Begrippenlijst IGW
Hoofdstuk 1: Behavior and psychology
Frenologie (phrenology): een inmiddels in diskrediet gebrachte achttiende-eeuwse theorie die
beweerde dat men bekwaamheid kon beoordelen door de vorm van de schedel te onderzoeken.
Psychologie: de wetenschappelijke studie van gedrag en ervaring en maakt gebruik van een vorm
van systematische observatie en analyse die vaak ‘de wetenschappelijke methode’ heet.
Complexiteit: een kenmerk van systemen die zijn samengesteld uit grote aantallen op elkaar
inwerkende eenheden (zoals neuronen in de hersenen), resulterend in nieuwe patronen of
verschijnselen die niet in individuele eenheden voorkomen.
Zelfbewustzijn: het vermogen van individuen of andere levende organismen om bewust hun eigen
gedrag te observeren.
Reactiviteit: de neiging van mensen om hun gedrag te veranderen wanneer ze worden
geobserveerd.
Causaliteit: hoe acties of gebeurtenissen een bepaalde uitkomst veroorzaken (oorzaak).
Perceptie: het (actieve) proces van selectie, ordening en interpretatie van informatie over de
wereld die door de zintuigen wordt overgebracht, geen passieve afspiegeling van de buitenwereld.
Selectieve aandacht: het perceptuele proces van selectief focussen op bepaalde stimulus
elementen.
Dubbelzinnig figuur (ambiguous figure): een afbeelding of andere visuele stimulus die op meer dan
één manier kan worden waargenomen (bv hond of kat/eend of konijn).
Gestalt theorie: een gedragstheorie die in het begin van de 20e eeuw werd ontwikkeld door o.a.
Kohler en Wertheimer, die de actieve, creatieve aard van waarnemen en leren benadrukte (Gestalt
is Duits en betekent ruwweg 'georganiseerd geheel'). Van nature zijn mensen geneigd om
manieren te zoeken om zintuiglijke gegevens te ordenen; perceptie is niet willekeurig.
Gelijkenis (similarity): een Gestalt principe van perceptuele organisatie, gebaseerd op het
groeperen van gelijkaardige elementen (bv vorm of grootte).
Nabijheid (proximity): een Gestalt principe dat stelt dat elementen die dicht bij elkaar liggen de
neiging hebben om als groep te worden waargenomen.
Closure: in perceptie, de neiging om onvolledige patronen in te vullen tot een coherent geheel.
Schema ('schemata'): een mentaal kader dat kennis, overtuigingen en verwachtingen organiseert
en gebruikt wordt om gedrag te sturen.
Confirmation bias: een vorm van een cognitieve fout die gebaseerd is op de neiging om informatie
te zoeken die iemands overtuigingen ondersteunt en om tegenstrijdige informatie te negeren.
Complementariteit: een concept ontwikkeld door natuurkundigen om om te gaan met het bestaan
van twee modellen die beide bruikbaar zijn, maar niet direct verenigbaar.
Hoofdstuk 4: Cognitive approach
Mediator: een proces of gebeurtenis binnen het individu dat tussen een stimulus en een respons
komt.
Cognitive map: Tolman’s term voor de mentale representatie van aangeleerde relaties tussen
stimuli.
Insight: een plotselinge verandering in de manier waarop men een probleemsituatie organiseert;
meestal wordt dit gekenmerkt door een verandering in gedrag van willekeurig reageren naar op
regels gebaseerd reageren.
Hoofdstuk 1: Behavior and psychology
Frenologie (phrenology): een inmiddels in diskrediet gebrachte achttiende-eeuwse theorie die
beweerde dat men bekwaamheid kon beoordelen door de vorm van de schedel te onderzoeken.
Psychologie: de wetenschappelijke studie van gedrag en ervaring en maakt gebruik van een vorm
van systematische observatie en analyse die vaak ‘de wetenschappelijke methode’ heet.
Complexiteit: een kenmerk van systemen die zijn samengesteld uit grote aantallen op elkaar
inwerkende eenheden (zoals neuronen in de hersenen), resulterend in nieuwe patronen of
verschijnselen die niet in individuele eenheden voorkomen.
Zelfbewustzijn: het vermogen van individuen of andere levende organismen om bewust hun eigen
gedrag te observeren.
Reactiviteit: de neiging van mensen om hun gedrag te veranderen wanneer ze worden
geobserveerd.
Causaliteit: hoe acties of gebeurtenissen een bepaalde uitkomst veroorzaken (oorzaak).
Perceptie: het (actieve) proces van selectie, ordening en interpretatie van informatie over de
wereld die door de zintuigen wordt overgebracht, geen passieve afspiegeling van de buitenwereld.
Selectieve aandacht: het perceptuele proces van selectief focussen op bepaalde stimulus
elementen.
Dubbelzinnig figuur (ambiguous figure): een afbeelding of andere visuele stimulus die op meer dan
één manier kan worden waargenomen (bv hond of kat/eend of konijn).
Gestalt theorie: een gedragstheorie die in het begin van de 20e eeuw werd ontwikkeld door o.a.
Kohler en Wertheimer, die de actieve, creatieve aard van waarnemen en leren benadrukte (Gestalt
is Duits en betekent ruwweg 'georganiseerd geheel'). Van nature zijn mensen geneigd om
manieren te zoeken om zintuiglijke gegevens te ordenen; perceptie is niet willekeurig.
Gelijkenis (similarity): een Gestalt principe van perceptuele organisatie, gebaseerd op het
groeperen van gelijkaardige elementen (bv vorm of grootte).
Nabijheid (proximity): een Gestalt principe dat stelt dat elementen die dicht bij elkaar liggen de
neiging hebben om als groep te worden waargenomen.
Closure: in perceptie, de neiging om onvolledige patronen in te vullen tot een coherent geheel.
Schema ('schemata'): een mentaal kader dat kennis, overtuigingen en verwachtingen organiseert
en gebruikt wordt om gedrag te sturen.
Confirmation bias: een vorm van een cognitieve fout die gebaseerd is op de neiging om informatie
te zoeken die iemands overtuigingen ondersteunt en om tegenstrijdige informatie te negeren.
Complementariteit: een concept ontwikkeld door natuurkundigen om om te gaan met het bestaan
van twee modellen die beide bruikbaar zijn, maar niet direct verenigbaar.
Hoofdstuk 4: Cognitive approach
Mediator: een proces of gebeurtenis binnen het individu dat tussen een stimulus en een respons
komt.
Cognitive map: Tolman’s term voor de mentale representatie van aangeleerde relaties tussen
stimuli.
Insight: een plotselinge verandering in de manier waarop men een probleemsituatie organiseert;
meestal wordt dit gekenmerkt door een verandering in gedrag van willekeurig reageren naar op
regels gebaseerd reageren.