1. WETTELIJKE CONTEXT
1. EUROPA
2. BELGISCH (ONDERNEMINGS-)RECHT
Pagina 1 van 118
,Samenvatting vennootschapsrecht Academiejaar 2024-25, sem2 – Ellen Dupon
Structuur WVV:
Pagina 2 van 118
,Samenvatting vennootschapsrecht Academiejaar 2024-25, sem2 – Ellen Dupon
2. DE RECHTSPERSONEN IN HET
WVV
1. HET BEGRIP RECHTSPERSOON
Rechtspersoon (RP) = zelfstandige & autonome entiteit
= een fictie, een creatie die m’n maakt om bedrijfsactiviteit uit te oefenen
o Heeft eigen identiteit
o Handelt via eigen organen
NP heeft geen eigen orgaan
Organen: aandeelhouders & bestuursorgaan
Noodzakelijke elementen rechtspersoon:
o Rechtsvorm
o Naam
o Zetel (maatschappelijke vs. statutaire zetel)
o Nationaliteit
SPECIALITEITSBEGINSEL:
Belang: grens van rechtsbekwaamheid
2-ledig:
o Wettelijke specialiteit = kader door wetgever bepaald
cf. Vennootschap = winstoogmerk (vereniging heeft dit niet)
o Statutaire specialiteit = maatschappelijk voorwerp beschreven in statuten (voor welke bedoeling/
activiteit beoog je met je VN uit te oefenen?)
bv. in statuten “horeca” niet toegelaten : aannemingswerken
Belangrijk voorwerp! ; indien je deze niet accepteert als VN heb je in principe geen
rechtsbekwaamheid en ben je volledig aansprakelijk.
Pagina 3 van 118
, Samenvatting vennootschapsrecht Academiejaar 2024-25, sem2 – Ellen Dupon
2. ONDERSCHEID TUSSEN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN
3. BEGRIP VENNOOTSCHAP
3.1 HISTORIEK
Code Civil (‘Code Napoléon – 1804):
‘La société est un contrat”
Wetboek van Vennootschappen (‘W.Venn.’ - 1999-2019), art. 1:1 WVV:
“Een vennootschap wordt opgericht door een contract op grond waarvan twee of meer personen
overeenkomen iets in gemeenschap te brengen met als doel één of meer nauwkeurig omschreven
activiteiten uit te oefenen en met het oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks
vermogensvoordeel te bezorgen.
Pagina 4 van 118