KLAS: HAAPABOVT4B
Docent: Peter Berg
1
,Inhoud
Opdracht 1 - Terugblik...........................................................................................................................3
Stap 1: levensbeschouwelijke ontwikkeling.......................................................................................3
Stap 2: theoretische verdieping.........................................................................................................5
Opdracht 2 - maatschappelijk project plastic soep................................................................................6
Stap 1: verantwoording en voorbereiding.........................................................................................6
Stap 2: verdieping in het thema.........................................................................................................6
Stap 3: ontwerp.................................................................................................................................6
Stap 5: reflectie en evaluatie...........................................................................................................10
Opdracht 3 – identiteit De Capelle.......................................................................................................12
Opdracht 4 – Profielschets...................................................................................................................15
.............................................................................................................................................................17
Bibliografie...........................................................................................................................................17
2
, Opdracht 1 - Terugblik
Stap 1: levensbeschouwelijke ontwikkeling
Verhalen vertellen
Tijdens het vertellen van verhalen is het van belang dat de leerkracht aansluit bij de belevingswereld
van de kinderen (beroepstaak 3, fase 3). Wanneer de kinderen betrokken zijn kan je hier als
leerkracht op aansluiten door de inzichten van de kinderen uit te breiden d.m.v. andere contexten
en maatschappelijke thema’s. Zelf vind ik dat ik hier al heel vaardig in ben. Ik gebruik vaak
incidentele thema’s uit het Jeugdjournaal waarover ik merk dat de kinderen vragen hebben. Laatst
heb ik bijvoorbeeld een verhaal vertelt aansluitend bij het thema transgender, omdat de kinderen
hier veel vragen over hadden tijdens het kijken naar het Jeugdjournaal. Tijdens het vertellen van het
verhaal merk ik ook dat ik aansluit op de belevingswereld van de kinderen, omdat ik de volle
aandacht van de kinderen heb.
Een andere manier waarop ik gebruik maak van het vertellen van verhalen is door rekening te
houden met de verschillen in de groep en deze bespreekbaar te maken (beroepstaak 4, fase 3). Een
verhaal met een onderliggende morele gedachte vind ik hierin een mooie methode. Ik pas dit
bijvoorbeeld toe tijdens de introductie van een sociaal-emotionele les. In het tweede leerjaar heb ik
dit gedaan door een verhaal met afbrekers te vertellen tijdens een les over complimenten. Ik zou
graag nog willen leren dit onderdeel te kunnen toepassen bij een andere les als een sociaal-
emotionele les.
Tijdens het vertellen van verhalen vind ik het belangrijk dat ik als leerkracht een bepaalde input geef
waarin ik waarde en normen bespreekbaar kan maken, maar ik vind het vooral belangrijk om te
luisteren naar de meningen en de verschillen tussen leerlingen.
Gesprekken voeren
Gesprekken voeren met kinderen is heel belangrijk voor de communicatieve vaardigheden. Kinderen
leren om een gesprek te vormen door hun eigen inbreng in het gesprek (beroepstaak 2,
beheersingsniveau 2D). Belangrijk vind ik dat een leerkracht stimuleert dat de kinderen hun mening
gaan verwoorden en op latere leeftijd kunnen beargumenteren.
Ik werk hier als leerkracht vooral aan tijdens de taallessen, maar probeer ook vaak een debat met de
kinderen te voeren. Bijvoorbeeld aan het eind van het Jeugdjournaal debatteren we gezamenlijk
over de stelling en laat ik een paar kinderen m.b.v. beurtstokjes verwoorden waarom zij iets vinden.
Mijn rol is dan heel sturend en de kinderen leiden het gesprek. Wat ik hierin soms nog moeilijk vind
is om neutraal te blijven, vooral als de kinderen aan mij vragen wat ik over een bepaald
maatschappelijk onderwerp vind. Dit wil ik nog graag leren.
Tijdens het voeren van gesprekken vind ik het de taak van de leerkracht om een veilige sfeer
(beroepstaak 1, beheersingsniveau 1D) in de klas te creëren. Zelf doe ik dit door duidelijk te maken
aan de kinderen dat er geen foute antwoorden of vragen zijn en ik laat de kinderen naar elkaar
luisteren door elkaar netjes uit te laten spreken. De regels zijn in de klas heel duidelijk voor de
kinderen.
Tot slot is mijn rol tijdens het voeren van gesprekken sturend. Dit vind ik een mooie rol, omdat ik de
input voor de gesprekken vooral bij de kinderen laat. Ze geven hun mening en luisteren naar
anderen. Tussendoor kan ik iemand de beurt geven, kort samenvatten of een nieuwe opmerking of
vraag inbrengen om het gesprek te sturen. Ik bevorder dan de communicatie van leerlingen
onderling (beroepstaak 1, beheersingsniveau 1B). Wat ik hierin moeilijk vind is om kinderen te
sturen die hoofd- en bijzaken niet goed kunnen scheiden en hierdoor lang aan de beurt zijn.
3