1
Intellectuele eigendom & biowetenschappen
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................. 1
Octrooirecht ......................................................................................................................................... 4
Gastcollege ........................................................................................................................................ 36
Auteursrecht .....................................................................................................................................43
Inleiding
- Recht & BMW: recht is zowel een sociale wetenschap als geesteswetenschap
o Sociale wetenschap: vanaf je met mensen werkt, heb je een ‘probleem’
want mensen hebben een eigen wil celcultuur & proefdieren hebben
geen eigen wil
o Soms onderbepaald & in sommige domeinen wel zeer bepaald => wat
weten we zeker & wat niet?
o Recht = interpreteerbaar => meningen verschillen dus argumentatie
nodig
o Is een uitvinding nieuw of niet?
- Intellectuele eigendom & BMW: vaste strategie volgen om vragen te kunnen
oplossen:
o Wat heb je nodig om rechten te doen ontstaan? = geldigheid
▪ Bestaat er in dit specifiek geval een recht? Bv. bij een bepaalde tekst:
heeft deze persoon een auteursrecht?
▪ Wat is een uitvinding? = een technische oplossing voor een technisch
probleem
o Aan wie komen de rechten toe? = titulariteit (indien 1e ok is)
o Wat kan je ermee doen? = beschermingsomvang
▪ Stel dat er later iemand anders het GM gebruikt voor een andere
ziekte, valt dit dan nog steeds onder het patent?
- Voorbeeld: geneesmiddel van Alimta: heeft patent & nog andere IER
o ® = registred, bepaalde typografie van het merk
o Patent: concurrenten kunnen dit produceren dus het patent gaat dit
tegen
o Trademark: andere bedrijven hebben niet de toestemming om ook
merknaam te gaan gebruiken
▪ Patentrecht & merknaam zijn verbonden
o Op de moleculaire naam (het molecule) staat geen beschermingsrecht
- Definitie IER = intellectuele eigendomsrecht
o Uitzondering op vrijheid van onderneming
o IER zijn: exclusieve verbodsrechten, die bij wet worden verleend en die
een tijdelijke bescherming (monopolie) creëren
,2
▪ Van een creatie = onlichamelijke zaken: immateriële goederen =>
eigendomsrecht op creatie van intellect
▪ Vorm nodig: geen bescherming van ideeën
▪ Geldig in bepaald territorium
- Waarom IER?
o Praktische redenen: voorwerp is niet tastbaar, fysieke bescherming niet
mogelijk
▪ Eenmaal voorwerp publiek is, is controle niet meer mogelijk (zeker
digitaal)
o Beleidsredenen:
▪ Focus op culturele & sociale vooruitgang – stimuleren creativiteit
▪ Focus op technologische vooruitgang – stimuleren van innovatie
▪ Evenwicht publieke & private belangen: bv. octrooi
- Belangrijkste soorten rechten: octrooirecht, auteursrecht & merkenrecht
- Soorten IER:
Recht Voorwerp Verkrijging
Auteursrecht Originele werken van Automatisch
letterkunde/kunst
Octrooi Technologische Registratie
uitvindingen
Merk Onderscheidende Registratie
tekens
Tekening & model Productdesign (2D of Registratie
3D)
Auteursrecht: IER sensu stricto => focus op creativiteit
Onderste 3: industriële eigendomsrechten => focus op innovatie
- IER vs. complementen van IER:
o Complementen ondersteunen en vullen IER wetgeving aan
▪ Oneerlijke marktpraktijken: bescherming tegen misleiding &
concurrentievervalsing
▪ Bedrijfsgeheimen: bescherming van vertrouwelijke info & knowhow
die niet via octrooi wordt vastgelegd
- Toepassing:
,3
Coca Cola = merkrecht; logo & naam ‘Coca-Cola’ zijn geregistreerde
handelsmerken
Delirium Tremens flesje = merkrecht; het merk & logo zijn beschermd als
handelsmerk
Polaroid = tekening/model & merk; vorm en design vallen onder modelrecht,
Polaroid is geregistreerd merk
Harry Potter boeken: auteursrecht & merk
- Databanken met info over geregistreerde IER
o Octrooien: Espacenet = > 140 mln. documenten
o Merken & tekeningen/model
- Wetgevend kader: heel belangrijk => territorialiteitsbeginsel
o IER recht enkel in bepaald territorium: fragmentatie!
▪ Problematisch, zeker digitaal
o Nationaal: wetboek economisch recht – federale recht
▪ Boek XI: inhoud (materieel)
▪ Boeken XV en XVII: handhaving (formeel)
▪ Koninklijke besluiten: uitvoering
o Benelux: Benelux-Verdrag inzake IE => enkel inhoud, handhaving is
nationaal geregeld
o Europees niveau:
▪ Verordeningen: algemeen – rechtstreeks verbindend in EU lidstaten –
doel = unificatie – bv. merken & modellen
▪ Richtlijnen: algemeen – verbindt EU lidstaten tot omzetting in
nationaal recht – doel = harmonisatie – bv. merken, auteursrecht &
biotechnologie
o Internationaal niveau:
▪ Doel = overstijgen van territorialiteitsbeginsel
• Formeel: met betrekking tot registratieprocedure voor
industriële eigendomsrechten in de hele wereld
• Materieel: met betrekking tot inhoud van recht => nationale
behandeling (geen discriminatie) & minimumstandaarden
▪ Essentiele inhoudelijke verdragen
• Verdrag van Parijs: industriële eigendomsrechten
• Conventie van Bern: auteursrecht
• Europees Octrooiverdrag: niet EU
,4
• TRIPs-overeenkomst < WTO (Wereldhandelsorganisatie)
Octrooirecht
Structuur van analyse
= hoe worden intellectuele eigendomsrechten beoordeeld & toegepast?
1) Geldigheid;
- Voorwerp: wat wordt beschermd? = uitvinding, merk, auteursrechtelijk werk,…
- Geldigheidsvoorwaarden: voldoet het aan criteria zoals nieuwheid, originaliteit
of inventiviteit?
- Registratieprocedure: moet het recht formeel aangevraagd worden? (patent &
merk)
- Beschermingsduur: hoe lang blijft het recht geldig?
2) Titulariteit = wie het recht bezit
- Eigenaar kan oorspronkelijke maker zijn kan ook werkgever of bedrijf zijn
als het eigendom is overgedragen
3) Beschermingsomvang = bepaalt hoe recht gebruikt kan worden en wat het
omvat
- Rechten: welke exclusieve rechten heeft de rechthebbende?
- Toestemming = licentie: kan het recht door anderen gebruikt worden met
toestemming van eigenaar?
- Uitzonderingen: zijn er wettelijke beperkingen of vrijstellingen?
Belangrijke vraag: waar geldt de bescherming?
Algemeen
- Wetgevend kader:
o Nationaal: nationale octrooiwetten
o Europese Unie:
▪ Biotech richtlijn: richtlijn is geen verordening; tussen lidstaten kon er
geen consensus gevonden worden
▪ Enhanced cooperation = Lissabon verdrag: 9 lidstaten die
samenwerken zonder de toestemming van de anderen => bepaalde
wetgeving waarbij Europa gebruikt wordt om op te volgen
• Geldt in een heleboel landen: de titel is die staat of valt in al
deze lidstaten want 1 octrooi geldig in veel landen & die valt
onder 1 rechtbank
• In werking in 2023
▪ Internationaal:
• Verdrag van Parijs
• Europees octrooiverdrag: voornaamste octrooibescherming
bij andere organisatie => specifiek in aparte organisatie: in
deze meer dan EU lidstaten & meer dan in de Enhanced
Cooperation
,5
o Ook Zwitserland, UK, Turkije,… => gezamenlijke
aanvraagprocedure
o Geldigheidsvoorwaarden geharmoniseerd binnen
Europa maar dan iets groter => deze harmonisatie
is grotendeels internationaal geworden door
TRIPS overeenkomst
• TRIPS = deel van WTO: voorwaarde voor krijgen van
werkzaamheid => gelden voor alle landen die deel willen zijn
van de WTO & wordt afgedwongen via handelssancties indien
nodig
o Geïnspireerd via verdrag van Parijs => principe van
non-discriminatie: verschillende landen erkennen
dat die elkaars burgers & ondernemingen niet
gaan discrimineren voor het verkrijgen van een
octrooi
Dubbel concept
1) Recht: exclusief recht = verbodsrecht => enkel octrooihouder & degene die het
octrooi heeft toegekend mogen de anderen verbieden om het voorwerp te
gebruiken: anderen mogen NIET de uitvinding produceren,
invoeren/uitvoeren, verkopen,…
- Tijdelijk: vervalt meestal 20j na aanvraag
- Territorialiteitsbeginsel: toegekend voor 1 bepaald of #landen => gelden land per
land
- In ruil voor bekendmaking essentiële technische kenmerken
o Quid pro quo: je krijgt het exclusieve recht voor max 20j om anderen de
toegang te ontzeggen (monopolie) mensen die geïnteresseerd zijn om
een onderneming te starten, moet je de info geven
▪ Uitvinding moet zo gedetailleerd beschreven worden in een document:
vakman moet in staat zijn om na te bouwen (begrijpen & toepassen)
o Afspraak met overheid
o Bedrijfsgeheimen: zorgen er fysiek & juridisch voor om ervoor te zorgen
dat bedrijfsinformatie het bedrijf niet kan verlaten => omstandigheid
waarbij info beschermd is (NIET geldig t.o.v. mensen die op de juiste
manier aan het bedrijfsgeheim komen)
2) Document: octrooi als beschrijving van uitvinding
- Een octrooi is een papier dat de uitvinding beschrijft op een zodanige manier
dat een vakman de beschrijving kan begrijpen & toepassen
- Octrooi als bron van technische kennis & info
o 10% van databases zijn beschermd
o Veel goede oplossingen gratis beschikbaar
- Als octrooi vervangen is, kan je document toepassen
Geldigheid
1. Voorwerp: uitvinding
, 6
- Vereiste van technisch karakter: uitvinding moet een technisch karakter hebben
om octrooieerbaar te zijn
o Verband met technisch domein: uitvinding moet binnen technisch
vakgebied vallen (mechanica, chemie,…)
o Verband met technisch probleem: uitvinding moet praktisch probleem
oplossen op een technische manier
o Vereiste van technische kenmerken: er moeten technische aspecten zijn
die bijdragen aan de oplossing van een probleem
- Kan betrekking hebben op alle gebieden van technologie:
o Gelden voor vrijwel alle technologische domeinen (tenzij specifieke
uitzonderingen)
- Andere octrooiwetten kunnen anders definiëren
o Niet wereldwijd uniform => verschillende landen hanteren verschillende
definities & criteria voor wat octrooieerbaar is
2. Voorwerp: soorten uitvindingen
- Voortbrengsel = product, apparaat of compound
o Producten kan je vastnemen; finaal product dat verkocht wordt
o Bv. koffiemachine (= product verkocht), geneesmiddel (= product
verkocht)
- Werkwijze = methode: gebruik, proces,… => verschillende stappen; moeten
uitgevoerd worden met technische tussenkomst (= een machine)
3. Inschatten van octrooieerbaarheid voor uitvinding
- Niet voor IER in het algemeen maar specifiek voor octrooien: welke
geldigheidsvereisten?
1) Geen uitgesloten materie: geen uitvinding
o Zaken die niet als een uitvinding worden beschouwd onder het
Wat is niet octrooirecht => niet in aanmerking komen voor octrooibescherming
octrooieerbaar? o Geen technisch karakter = geen uitvindingen
▪ Ontdekkingen, natuurwetenschappelijke theorieën & wiskundige
methoden op zich
• Voorbeeld: DNA dat als zodanig bestaat in de natuur =
uitvinding niet octrooieerbaar want zou monopolie geven
om alle onderzoek naar DNA door anderen tegen te houden:
wél concrete DNA sequentie die gelinkt is aan een ziekte =
technische omschrijving = octrooieerbaar
▪ Esthetische vormgevingen op zich
▪ Stelsels, regels & methoden voor het verrichten van geestelijke
arbeid, voor het spelen of voor de bedrijfsvoering op zich
▪ Computerprogramma’s op zich
▪ Presentatie van gegevens op zich
o Uitgesloten uitvindingen (vaak esthetische grondslag)
Wat is niet ▪ Uitvindingen strijdig met goede zeden/openbare orde: liggen beide
octrooieerbaar? dichtbij elkaar => moeilijk toe te passen
Intellectuele eigendom & biowetenschappen
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................. 1
Octrooirecht ......................................................................................................................................... 4
Gastcollege ........................................................................................................................................ 36
Auteursrecht .....................................................................................................................................43
Inleiding
- Recht & BMW: recht is zowel een sociale wetenschap als geesteswetenschap
o Sociale wetenschap: vanaf je met mensen werkt, heb je een ‘probleem’
want mensen hebben een eigen wil celcultuur & proefdieren hebben
geen eigen wil
o Soms onderbepaald & in sommige domeinen wel zeer bepaald => wat
weten we zeker & wat niet?
o Recht = interpreteerbaar => meningen verschillen dus argumentatie
nodig
o Is een uitvinding nieuw of niet?
- Intellectuele eigendom & BMW: vaste strategie volgen om vragen te kunnen
oplossen:
o Wat heb je nodig om rechten te doen ontstaan? = geldigheid
▪ Bestaat er in dit specifiek geval een recht? Bv. bij een bepaalde tekst:
heeft deze persoon een auteursrecht?
▪ Wat is een uitvinding? = een technische oplossing voor een technisch
probleem
o Aan wie komen de rechten toe? = titulariteit (indien 1e ok is)
o Wat kan je ermee doen? = beschermingsomvang
▪ Stel dat er later iemand anders het GM gebruikt voor een andere
ziekte, valt dit dan nog steeds onder het patent?
- Voorbeeld: geneesmiddel van Alimta: heeft patent & nog andere IER
o ® = registred, bepaalde typografie van het merk
o Patent: concurrenten kunnen dit produceren dus het patent gaat dit
tegen
o Trademark: andere bedrijven hebben niet de toestemming om ook
merknaam te gaan gebruiken
▪ Patentrecht & merknaam zijn verbonden
o Op de moleculaire naam (het molecule) staat geen beschermingsrecht
- Definitie IER = intellectuele eigendomsrecht
o Uitzondering op vrijheid van onderneming
o IER zijn: exclusieve verbodsrechten, die bij wet worden verleend en die
een tijdelijke bescherming (monopolie) creëren
,2
▪ Van een creatie = onlichamelijke zaken: immateriële goederen =>
eigendomsrecht op creatie van intellect
▪ Vorm nodig: geen bescherming van ideeën
▪ Geldig in bepaald territorium
- Waarom IER?
o Praktische redenen: voorwerp is niet tastbaar, fysieke bescherming niet
mogelijk
▪ Eenmaal voorwerp publiek is, is controle niet meer mogelijk (zeker
digitaal)
o Beleidsredenen:
▪ Focus op culturele & sociale vooruitgang – stimuleren creativiteit
▪ Focus op technologische vooruitgang – stimuleren van innovatie
▪ Evenwicht publieke & private belangen: bv. octrooi
- Belangrijkste soorten rechten: octrooirecht, auteursrecht & merkenrecht
- Soorten IER:
Recht Voorwerp Verkrijging
Auteursrecht Originele werken van Automatisch
letterkunde/kunst
Octrooi Technologische Registratie
uitvindingen
Merk Onderscheidende Registratie
tekens
Tekening & model Productdesign (2D of Registratie
3D)
Auteursrecht: IER sensu stricto => focus op creativiteit
Onderste 3: industriële eigendomsrechten => focus op innovatie
- IER vs. complementen van IER:
o Complementen ondersteunen en vullen IER wetgeving aan
▪ Oneerlijke marktpraktijken: bescherming tegen misleiding &
concurrentievervalsing
▪ Bedrijfsgeheimen: bescherming van vertrouwelijke info & knowhow
die niet via octrooi wordt vastgelegd
- Toepassing:
,3
Coca Cola = merkrecht; logo & naam ‘Coca-Cola’ zijn geregistreerde
handelsmerken
Delirium Tremens flesje = merkrecht; het merk & logo zijn beschermd als
handelsmerk
Polaroid = tekening/model & merk; vorm en design vallen onder modelrecht,
Polaroid is geregistreerd merk
Harry Potter boeken: auteursrecht & merk
- Databanken met info over geregistreerde IER
o Octrooien: Espacenet = > 140 mln. documenten
o Merken & tekeningen/model
- Wetgevend kader: heel belangrijk => territorialiteitsbeginsel
o IER recht enkel in bepaald territorium: fragmentatie!
▪ Problematisch, zeker digitaal
o Nationaal: wetboek economisch recht – federale recht
▪ Boek XI: inhoud (materieel)
▪ Boeken XV en XVII: handhaving (formeel)
▪ Koninklijke besluiten: uitvoering
o Benelux: Benelux-Verdrag inzake IE => enkel inhoud, handhaving is
nationaal geregeld
o Europees niveau:
▪ Verordeningen: algemeen – rechtstreeks verbindend in EU lidstaten –
doel = unificatie – bv. merken & modellen
▪ Richtlijnen: algemeen – verbindt EU lidstaten tot omzetting in
nationaal recht – doel = harmonisatie – bv. merken, auteursrecht &
biotechnologie
o Internationaal niveau:
▪ Doel = overstijgen van territorialiteitsbeginsel
• Formeel: met betrekking tot registratieprocedure voor
industriële eigendomsrechten in de hele wereld
• Materieel: met betrekking tot inhoud van recht => nationale
behandeling (geen discriminatie) & minimumstandaarden
▪ Essentiele inhoudelijke verdragen
• Verdrag van Parijs: industriële eigendomsrechten
• Conventie van Bern: auteursrecht
• Europees Octrooiverdrag: niet EU
,4
• TRIPs-overeenkomst < WTO (Wereldhandelsorganisatie)
Octrooirecht
Structuur van analyse
= hoe worden intellectuele eigendomsrechten beoordeeld & toegepast?
1) Geldigheid;
- Voorwerp: wat wordt beschermd? = uitvinding, merk, auteursrechtelijk werk,…
- Geldigheidsvoorwaarden: voldoet het aan criteria zoals nieuwheid, originaliteit
of inventiviteit?
- Registratieprocedure: moet het recht formeel aangevraagd worden? (patent &
merk)
- Beschermingsduur: hoe lang blijft het recht geldig?
2) Titulariteit = wie het recht bezit
- Eigenaar kan oorspronkelijke maker zijn kan ook werkgever of bedrijf zijn
als het eigendom is overgedragen
3) Beschermingsomvang = bepaalt hoe recht gebruikt kan worden en wat het
omvat
- Rechten: welke exclusieve rechten heeft de rechthebbende?
- Toestemming = licentie: kan het recht door anderen gebruikt worden met
toestemming van eigenaar?
- Uitzonderingen: zijn er wettelijke beperkingen of vrijstellingen?
Belangrijke vraag: waar geldt de bescherming?
Algemeen
- Wetgevend kader:
o Nationaal: nationale octrooiwetten
o Europese Unie:
▪ Biotech richtlijn: richtlijn is geen verordening; tussen lidstaten kon er
geen consensus gevonden worden
▪ Enhanced cooperation = Lissabon verdrag: 9 lidstaten die
samenwerken zonder de toestemming van de anderen => bepaalde
wetgeving waarbij Europa gebruikt wordt om op te volgen
• Geldt in een heleboel landen: de titel is die staat of valt in al
deze lidstaten want 1 octrooi geldig in veel landen & die valt
onder 1 rechtbank
• In werking in 2023
▪ Internationaal:
• Verdrag van Parijs
• Europees octrooiverdrag: voornaamste octrooibescherming
bij andere organisatie => specifiek in aparte organisatie: in
deze meer dan EU lidstaten & meer dan in de Enhanced
Cooperation
,5
o Ook Zwitserland, UK, Turkije,… => gezamenlijke
aanvraagprocedure
o Geldigheidsvoorwaarden geharmoniseerd binnen
Europa maar dan iets groter => deze harmonisatie
is grotendeels internationaal geworden door
TRIPS overeenkomst
• TRIPS = deel van WTO: voorwaarde voor krijgen van
werkzaamheid => gelden voor alle landen die deel willen zijn
van de WTO & wordt afgedwongen via handelssancties indien
nodig
o Geïnspireerd via verdrag van Parijs => principe van
non-discriminatie: verschillende landen erkennen
dat die elkaars burgers & ondernemingen niet
gaan discrimineren voor het verkrijgen van een
octrooi
Dubbel concept
1) Recht: exclusief recht = verbodsrecht => enkel octrooihouder & degene die het
octrooi heeft toegekend mogen de anderen verbieden om het voorwerp te
gebruiken: anderen mogen NIET de uitvinding produceren,
invoeren/uitvoeren, verkopen,…
- Tijdelijk: vervalt meestal 20j na aanvraag
- Territorialiteitsbeginsel: toegekend voor 1 bepaald of #landen => gelden land per
land
- In ruil voor bekendmaking essentiële technische kenmerken
o Quid pro quo: je krijgt het exclusieve recht voor max 20j om anderen de
toegang te ontzeggen (monopolie) mensen die geïnteresseerd zijn om
een onderneming te starten, moet je de info geven
▪ Uitvinding moet zo gedetailleerd beschreven worden in een document:
vakman moet in staat zijn om na te bouwen (begrijpen & toepassen)
o Afspraak met overheid
o Bedrijfsgeheimen: zorgen er fysiek & juridisch voor om ervoor te zorgen
dat bedrijfsinformatie het bedrijf niet kan verlaten => omstandigheid
waarbij info beschermd is (NIET geldig t.o.v. mensen die op de juiste
manier aan het bedrijfsgeheim komen)
2) Document: octrooi als beschrijving van uitvinding
- Een octrooi is een papier dat de uitvinding beschrijft op een zodanige manier
dat een vakman de beschrijving kan begrijpen & toepassen
- Octrooi als bron van technische kennis & info
o 10% van databases zijn beschermd
o Veel goede oplossingen gratis beschikbaar
- Als octrooi vervangen is, kan je document toepassen
Geldigheid
1. Voorwerp: uitvinding
, 6
- Vereiste van technisch karakter: uitvinding moet een technisch karakter hebben
om octrooieerbaar te zijn
o Verband met technisch domein: uitvinding moet binnen technisch
vakgebied vallen (mechanica, chemie,…)
o Verband met technisch probleem: uitvinding moet praktisch probleem
oplossen op een technische manier
o Vereiste van technische kenmerken: er moeten technische aspecten zijn
die bijdragen aan de oplossing van een probleem
- Kan betrekking hebben op alle gebieden van technologie:
o Gelden voor vrijwel alle technologische domeinen (tenzij specifieke
uitzonderingen)
- Andere octrooiwetten kunnen anders definiëren
o Niet wereldwijd uniform => verschillende landen hanteren verschillende
definities & criteria voor wat octrooieerbaar is
2. Voorwerp: soorten uitvindingen
- Voortbrengsel = product, apparaat of compound
o Producten kan je vastnemen; finaal product dat verkocht wordt
o Bv. koffiemachine (= product verkocht), geneesmiddel (= product
verkocht)
- Werkwijze = methode: gebruik, proces,… => verschillende stappen; moeten
uitgevoerd worden met technische tussenkomst (= een machine)
3. Inschatten van octrooieerbaarheid voor uitvinding
- Niet voor IER in het algemeen maar specifiek voor octrooien: welke
geldigheidsvereisten?
1) Geen uitgesloten materie: geen uitvinding
o Zaken die niet als een uitvinding worden beschouwd onder het
Wat is niet octrooirecht => niet in aanmerking komen voor octrooibescherming
octrooieerbaar? o Geen technisch karakter = geen uitvindingen
▪ Ontdekkingen, natuurwetenschappelijke theorieën & wiskundige
methoden op zich
• Voorbeeld: DNA dat als zodanig bestaat in de natuur =
uitvinding niet octrooieerbaar want zou monopolie geven
om alle onderzoek naar DNA door anderen tegen te houden:
wél concrete DNA sequentie die gelinkt is aan een ziekte =
technische omschrijving = octrooieerbaar
▪ Esthetische vormgevingen op zich
▪ Stelsels, regels & methoden voor het verrichten van geestelijke
arbeid, voor het spelen of voor de bedrijfsvoering op zich
▪ Computerprogramma’s op zich
▪ Presentatie van gegevens op zich
o Uitgesloten uitvindingen (vaak esthetische grondslag)
Wat is niet ▪ Uitvindingen strijdig met goede zeden/openbare orde: liggen beide
octrooieerbaar? dichtbij elkaar => moeilijk toe te passen