GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKRECHT (semester 2)
DEEL 1 : Externe publiekrecht – staat en recht
Inleiding : Geschiedenis van het Publiekrecht – Wat en waarom?
a) Wat is de geschiedenis van het Publiekrecht?
-> GPR is een metajuridisch vak :
• het zit op het snijvlak van academische disciplines
• het bestudeert hoe het recht op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd tot
stand kwam en ontwikkelt (= objectief recht)
o staatsbestel : structuur, staatsorganen, bevoegdheden, …
o grondrechtenbescherming : beschermen van burgers tegen de staat
-> behandelt vraagstukken waarbij onderzocht wordt hoe recht op een bepaalde plaats
;;; in een bepaalde tijd tot stand kwam
=> centrale vragen bij deze vraagstukken :
• Wie maakt het recht?
• Hoe maakt men het recht?
• Wanneer en waarom wordt het recht gemaakt?
• Hoe en door wie wordt het recht gehandhaafd?
• Voor wie wordt het recht gemaakt en hoe kunnen deze rechtssubjecten hun
rechten laten gelden?
=> belangrijke vraag : Voor één persoon? Éen groepje? Heel het land?
vb. Magna Carta dat getekend wordt door Jan zonder Land
o handvest waarin rechten worden toegekend aan select groepje mensen
o geld in ruil voor rechten zoals recht op autonomie, op gebied,…
o onderliggend : macht
=> de geschiedenis wordt hierdoor gedreven
-> recht functioneert NIET in een vaccuum maar!! heeft een eigen systeem
=> functioneert binnen een sociaal-maatschappelijk geheel met zijn eigen vigerend
;; rechtssysteem (waarvan het zelf ook onderdeel is)
o rechtssystemen zijn continu in ontwikkeling omdat de samenleving ook
continu in ontwikkeling is
o hoe ze zijn vormgegeven en hoe zij veranderen heeft een grote impact op
de samenstelling EN de ontwikkeling van het recht
1
,-> het Publiekrecht draait om…
• staatsorganen en -instellingen
• algemene politieke principes en rechtsbeginselen
• juridische begrippen, regels, procedures,…
b) Waarom de geschiedenis van het Publiekrecht?
-> voorbeeld : Belgische revolutie (1830-1831) is het resultaat van…
=> belangrijk : er is niet één reden maar!! er zijn er verschillende die we vandaag de
::: dag nog zien terugkomen
• constitutionele bezwaren
o opvattingen over de rol van de regering en de vorst t.o.v. de
vertegenwoordigende vergaderingen
o onderdrukking van de oppositie via een inperkingen van grondrechten
zoals godsdienstvrijheid, persvrijheid, petitierecht,…
• culturele motieven
o Franse taal van politieke elite staat haaks op het taalbeleid van Willem I
o sinds Franse annexatie richt bourgeoisie en de adel haar blik op Frankrijk
=> gevolg : men wilt het Nederlands niet doorvoeren
• politieke klachten
o er is een ondervertegenwoordiging van het Zuidelijk deel van het Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden in de Staten-Generaal
o het Noorden men wilt een gelijke vertegenwoordiging vermijden
• religieuze overwegingen
o de bevolking in het Zuidelijke deel is overwegend katholiek ó de bevoliing
in het Noordelijk deel is overwegend protestant
o Willem en zijn regering willen verhinderen dat het Zuiden sterker
vertegenwoordigd zou worden in de Staten-Generaal
• economische gronden
o in het Zuiden ontstaat het idee dat Willem en zijn regering het Noorden
economisch voortrekt maar!! in werkelijkheid is dit niet zo
o het Noorden is even zwaar belast als het Zuiden
• toevallige elementen : Russisch leger moet opgeleid worden ??
2
, -> goed rechtshistorisch onderzoek vormt een goede basis voor een goed begrip van het
:: hedendaagse recht :
• het leert ons waarom bepaalde regels al dan niet wel tot ons huidig recht behoren
• kennis en inzicht in ontwikkeling en toepassing van recht en rechtsregels in hun
historische context geeft ons inzicht in bepaalde aangeleverde argumenten
o voordeel : informeert ons over de pro’s en contra’s van welbepaalde
vormen van aanpak
o belangrijk : bij het maken van een dergelijke keuze is het rechtvaardige
karakter van een regel een essentiële factor
=> de inhoud van een rechtvaardigheidsbegrip is variabel van aard met
:: zowel negatieve als positieve resultaten tot gevolg
• rechtshistorische dimensie een belangrijke component in veel (maar wel niet
alle) contemporaine rechtsvergelijkende onderzoeken
• toont ook aan dat macht en machtsconflicten aan basis liggen van staatsbestel
=> ‘’Gestolde macht’’ = macht in verschillende verschijningsvormen afhankelijk
;;; van de omstandigheden
-> belangrijk = inzicht in het verleden krijgen
=> voordeel : inzicht in het verleden laat toe om…
• het potentieel van het staatsbestel en de beperkingen van juridische stelsels in
een welbepaalde context te ontwaren
• een onderscheid te maken tussen het essentiële en het incidentele
OPMERKING :
• bekijk voor elk hoofdstuk reflectievragen want zijn
belangrijk voor het examen !!!
• in principe zijn lesnotities en ppt. DUS studeer met
ppt. om de kern van leerstof te begrijpen 3
, Hoofdstuk 1 : Het moderne staatsbegrip
Inleiding
-> vraag : Hoe regelen we de manier waarop we onszelf besturen?
• ‘’regelen’’ => regel
• een regel veronderstelt een norm (= recht)
-> overal is er iets gemeenschappelijk in manier waarop staten worden bestuurd :
• de manier waarmee de overheid legitimiteit krijgt om de mensen te besturen is
voor elke staat anders en evolueert ook op een andere manier
=> er is geen uniform model qua ideologie en juridisch systeem
• voor sommige denkers (natuurrechtsdenker) is de natuurtoestand pure chaos
o om uit deze situatie van oorlog en chaos te geraken stelt men dat men de
macht moet centraliseren naar één centrale persoon of instelling
o ó vandaag : in de meeste staten is er een representatief regime waarbij
bevolking zich kan laten vertegenwoordigen
-> essentiële vraag in publiekrecht : Hoe onszelf besturen zodat we vrij blijven?
=> deze vraag zorgt voor een spanningsveld :
o Hoe de democratie in constitutionele zin denken?
o Hoe rechten bewaren en ervoor zorgen dat een democratische
meerderheid de rechten en belangen van de minderheden niet miskent
OPMERKING : dit spanningsveld vormt de intellectuele achtergrond van de ontwikkeling
van de liberale staat
1.1 De idee van ‘de staat’
-> Begrip ‘staat’ = status of toestand
=> uitgangspunt : enige manier om rust te creëeren en te verhinderen dat een groep
;;; mensen die samenleven in chaos en geweld vervalt
o macht om bevelen op te leggen voor één persoon of instelling
o deze persoon/instelling maakt de wet die op iedereen van toepassing is
o deze persoon/instelling heeft een geweldmonopolie en is dan ook de
enige die geweld mag gebruiken om iets af te dwingen
-> de definiëring van wat een staat is is afhankelijk van welk standpunt men inneemt :
• moderne / hedendaagse geschiedenis
• vroegmoderne / nieuwe geschiedenis
• middeleeuwen
4
DEEL 1 : Externe publiekrecht – staat en recht
Inleiding : Geschiedenis van het Publiekrecht – Wat en waarom?
a) Wat is de geschiedenis van het Publiekrecht?
-> GPR is een metajuridisch vak :
• het zit op het snijvlak van academische disciplines
• het bestudeert hoe het recht op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd tot
stand kwam en ontwikkelt (= objectief recht)
o staatsbestel : structuur, staatsorganen, bevoegdheden, …
o grondrechtenbescherming : beschermen van burgers tegen de staat
-> behandelt vraagstukken waarbij onderzocht wordt hoe recht op een bepaalde plaats
;;; in een bepaalde tijd tot stand kwam
=> centrale vragen bij deze vraagstukken :
• Wie maakt het recht?
• Hoe maakt men het recht?
• Wanneer en waarom wordt het recht gemaakt?
• Hoe en door wie wordt het recht gehandhaafd?
• Voor wie wordt het recht gemaakt en hoe kunnen deze rechtssubjecten hun
rechten laten gelden?
=> belangrijke vraag : Voor één persoon? Éen groepje? Heel het land?
vb. Magna Carta dat getekend wordt door Jan zonder Land
o handvest waarin rechten worden toegekend aan select groepje mensen
o geld in ruil voor rechten zoals recht op autonomie, op gebied,…
o onderliggend : macht
=> de geschiedenis wordt hierdoor gedreven
-> recht functioneert NIET in een vaccuum maar!! heeft een eigen systeem
=> functioneert binnen een sociaal-maatschappelijk geheel met zijn eigen vigerend
;; rechtssysteem (waarvan het zelf ook onderdeel is)
o rechtssystemen zijn continu in ontwikkeling omdat de samenleving ook
continu in ontwikkeling is
o hoe ze zijn vormgegeven en hoe zij veranderen heeft een grote impact op
de samenstelling EN de ontwikkeling van het recht
1
,-> het Publiekrecht draait om…
• staatsorganen en -instellingen
• algemene politieke principes en rechtsbeginselen
• juridische begrippen, regels, procedures,…
b) Waarom de geschiedenis van het Publiekrecht?
-> voorbeeld : Belgische revolutie (1830-1831) is het resultaat van…
=> belangrijk : er is niet één reden maar!! er zijn er verschillende die we vandaag de
::: dag nog zien terugkomen
• constitutionele bezwaren
o opvattingen over de rol van de regering en de vorst t.o.v. de
vertegenwoordigende vergaderingen
o onderdrukking van de oppositie via een inperkingen van grondrechten
zoals godsdienstvrijheid, persvrijheid, petitierecht,…
• culturele motieven
o Franse taal van politieke elite staat haaks op het taalbeleid van Willem I
o sinds Franse annexatie richt bourgeoisie en de adel haar blik op Frankrijk
=> gevolg : men wilt het Nederlands niet doorvoeren
• politieke klachten
o er is een ondervertegenwoordiging van het Zuidelijk deel van het Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden in de Staten-Generaal
o het Noorden men wilt een gelijke vertegenwoordiging vermijden
• religieuze overwegingen
o de bevolking in het Zuidelijke deel is overwegend katholiek ó de bevoliing
in het Noordelijk deel is overwegend protestant
o Willem en zijn regering willen verhinderen dat het Zuiden sterker
vertegenwoordigd zou worden in de Staten-Generaal
• economische gronden
o in het Zuiden ontstaat het idee dat Willem en zijn regering het Noorden
economisch voortrekt maar!! in werkelijkheid is dit niet zo
o het Noorden is even zwaar belast als het Zuiden
• toevallige elementen : Russisch leger moet opgeleid worden ??
2
, -> goed rechtshistorisch onderzoek vormt een goede basis voor een goed begrip van het
:: hedendaagse recht :
• het leert ons waarom bepaalde regels al dan niet wel tot ons huidig recht behoren
• kennis en inzicht in ontwikkeling en toepassing van recht en rechtsregels in hun
historische context geeft ons inzicht in bepaalde aangeleverde argumenten
o voordeel : informeert ons over de pro’s en contra’s van welbepaalde
vormen van aanpak
o belangrijk : bij het maken van een dergelijke keuze is het rechtvaardige
karakter van een regel een essentiële factor
=> de inhoud van een rechtvaardigheidsbegrip is variabel van aard met
:: zowel negatieve als positieve resultaten tot gevolg
• rechtshistorische dimensie een belangrijke component in veel (maar wel niet
alle) contemporaine rechtsvergelijkende onderzoeken
• toont ook aan dat macht en machtsconflicten aan basis liggen van staatsbestel
=> ‘’Gestolde macht’’ = macht in verschillende verschijningsvormen afhankelijk
;;; van de omstandigheden
-> belangrijk = inzicht in het verleden krijgen
=> voordeel : inzicht in het verleden laat toe om…
• het potentieel van het staatsbestel en de beperkingen van juridische stelsels in
een welbepaalde context te ontwaren
• een onderscheid te maken tussen het essentiële en het incidentele
OPMERKING :
• bekijk voor elk hoofdstuk reflectievragen want zijn
belangrijk voor het examen !!!
• in principe zijn lesnotities en ppt. DUS studeer met
ppt. om de kern van leerstof te begrijpen 3
, Hoofdstuk 1 : Het moderne staatsbegrip
Inleiding
-> vraag : Hoe regelen we de manier waarop we onszelf besturen?
• ‘’regelen’’ => regel
• een regel veronderstelt een norm (= recht)
-> overal is er iets gemeenschappelijk in manier waarop staten worden bestuurd :
• de manier waarmee de overheid legitimiteit krijgt om de mensen te besturen is
voor elke staat anders en evolueert ook op een andere manier
=> er is geen uniform model qua ideologie en juridisch systeem
• voor sommige denkers (natuurrechtsdenker) is de natuurtoestand pure chaos
o om uit deze situatie van oorlog en chaos te geraken stelt men dat men de
macht moet centraliseren naar één centrale persoon of instelling
o ó vandaag : in de meeste staten is er een representatief regime waarbij
bevolking zich kan laten vertegenwoordigen
-> essentiële vraag in publiekrecht : Hoe onszelf besturen zodat we vrij blijven?
=> deze vraag zorgt voor een spanningsveld :
o Hoe de democratie in constitutionele zin denken?
o Hoe rechten bewaren en ervoor zorgen dat een democratische
meerderheid de rechten en belangen van de minderheden niet miskent
OPMERKING : dit spanningsveld vormt de intellectuele achtergrond van de ontwikkeling
van de liberale staat
1.1 De idee van ‘de staat’
-> Begrip ‘staat’ = status of toestand
=> uitgangspunt : enige manier om rust te creëeren en te verhinderen dat een groep
;;; mensen die samenleven in chaos en geweld vervalt
o macht om bevelen op te leggen voor één persoon of instelling
o deze persoon/instelling maakt de wet die op iedereen van toepassing is
o deze persoon/instelling heeft een geweldmonopolie en is dan ook de
enige die geweld mag gebruiken om iets af te dwingen
-> de definiëring van wat een staat is is afhankelijk van welk standpunt men inneemt :
• moderne / hedendaagse geschiedenis
• vroegmoderne / nieuwe geschiedenis
• middeleeuwen
4