze
rechtsgebieden kunnen verbinden en een normatieve
rechtvaardiging kunnen bieden aan het rechtssysteem
Zij veronderstelt dat juristen niet alleen de wet moeten kunnen
toepassen, maar ook moeten kunnen begrijpen
Juristen kunnen het moeilijk vinden om te graven naar abstracte
fundamenten. Dit wordt vooral overgelaten aan filosofen. Filosofen
moeten deze abstracte fundamenten dan expliciet maken,
problematiseren en vooronderstellingen en keuzes blootleggen. Het
is aan de juristen om deze inzichten samen te voegen en tot een
zaak te maken
Grotverkennerszaak
Situatie waarin grotverkenners vast komen te zitten in een mijn. Zij
vermoorden een van de grotverkenners en eten deze op. Er zijn vijf
rechters die zich uitlaten over deze zaak.
- Truepenny
Stelt dat rechters zich moeten houden aan de wet en de
moraliteit over moeten laten aan een ander
- Handy
Gebruikt de pragmatische benadering waarbij er wordt gekeken
naar wat de gemeenschap vindt. In deze zaak was er sprake van
veel sympathie waardoor het onredelijk en onpraktisch zou zijn
om deze mensen te veroordelen tot moord. Dit wordt ook wel het
realistische recht genoemd; hier staan acceptatie en effectiviteit
centraal
- Keen
Verwerpt de ideeën van tatting en foster. Rechters dienen zich te
houden aan de letter van de wet en dienen daarbij geen
emotionele en morele aspecten te betrekken
- Foster
Stelt dat een wet enkel effectief is op het moment dat deze wordt
nageleefd/kan worden nageleefd in een samenleving. De mannen
bevonden zich in een staat van natuur en hierdoor dient er
gekeken te worden naar de algemene overlevingsprincipes
- Tatting
Is het niet eens met wat de mannen hebben gedaan, maar kan er
geen juridische grondslag voor vinden, dus trekt zich terug.
De grotverkenners zaak wordt gebruikt om de spanning tussen het
rechtspositivisme en natuurrecht aan te duiden. Door de impasse
, van rechters is te zien dat de wet geen neutrale verzameling van
regels is.
Rechtspositivisme
Bij het rechtspositivisme gaat het om regels die zijn uitgevaardigd door
de soeverein. Hierbij moet de soeverein macht en intentie hebben om
deze regels af te dwingen door middel van sancties. Het gaat hier niet
om de inhoud, maar meer om de totstandkoming van regels
Natuurrechtsdenken
Bij het natuurrechtsdenken gaat het voornamelijk om of de wet in lijn is
met rechtvaardigheid. Als dit niet het geval is, dan wordt het niet
gezien als een wet. Bij het natuurrecht staan verplichtingen centraal. Er
is een hiërarchische orde boven ons die verplicht hoe we ons moeten
gedragen
Er dient bij het natuurrechtsdenken een onderscheid gemaakt te
worden tussen natuurrecht, natuurwet en natuurlijke rechten
- Natuurwet: is een beschrijving van de wereld zoals deze is. Dit
kan niet falen. Water kookt bij 100 graden
- Natuurrecht: is in lijn met de rechtvaardiging. Een wet die niet in
lijn is met de rechtvaardiging is geen wet. Hierarchische orde
boven ons (hoger recht) die verplicht wat we moeten doen
- Natuurlijke rechten: rechten die voortvloeien vanuit het
natuurrecht en die in beginsel voor een ieder gelden.
Radbruch
Natuurrechtsdenker
Bekritiseert het rechtspositivisme: het idee van wet is wet is
gevaarlijk. Een wet kan zijn rechtskracht verliezen op het moment
dat deze zo onrechtvaardig is.
Heeft gelet op voorgaande een manier van denken bedacht: de
Radbruchformule
Radbruchformule bestaat uit drie criteria
1. Normale toepassing
Indien sprake is van een conflict tussen rechtszekerheid en
rechtsgeldigheid zal rechtszekerheid altijd voorgaan, ook al is de
wet niet rechtvaardig
2. Onverdragelijkheidscriteria
Onder 1 is anders op het moment dat er sprake is van zo’n grote
kloof tussen rechtsgeldigheid en rechtvaardigheid, dan dient er
gekozen te worden voor rechtsvaardigheid
3. Veroochtelingscriteria