Inhoud
Perspectieven......................................................................................................... 2
Materieel strafrecht............................................................................................. 3
Formeel strafrecht............................................................................................... 3
H1 karakter en plaats van het strafrecht.............................................................4
Een strafbaar feit................................................................................................. 5
Opbouw bepaling in het wetboek........................................................................6
Perspectieven...................................................................................................... 6
Arrest: C.R. v. het Verenigd Koninkrijk.................................................................8
Juridisch-technische indelingen...........................................................................8
Hoofdvragen art. 350 Sv..................................................................................... 9
Legaliteit............................................................................................................... 10
Materieel legaliteitsbeginsel.............................................................................. 10
Formeel legaliteitsbeginsel................................................................................ 10
De inwendige bestanddelen: opzet en schuld...................................................11
Arrest Krulsla..................................................................................................... 12
Arrest muilkorf................................................................................................... 12
Opzet en culpa..................................................................................................... 13
Arrest Porsche................................................................................................... 14
Arrest Spookrijder.............................................................................................. 15
Arrest Verpleegster............................................................................................ 16
Arrest Hoornse taart.......................................................................................... 16
Arrest Blackout.................................................................................................. 16
Arrest Enkhuizer doodslag................................................................................. 17
Deelneming.......................................................................................................... 18
Arrest melk en water......................................................................................... 19
Arrest Containerdiefstel..................................................................................... 20
Arrest overzichtsarrest medeplegen..................................................................20
Voorfase............................................................................................................... 22
Arrest Uitzendbureau Cito................................................................................. 23
Arrest Grenswisselkantoor................................................................................. 24
Strafuitsluiting...................................................................................................... 25
Overmacht (art. 40 Sr)...................................................................................... 25
Noodweer en noodweerexces (art. 41 Sr).........................................................26
Strafuitsluitingsgronden.................................................................................... 27
Arrest Opticien.................................................................................................. 27
,Opsporing............................................................................................................. 28
Verhoor en cautie.............................................................................................. 30
Dwangmiddelen.................................................................................................... 31
Soorten dwangmiddelen.................................................................................... 31
Systematiek van de dwangmiddelen.................................................................32
Arrest Braak bij binnentreden............................................................................32
Vervolging............................................................................................................ 33
Sepot................................................................................................................. 33
Perspectieven
Strafrecht is het door de overheid toegebracht, leed op grond van
normschending. Het gaat om gedrag dat afwijkt van een materiële norm,
wederrechtelijk gedrag. Strijdigheid met het objectieve recht, dat is het
,geschreven en ongeschreven recht. Een strafbepaling bestaat altijd uit een
delictsomschrijving en een sanctienorm.
Ultimum remedium: het uiterste redmiddel waarop door de wetgever pas
een beroep mag worden gedaan als de sancties van andere
rechtsgebieden ontoereikend moesten worden geacht.
Primum remedium: een totaalstrafrecht, een strafrecht met ferme straffen,
dat altijd, en overal, moet
Materieel strafrecht
In het materiële strafrecht draait het om de vraag of en in welke vorm
strafrechtelijke aansprakelijkheid kan worden aangenomen of de daarvoor
geldende voorwaarden zijn vervuld. Wat is er nou strafbaar? Bronnen: Wetboek
van Strafrecht en bijzondere wetten (Opiumwet, Wet Wapens en Munitie etc.).
Wetboek van Strafrecht:
Boek 1: algemene bepalingen, allerlei aspecten die voor heel veel
delicten van toepassing zijn. Bijv. straffen (titel 2) en maatregelen (titel
2a). Ook allerlei algemene leerstukken, bijv. poging en voorbereiding van
een moord. Art 91 Sr bepaalt dat de regels in boek 1 ook bij de bijzondere
wetten kunnen worden toegepast.
Boek 2: misdrijven, de delicten staan van groot naar klein, start met
impact op de staat en gaat steeds meer naar impact op een enkeling.
Boek 3: overtredingen, dit kan sneller worden afgehandeld dan
misdrijven. Beginnen met algemene veiligheid en het wordt steeds
specifieker via openbare orde.
Misdrijven <> overtredingen: schuld en opzet zijn nooit bestanddelen in
overtredingen.
Formeel strafrecht
In het formele recht draait het om de vraag, hoe pakken we het nou aan als er
een strafbaar feit is gepleegd. Wat mogen we doen en hoe verloopt zo’n
procedure? Het formele recht schrijft de procedure voor waarlangs het materiële
recht dient te worden gehandhaafd. Bronnen: Wetboek van Strafvordering en
bijzondere wetten (Opiumwet, Wet Wapens en Munitie etc.).
Wetboek van Strafvordering:
Boek 1: Algemene bepalingen, dingen die handig zijn om te weten
vooraf. Titel 6 geeft definities.
Boek 2: strafvordering in eersten aanleg, 348/350 Sv extreem
belangrijk.
Boek 3: rechtsmiddelen
Boek 4: enige rechtsplegingen van bijzondere aard, speciale
gevallen bijv. minderjarigen, wraking etc.
Boek 5: Internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking,
veel regels in dit boek maar ook in de latere wetten, die staan achter het
Wetboek van Strafvordering. Hier wordt ook gesproken over iemand
leveren over de grens.
, Boek 6: tenuitvoerlegging, H2 interessant hoe het nou in zijn werk gaat.
Het formele recht schrijft de procedure voor waarlangs het materiële recht dient
te worden gehandhaafd. Zonder formeel recht mist het materiële recht z’n
kracht.
H1 karakter en plaats van het strafrecht
Personen tijdens het verloop van het strafproces:
Opsporingsambtenaren: opsporing van strafbare feiten
Het OM: de taak om als representant van de gemeenschap wakend voor
het algemeen belang, in voorkomende gevallen degene, die verdacht
wordt van een strafbaar feit, te dagvaarden voor het gerecht en daardoor
het oordeel over dat feit in te roepen van de rechter, die belast is met
rechtspraak.
o Bij de rechtbank: OvJ
o Bij het hof: AG
De raadsman: in een zo vroeg mogelijk stadium voor de juridische
belangen van de verdachte opkomt.
De reclasseringsfunctionaris
De rechter: onafhankelijkheid > onafzetbaar en zijn rechtspositie is
geregeld bij de wet art. 117 Gw
o De R-C
o De raadkamer
o De meervoudige kamer
De griffier: taak om al wat voorvalt en gesproken wordt op tet tekenen in
een proces-verbaal.
Aangifte burger
Het ministerie van Justitie en Veiligheid: houdt grotendeels het apparaat
van de strafrechtpleging in stand. Ook het beheer over de politie.
De Raad voor de Rechtspraak: verzorgt en verdeelt de financiën en
bevordert de kwaliteit van de rechtspraak.
Vrijheidsstreven
Het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr)
o Duidelijk zijn > lex certa beginsel
o Verbod van analogie
o Geen terugwerkende kracht
Nulla-poena beginsel (art. 16 Gw)
Strafbare poging aan te kunnen nemen, neemt geen genoegen met alleen
de verkeerde gezindheid van de dader, maar bovendien eist dat er
daadwerkelijk een begin met de uitvoering van een delict is gemaakt (art.
45 Sr)
Ne bis in idem: iemand kan niet tweemaal achtereen voor hetzelfde feit
worden vervolgd (art. 68 Sr)
Herziening ten nadele van de verdacht (art. 482a-i Sv)
Perspectieven......................................................................................................... 2
Materieel strafrecht............................................................................................. 3
Formeel strafrecht............................................................................................... 3
H1 karakter en plaats van het strafrecht.............................................................4
Een strafbaar feit................................................................................................. 5
Opbouw bepaling in het wetboek........................................................................6
Perspectieven...................................................................................................... 6
Arrest: C.R. v. het Verenigd Koninkrijk.................................................................8
Juridisch-technische indelingen...........................................................................8
Hoofdvragen art. 350 Sv..................................................................................... 9
Legaliteit............................................................................................................... 10
Materieel legaliteitsbeginsel.............................................................................. 10
Formeel legaliteitsbeginsel................................................................................ 10
De inwendige bestanddelen: opzet en schuld...................................................11
Arrest Krulsla..................................................................................................... 12
Arrest muilkorf................................................................................................... 12
Opzet en culpa..................................................................................................... 13
Arrest Porsche................................................................................................... 14
Arrest Spookrijder.............................................................................................. 15
Arrest Verpleegster............................................................................................ 16
Arrest Hoornse taart.......................................................................................... 16
Arrest Blackout.................................................................................................. 16
Arrest Enkhuizer doodslag................................................................................. 17
Deelneming.......................................................................................................... 18
Arrest melk en water......................................................................................... 19
Arrest Containerdiefstel..................................................................................... 20
Arrest overzichtsarrest medeplegen..................................................................20
Voorfase............................................................................................................... 22
Arrest Uitzendbureau Cito................................................................................. 23
Arrest Grenswisselkantoor................................................................................. 24
Strafuitsluiting...................................................................................................... 25
Overmacht (art. 40 Sr)...................................................................................... 25
Noodweer en noodweerexces (art. 41 Sr).........................................................26
Strafuitsluitingsgronden.................................................................................... 27
Arrest Opticien.................................................................................................. 27
,Opsporing............................................................................................................. 28
Verhoor en cautie.............................................................................................. 30
Dwangmiddelen.................................................................................................... 31
Soorten dwangmiddelen.................................................................................... 31
Systematiek van de dwangmiddelen.................................................................32
Arrest Braak bij binnentreden............................................................................32
Vervolging............................................................................................................ 33
Sepot................................................................................................................. 33
Perspectieven
Strafrecht is het door de overheid toegebracht, leed op grond van
normschending. Het gaat om gedrag dat afwijkt van een materiële norm,
wederrechtelijk gedrag. Strijdigheid met het objectieve recht, dat is het
,geschreven en ongeschreven recht. Een strafbepaling bestaat altijd uit een
delictsomschrijving en een sanctienorm.
Ultimum remedium: het uiterste redmiddel waarop door de wetgever pas
een beroep mag worden gedaan als de sancties van andere
rechtsgebieden ontoereikend moesten worden geacht.
Primum remedium: een totaalstrafrecht, een strafrecht met ferme straffen,
dat altijd, en overal, moet
Materieel strafrecht
In het materiële strafrecht draait het om de vraag of en in welke vorm
strafrechtelijke aansprakelijkheid kan worden aangenomen of de daarvoor
geldende voorwaarden zijn vervuld. Wat is er nou strafbaar? Bronnen: Wetboek
van Strafrecht en bijzondere wetten (Opiumwet, Wet Wapens en Munitie etc.).
Wetboek van Strafrecht:
Boek 1: algemene bepalingen, allerlei aspecten die voor heel veel
delicten van toepassing zijn. Bijv. straffen (titel 2) en maatregelen (titel
2a). Ook allerlei algemene leerstukken, bijv. poging en voorbereiding van
een moord. Art 91 Sr bepaalt dat de regels in boek 1 ook bij de bijzondere
wetten kunnen worden toegepast.
Boek 2: misdrijven, de delicten staan van groot naar klein, start met
impact op de staat en gaat steeds meer naar impact op een enkeling.
Boek 3: overtredingen, dit kan sneller worden afgehandeld dan
misdrijven. Beginnen met algemene veiligheid en het wordt steeds
specifieker via openbare orde.
Misdrijven <> overtredingen: schuld en opzet zijn nooit bestanddelen in
overtredingen.
Formeel strafrecht
In het formele recht draait het om de vraag, hoe pakken we het nou aan als er
een strafbaar feit is gepleegd. Wat mogen we doen en hoe verloopt zo’n
procedure? Het formele recht schrijft de procedure voor waarlangs het materiële
recht dient te worden gehandhaafd. Bronnen: Wetboek van Strafvordering en
bijzondere wetten (Opiumwet, Wet Wapens en Munitie etc.).
Wetboek van Strafvordering:
Boek 1: Algemene bepalingen, dingen die handig zijn om te weten
vooraf. Titel 6 geeft definities.
Boek 2: strafvordering in eersten aanleg, 348/350 Sv extreem
belangrijk.
Boek 3: rechtsmiddelen
Boek 4: enige rechtsplegingen van bijzondere aard, speciale
gevallen bijv. minderjarigen, wraking etc.
Boek 5: Internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking,
veel regels in dit boek maar ook in de latere wetten, die staan achter het
Wetboek van Strafvordering. Hier wordt ook gesproken over iemand
leveren over de grens.
, Boek 6: tenuitvoerlegging, H2 interessant hoe het nou in zijn werk gaat.
Het formele recht schrijft de procedure voor waarlangs het materiële recht dient
te worden gehandhaafd. Zonder formeel recht mist het materiële recht z’n
kracht.
H1 karakter en plaats van het strafrecht
Personen tijdens het verloop van het strafproces:
Opsporingsambtenaren: opsporing van strafbare feiten
Het OM: de taak om als representant van de gemeenschap wakend voor
het algemeen belang, in voorkomende gevallen degene, die verdacht
wordt van een strafbaar feit, te dagvaarden voor het gerecht en daardoor
het oordeel over dat feit in te roepen van de rechter, die belast is met
rechtspraak.
o Bij de rechtbank: OvJ
o Bij het hof: AG
De raadsman: in een zo vroeg mogelijk stadium voor de juridische
belangen van de verdachte opkomt.
De reclasseringsfunctionaris
De rechter: onafhankelijkheid > onafzetbaar en zijn rechtspositie is
geregeld bij de wet art. 117 Gw
o De R-C
o De raadkamer
o De meervoudige kamer
De griffier: taak om al wat voorvalt en gesproken wordt op tet tekenen in
een proces-verbaal.
Aangifte burger
Het ministerie van Justitie en Veiligheid: houdt grotendeels het apparaat
van de strafrechtpleging in stand. Ook het beheer over de politie.
De Raad voor de Rechtspraak: verzorgt en verdeelt de financiën en
bevordert de kwaliteit van de rechtspraak.
Vrijheidsstreven
Het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr)
o Duidelijk zijn > lex certa beginsel
o Verbod van analogie
o Geen terugwerkende kracht
Nulla-poena beginsel (art. 16 Gw)
Strafbare poging aan te kunnen nemen, neemt geen genoegen met alleen
de verkeerde gezindheid van de dader, maar bovendien eist dat er
daadwerkelijk een begin met de uitvoering van een delict is gemaakt (art.
45 Sr)
Ne bis in idem: iemand kan niet tweemaal achtereen voor hetzelfde feit
worden vervolgd (art. 68 Sr)
Herziening ten nadele van de verdacht (art. 482a-i Sv)
