100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

samenvatting angst en depressie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
91
Geüpload op
19-05-2025
Geschreven in
2024/2025

Deze samenvatting bevat de hoorcolleges en de bijbehorende literatuur (artikelen en boek hoofdstukken). ook is er aan het einde een rode draad en belangrijke verbindingen van het vak toegevoegd.

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
19 mei 2025
Aantal pagina's
91
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoorcollege 1
Waarom dit vak over angststoornissen?
Doel:
 Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische problemen bij kinderen en
jongeren.
 Ze voorspellen vaak latere psychische klachten op volwassen leeftijd.
 Maar: ze worden vaak niet op tijd herkend of behandeld – vooral angststoornissen.

Wat is de ‘prevalentie-inflatie-hypothese’?
 Jongeren hebben niet per se méér psychische problemen, maar:
o Ze kunnen ze beter verwoorden.
o Daardoor lijkt het alsof er een stijging is in problemen, maar het gaat ook om betere
herkenning en communicatie.

Wat is angst – en wanneer is het een probleem?
Angst is:
 Normaal: het is een natuurlijke reactie op gevaar (bijvoorbeeld: je schrikt van een slang).
 Nuttig: het zorgt ervoor dat je alert bent en jezelf beschermt.
Vrees ≠ Angst
Vrees Angst
Reactie op nu Reactie op toekomst
Kortdurend Langdurig
Vaak logisch Soms overdreven of vaag
Angst ≠ Altijd Slecht
 Voorbeeld: als je nooit bang zou zijn, zou je jezelf misschien in gevaar brengen (bijv. zonder
kijken oversteken).
 Angst is dus adaptief: het helpt je overleven.

Welke angsten zijn normaal op bepaalde leeftijden?
Kinderen ontwikkelen angsten die horen bij hun ontwikkelingsfase:
Leeftijd Normale angsten
0-1 jaar Harde geluiden, vreemde mensen
1-3 jaar Scheiding van ouders, dieren, donder, nachtmerries
4-7 jaar Fantasiewezens, de dood, ziek worden
7-11 jaar Falen op school, afwijzing, pesten
12+ Sociale afwijzing, klimaat, oorlog, toekomst
Deze angsten zijn dus normaal – zolang ze niet te intens, langdurig of beperkend zijn.

Wanneer wordt angst een probleem?
Angst wordt pathologisch als:
 De angst veel heftiger is dan logisch voor de situatie.
 De angst niet past bij de leeftijd (bijvoorbeeld: een 13-jarige die niet zonder ouders wil
slapen).
 Het lang blijft bestaan (maanden).
 Het functioneren verstoort (school, sociaal, emotioneel).
 Het leidt tot vermijding of controleverlies.
Van normaal → problematisch → pathologisch

Hoe zie je angst bij kinderen?
Symptomen zijn onder te verdelen in vier categorieën:
Type Voorbeelden
Gedrag Vermijden, huilen, vastklampen
Cognitie Piekeren, moeilijk concentreren, focus op dreiging
Lichamelijk Misselijk, zweten, hartkloppingen, duizelig
Sociaal Weinig aansluiting, schooluitval
Overzicht: Welke angststoornissen zijn er volgens de DSM-5?
1. Separatieangststoornis

,  Komt vaak voor bij jonge kinderen (7-8 jaar).
 Angst om gescheiden te worden van ouders/verzorgers.
 Symptomen: buikpijn, piekeren, niet naar school willen, nachtmerries.
 Vaak ná een stressvolle gebeurtenis.
 Hoge comorbiditeit met depressie.

2. Specifieke fobie
 Angst voor een specifiek iets: bijv. spinnen, bloed, hoogtes, liften.
 Wordt vermeden of alleen verdragen met veel angst.
 Kinderen kunnen huilen, verstijven, driftbuien krijgen.
 Piekleeftijd: 10-13 jaar.
 Komt vaak voor (20%), maar weinig behandeling.

3. Sociale angststoornis
 Angst voor negatieve beoordeling in sociale situaties.
 Voorbeelden: praten in de klas, eten in bijzijn van anderen.
 Komt meestal op in adolescentie (vanaf 10-12 jaar).
 Meer bij meisjes dan jongens (2:1).
 Kinderen hoeven het zelf niet buitensporig te vinden.
 Hoge comorbiditeit met andere angststoornissen.

4. Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
 Overmatig piekeren over veel onderwerpen tegelijk: gezondheid, school, rampen…
 Fysieke klachten: gespannen spieren, slecht slapen.
 Kinderen kunnen moeilijk stoppen met piekeren.
 Komt vaak op rond 10-13 jaar, vaak chronisch.
 Meeste verwijzingen in de praktijk!

5. Paniekstoornis
 Plotselinge paniekaanvallen met lichamelijke symptomen: hartkloppingen, ademnood,
misselijkheid.
 Vaak met angst om “gek te worden” of te sterven.
 Ontstaat meestal in puberteit of later.
 Zeldzaam bij jonge kinderen.

6. Agorafobie
 Angst voor plekken waar ontsnappen moeilijk is: OV, menigte, winkel.
 Niet meer automatisch gekoppeld aan paniekstoornis.
 Begint meestal rond 15-16 jaar.
 Meer bij meisjes, hoge comorbiditeit.

7. Selectief mutisme
 Kind spreekt niet in sociale situaties waar het hoort (bv. op school), maar wel thuis.
 Niet door taalprobleem of stotteren.
 Begint vaak op jonge leeftijd (3-4 jaar).
 Vaak comorbiditeit met sociale angst.
 Nieuw onder de categorie 'angststoornissen' in DSM-5.

Holistische benadering kijkt naar meerdere factoren die bijdragen aan symtomen: bio,psy,sociaal.

Belangrijke inzichten uit het college
 Kijk verder dan alleen de symptomen.
 Diagnoses zijn handig als taal, maar zeggen niet alles over het kind.
 Gebruik ook context, ontwikkeling en omgeving in je beoordeling.
Boek Mash, E.J. & Wolfe. D.A. (2019) hoofdstuk 11
Angst is een emotie die je voelt als je denkt dat er iets ergs gaat gebeuren in de toekomst. Het is
eigenlijk een waarschuwingssysteem van je lichaam.

Belangrijk verschil:

,Vrees (fear) Angst (anxiety)
Reactie op direct gevaar Gaat over toekomstige dreiging
Je ziet een slang Je bent bang om misschien ooit gebeten te worden

Drie manieren waarop angst zich laat zien:
1. Lichamelijk → hartkloppingen, zweten, buikpijn
2. Gedachten → piekeren, rampen denken
3. Gedrag → vermijden, huilen, bevriezen
Voorbeeld: een kind dat bang is voor school → krijgt buikpijn, denkt “ik kan het niet” en blijft thuis.

Wanneer is angst normaal? Wanneer een stoornis?
Angst hoort bij opgroeien. Kinderen zijn op bepaalde leeftijden bang voor dingen:
 Baby’s → vreemden, harde geluiden
 Peuters → monsters, het donker
 Schoolkinderen → toetsen, niet goed genoeg zijn
 Tieners → afwijzing, prestaties, klimaat
Normaal: als de angst past bij de leeftijd en vanzelf weer minder wordt
Stoornis: als de angst extreem is, lang duurt en het dagelijks leven verstoort

Welke angststoornissen zijn er volgens de DSM-5?
1. Separation Anxiety Disorder (SAD)
 Kind is overdreven bang om van ouders gescheiden te worden.
 Doet van alles om bij hen te blijven (niet naar school durven, nachtmerries).
 Kan leiden tot lichamelijke klachten zoals buikpijn of hoofdpijn.
 Begint vaak vóór 10 jaar.
2. Specifieke fobie
 Angst voor één specifiek ding: honden, spinnen, bloed, hoogtes, vliegen…
 Kind vermijdt dit object extreem.
 Ze weten vaak dat het overdreven is, maar voelen het toch écht.
3. Social Anxiety Disorder (SOC)
 Extreme angst om iets fout te doen of uitgelachen te worden.
 Durven niet te praten in de klas, vragen te stellen of in groepen te zijn.
 Vaak heel zelfbewust, blozen snel, vermijden sociale situaties.
4. Selectief mutisme
 Kind praat niet in sociale situaties (bijv. op school), maar wél thuis.
 Vaak te maken met sociale angst.
 Begint vaak vóór de leeftijd van 5 jaar.
5. Panic Disorder
 Kind heeft paniekaanvallen: plots intense angst met heftige lichamelijke klachten.
 Hartkloppingen, ademnood, trillen, gevoel gek te worden of te sterven.
 Vaak bang dat de aanval terugkomt.
6. Agorafobie
 Angst voor plekken waar ze niet weg kunnen of hulp krijgen (bv. drukke winkels).
 Vaak combinatie met paniekstoornis.
 Ze gaan plekken vermijden → school, bus, winkel, enz.
7. Generalized Anxiety Disorder (GAD)
 Kind maakt zich constant zorgen over alles: school, familie, toekomst.
 Zorgen zijn niet te stoppen, zelfs al is er niks aan de hand.
 Slaapproblemen, gespannen spieren, snel moe.

Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD)
OCD valt tegenwoordig officieel niet meer onder angststoornissen, maar komt heel vaak samen met
angst voor en wordt dus hier besproken.
OCD = twee delen:
1. Obsessies → opdringerige gedachten (“Ik word besmet”)
2. Compulsies → handelingen om die gedachten weg te maken (bv. handen wassen, tellen)
Voorbeeld: een kind denkt steeds dat hij ziek wordt als hij iets aanraakt → hij wast zijn handen 30x per
dag. Dit helpt even, maar op lange termijn blijft de angst of wordt zelfs erger.

Waarom krijgt het ene kind wel een angststoornis en het andere niet?

, A. Biologische en genetische factoren:
 Angst kan erfelijk zijn.
 Kinderen met een overactief stresssysteem zijn gevoeliger.
B. Temperament:
 Sommige kinderen zijn van nature verlegen, voorzichtig en terughoudend → meer kans op
angststoornis (gedragsinhibitie).
C. Cognitieve factoren:
 Kinderen met angst denken sneller in rampen (“Als ik een fout maak, vinden ze me dom”).
 Ze letten meer op dreiging en onderschatten zichzelf.
D. Omgeving:
 Opvoeding speelt mee: angstige of overbeschermende ouders.
 Onveilige hechting: kinderen voelen zich niet veilig of gesteund.

Hoe merk je dat een kind een angststoornis heeft?
Lichamelijke klachten:
 Buikpijn, hoofdpijn, duizeligheid, niet slapen, misselijkheid
Cognitieve kenmerken:
 Zich dom voelen, negatieve zelfspraak (“Ik kan dit niet”)
 Lage concentratie
Gedrag:
 Vermijden van situaties (school, feestjes, presenteren)
 Afhankelijk van ouders
Sociaal:
 Moeite met vriendschappen
 Minder zelfvertrouwen
 Soms schooluitval

Wie krijgt het vaker?
 Meisjes hebben meer angststoornissen dan jongens.
 Angststoornissen komen in alle culturen voor, maar de manier waarop kinderen angst
uiten kan verschillen.

Hoe behandel je angststoornissen?
A. Cognitieve gedragstherapie (CGT) – de Gouden Standaard!
 Kind leert zijn gedachten te onderzoeken (“Klopt het wat ik denk?”).
 Kind leert helpende gedachten (“Ik ben bang, maar ik kan dit”).
 Kind doet exposure: oefenen met enge situaties, zonder te vluchten of vermijden.
 Kind leert: “Als ik het probeer, wordt het minder eng.”
Voorbeeld: bang om in de klas te praten → oefenen met één zin zeggen → dan steeds een beetje
meer.
B. Medicatie
 Alleen bij ernstige angst of OCD, meestal SSRI’s (zoals fluoxetine).
 Wordt vaak gecombineerd met CGT.
C. Ouderbegeleiding
 Ouders leren hoe ze niet teveel moeten geruststellen of angst versterken.
 Ze leren hoe ze hun kind kunnen steunen zonder over te nemen.
D. Preventieprogramma’s
 Voor kinderen met risicokenmerken (zoals verlegenheid).
 Gericht op zelfvertrouwen opbouwen, piekeren aanpakken en sociale vaardigheden
trainen.
Boek Beidel, D.C., & Alfano, C.A. (2011). Hoofdstuk 2
Angst is een normale emotie die je helpt om gevaar te herkennen en te vermijden. Je lichaam maakt
zich klaar om te vluchten of te vechten. Bij kinderen met een angststoornis gaat dat alarmsysteem
veel te snel af, ook als er helemaal geen gevaar is. Ze reageren heftig op situaties die voor anderen
veilig zijn.
Stel je voor: je krijgt hartkloppingen en buikpijn bij het idee dat je vader even naar de supermarkt gaat
→ dat is niet meer ‘normale’ angst.

Waaruit bestaat angst?

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Chiaravankooten Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
26
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
17
Documenten
11
Laatst verkocht
2 maanden geleden

4.0

3 beoordelingen

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen