E
Fleur Verdonck- TP1 – Semester 2
1
,Inhoud en wat te kennen/kunnen van elke les:
Hoofstuk 1: Inleiding
De belangrijke onderdelen van de definitie van persoonlijkheid opgeven en
duiden, eventueel aan de hand van een voorbeeld (of een voorbeeld
herkennen en hier de juiste term bij geven).
Genuanceerd aangeven hoe persoonlijkheid zich verhoudt tot
temperament en individuele verschillen.
Beschrijven waar “persoonlijkheidspsychologie” zich mee bezighoudt en
hier een praktische toepassing bij geven.
Opsommen op welke niveaus persoonlijkheid kan bestudeerd worden en
kan hier een voorbeeld bij geven of herkennen.
Het onderscheid toelichten tussen de nomothetische en idiografische
benadering van persoonlijkheidsonderzoek.
Hoofdstuk 2: Psychodynamische Theorieën
Het structurele en topografisch model van de menselijke geest en
persoonlijkheid toe te lichten.
De dynamiek van persoonlijkheid, de verschillende soorten angst en
afweermechanismen kritisch te bespreken (voorbeeld herkennen en zelf
geven).
De ontwikkeling van de persoonlijkheid volgens Freud te bepreken, met
aandacht voor de psychische (libidineuze) energie, conflicten, fixatie en
maturatie.
De belangrijke concepten binnen de psychoanalytische therapie te duiden,
te herkennen en het psychoanalytisch proces te bespreken.
De meer hedendaagse invulling van de psychoanalytische theorie in grote
lijnen toe te lichten (inclusief de andere invulling van het onbewuste).
Hoofdstuk 3: Humanistische & sociaal-cognitivistische theorieën:
De humanistische (Rogers) en sociaal-cognivistische theorieën (Kelly,
Bandura, Rotter, Mischel,…) van persoonlijkheid kritisch te bespreken en
toe te lichten.
Verschillen en gelijkenissen binnen deze theorieën te duiden.
Belangrijke termen gebruikt in deze theorieën te herkennen en toe te
lichten.
Hoofdstuk 4: Dispositionele theorieën
Te beschrijven wat persoonlijkheidstrekken precies zijn (definitie en
verschillende visies) en de belangrijke eigenschappen hiervan op te geven
en te duiden.
Aan te geven hoe trekken van een dispositionele theorie geïdentificeerd
worden (verschillende benaderingen kunnen toelichten en verschil
hiertussen is belangrijk).
2
, De evolutie van het Vijffactorenmodel (VFM) in grote lijnen te beschrijven
en VFM-trekken op te geven, te beschrijven en de relevantie hiervan te
duiden.
De belangrijk componenten van de “five-factor-theory” (FFT) toelichten,
evenals de basisuitgangspunten van deze theorie.
Het verschil en de gelijkenissen tussen het VFM en de FFT toe te lichten en
te illustreren aan de hand van een concrete toepassing of voorbeeld.
Een kritische bespreking te maken van het VFM en de FFT.
Hoofdstuk 5: Biologische theorieën
Een kritische analyse maken van de biologische theorieën.
De biologische basis van persoonlijkheid beschrijven en duiden volgens
Eysenck, Gray, Zuckerman en Cloninger.
De belangrijke trekken/dimensies van deze theorieën opsommen en
bespreken wat deze precies inhouden.
Verschillen en gelijkenissen tussen deze theorieën toelichten en duiden.
De empirische evidentie van deze theorieën duiden en kritisch bespreken.
Hoofdstuk 6: Consistentie en stabiliteit van persoonlijkheid
Situationele consistentie van ph te beschrijven en toe te lichten.
Temporele stabiliteit van ph over de levensloop te beschrijven en toe te
lichten.
Het onderscheid tussen rangorde en absolute stabiliteit te beschrijven.
Belangrijke termen (bv. situationele specificiteit, situationele sterkte,
rangorde stabiliteit, persoonlijkheidscoherentie,…) toe te lichten en een
voorbeeld te geven.
De belangrijke besluiten te geven bij de grote studies die in deze les
besproken zijn.
De resultaten toe te lichten van de studies die besproken zijn wanneer de
tabel opgegeven wordt.
Hoofdstuk 7: Assessments van persoonlijkheid
Te beschrijven hoe gegevens over persoonlijkheid worden verzameld
(welke instrumenten/bronnen zijn er - met welke voor- en nadelen) en hier
een voorbeeld van kunnen geven (of herkennen).
Te beschrijven hoe persoonlijkheidsinstrumenten ontwikkeld worden (wat
zijn hier de noodzakelijke stappen?)
Toe te lichten wat belangrijke aandachtspunten (en typische
moeilijkheden) zijn bij persoonlijkheidsdiagnostiek en hoe die eventueel
ondervangen kunnen worden.
Belangrijke concepten/termen binnen persoonlijkheidsdiagnostiek toe te
lichten of te kunnen plaatsen bij de juiste omschrijving.
Hoofdstuk 8 : gedragsgenetica en persoonlijkheid:
Het doel van gedragsgenetica toe te lichten.
Toe te lichten wat het menselijk genoom is (met de belangrijke begrippen
hierbij).
“Erfelijkheid” toe te lichten (met de belangrijke begrippen).
3
, De vier onderzoeksmethoden van gedragsgenetisch onderzoek te
beschrijven, te vergelijken en kritisch te bespreken (met mogelijke
bedreigingen/problemen).
De erfelijkheid te berekenen aan de hand van de formule van
tweelingenonderzoek.
Correcte uitspraken te doen over de erfelijkheid van persoonlijkheid.
De belangrijke besluiten te geven bij de tabellen die besproken zijn in de
les.
Toe te lichten wat het verschil is tussen gedeelde en niet-gedeelde
omgeving en wat onderzoek hierover aantoont.
Te beschrijven wat een genotype-omgevingsinteractie en de verschillende
vormen van genotype-omgevingscorrelaties inhouden (met voorbeelden).
Hoofdstuk 9: Identiteit, zelfconcept en coping.
De componenten van het zelf te beschrijven en onderscheiden.
De ontwikkeling van het zelfconcept en de sociale identiteit te
beschrijven.
De zelfdiscrepantietheorie te beschrijven en kritisch te bespreken.
De belangrijkste onderzoeksbevindingen naar zelfwaardering weer
te geven.
Identity foreclosure en de verschillende identiteitscrisissen te
beschrijven, te onderscheiden en een voorbeeld te geven.
Coping te definiëren, de verschillende opdelingen van copingsstijlen
te beschrijven en een voorbeeld te geven.
De invloed van coping op onze mentale gezondheid kritisch en
genuanceerd te bespreken.
De relatie tussen coping en persoonlijkheid te bespreken.
Hoofdstuk 10: Persoonlijkheid en Relaties
Te beschrijven welke impact persoonlijkheid heeft op partnerselectie en
relatietevredenheid.
Aan te geven welke trekken van het VFM belangrijk zijn in partnerrelaties
en waarom.
Te beschrijven welke rol persoonlijkheid heeft bij het vormen en
onderhouden van vriendschapsrelaties.
De belangrijke concepten en theorieën (bv. complementary needs theory)
te herkennen en op te geven.
Het relatieve belang van persoonlijkheid ten opzichte van hechting bij
relatiekwaliteit te duiden.
De resultaten van de besproken studies weergegeven in de tabellen te
interpreteren (en de belangrijkste conclusies hierbij op te geven).
Hoofdstuk 11: Persoonlijkheid, school en werk.
Te beschrijven welke impact persoonlijkheid heeft het schools functioneren.
4