Samenvatting week 1 – De uitgangspunten van het Nederlandse
strafprocesrecht
1. Onderscheid te maken tussen de algemene taakstellende bepalingen en
specifieke wettelijke bepalingen als grondslag voor de inzet van
opsporingsmethoden
In het straf(proces)recht bestaan algemene taakstellende bepalingen, die het
algemene kader voor opsporing bieden, en specifieke wettelijke bepalingen, die
concrete bevoegdheden voor opsporingsmethoden regelen.
Algemene bepalingen (zoals art. 141 en 142 Sv) geven aan welke
instanties opsporingsbevoegdheid hebben en binnen welke grenzen.
Specifieke bepalingen (zoals art. 126ng Sv, 126ne Sv, 126nf Sv) geven
concrete bevoegdheden voor bijvoorbeeld het vorderen van gegevens en
doorzoeken van digitale apparaten.
HR Post CG/Landeck – politie mag zonder voorafgaande toestemming onderzoek
doen aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdrager, mits dit slechts een
beperkte inbreuk op de privacy oplevert. Indien het onderzoek echter gevoelige
gegevens betreft, zoals locatiegegevens, communicatiegegevens of andere
privacygevoelige informatie, is voorafgaande rechterlijke toetsing door een
rechter-commissaris vereist, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie
Werkgroep aantekeningen
Art. 3 Politiewet = algemene bepaling over wat de politie mag
Legaliteitsbeginsel – alle bevoegdheden van politie moeten vaststaan in de
wet
o Ter bescherming rechten volk
Niet alles kan opgenomen worden in het Wetboek van Strafvordering
o Veel handelingen vallen onder de algemene taakstelling
Hoe dieper de inbreuk, hoe specifieker de bepaling moet zijn
Art. 3 Politiewet en art. 141 Sv
> Beiden zijn algemene wettelijke taakstellingen voor het opsporen van strafbare
feiten. Volstaan alleen bij bepaalde beperkte inbreuken op grondrechten
Hoe dieper de inbreuk, hoe specifieker de bepaling moet zijn
> Wanneer is sprake van meer dan beperkte inbreuk?
Als er meer of min een concreet beeld van iemands leven wordt verworven
o Vaker in iemands afval kijken of post kijken (meer weken lang)
Het gebruik van een warmtebeeldkijker = geen specifieke bepaling in Wetboek
van Rechtsvordering – dus kijken naar algemene bepalingen
> Is er sprake van een beperkte inbreuk?
Je ziet niet concreet wat er gebeurd > dus geen beeld
Het is 1x een beeld met de warmtelamp, dan kan je geen goed beeld
krijgen van hoe iemands leven is
Mate van inbreuk
> Beperkte inbreuk
Art. 3 Politiewet en 141 Sv bieden toereikende wettelijke grondslag
,> Meer dan beperkte inbreuk
Min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van het persoonlijk
leven
o Ro. 2.6 onder 4.2 HR Post/Landeck
o Mede afhankelijk van de plaats, duur, intensiteit en frequentie van
observatie
Art. 3 Politiewet en art. 141 Sv bieden geen toereikende wettelijke
grondslag onvoldoende specifiek geformuleerd
Art. 94, 95 en 96 Sv in samenwerking geven bevoegdheid tot inbeslagneming
van smartphone
Kan je inbeslagneming van tas gelijk stellen met inbeslagneming van
smartphone?
o Valt dat onder de algemene bepalingen of moet er een specifieke
bepaling zijn
Zie HR Post CG/Landeck
HR Post CG/Landeck
> ro. 4.2 – smartphone mag inbeslaggenomen worden op grond van de algemene
bepalingen
Alleen als dit een beperkte inbreuk maakt
Samenvatting onderzoeksbevoegdheid:
i. Beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer
a. Opsporingsambtenaren op grond van art. 94, 95, 96 Sv en art. 141
+ 148 Sv bevoegd (ro. 4.2 + 5.2.2)
i. Enkel identificeren gebruiker
ii. Enkel beperkte waarnemingen over het feitelijk gebruik van
elektronische gegevensdragers aangetroffen bij verdachte
(bijv. na gaan welke contacten gebruiker kort tevoren heeft
gelegd) (ro. 5.2.2)
ii. Meer dan beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer
a. Voorafgaande toetsing rechter-commissaris vereist
i. Op voorhand te voorzien dat door onderzoek aan smartphone
inzicht verkregen wordt in verkeers- en locatiegegevens, of
andersoortig gegevens (zoals foto’s, browsergeschiedenis,
etc.) (ro. 5.2.4)
1. Gaat om de intentie – was de intentie om alles te
bekijken of bijvoorbeeld alleen laatste 15 minuten
ii. In machtiging moet voldoende concreet worden welk
onderzoek verricht wordt en hoe (ro. 5.2.5)
b. In spoedeisende gevallen geen voorafgaande toetsing rechter-
commissaris vereist (ro. 5.2.4)
2. Te reflecteren op de reikwijdte van specifieke wettelijke bepalingen als
grondslag voor de inzet van opsporingsmethoden, zoals de ontgrendeling van en
onderzoek aan een smartphone, in het licht van het legaliteitsbeginsel (wettelijke
grondslag) en nemo tenetur-beginsel
Legaliteitsbeginsel = elke opsporingsbevoegdheid moet wettelijke basis hebben
(art. 1 Sv)
Nemo tenetur-beginsel = verdachte kan niet worden verplicht tot verlenen van
medewerking aan verkrijgen van voor hem mogelijk bezwarend bewijsmateriaal
, HR Ontgrendelplicht smartphone
> HR oordeelde dat het invoeren van een pincode door de verdachte zelf actieve
medewerking is en daarom in strijd is met het nemo tenetur-beginsel
Dit betekent dat opsporingsinstanties de verdachte niet kunnen dwingen
om zelf de telefoon te ontgrendelen
Echter, als de politie de telefoon forensisch kan ontgrendelen zonder
actieve medewerking van de verdachte, kan dat onder specifieke
voorwaarden wel toegestaan zijn
3. De vormgeving van de wettelijke normering van de ontgrendeling van en
onderzoek aan een smartphone ten behoeve van de opsporing te analyseren en
toe te passen op een casus
Situatie Toegestaan? Wettelijke grondslag
Verdachte wordt gevraagd Ja (mits Geen dwang toegestaan
vrijwillig te ontgrendelen vrijwillig
Politie dwingt verdachte Nee Strijd met nemo tenetur (HR
pincode in te voeren Ontgrendelplicht smartphone)
Politie vordert gegevens Ja Art. 126ng Sv
van de smartphone bij een (gegevensvordering)
provider
Politie forensisch Ja Art. 126 Sv e.v. (afhankelijk van
ontgrendelt smartphone de methode)
zonder hulp van verdachte
HR Ontgrendelplicht smartphone
> Bevoegdheid tot inbeslagneming bevat tevens wettelijke basis voor
onderzoeksbevoegdheid
> Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met toepassing
proportioneel geweld handelingen worden verricht
Het is wilsonafhankelijk materiaal = je vingerdruk en gezicht is er sowieso
al, een toegangscode niet
Werkgroep aantekeningen
HR Ontgrendelplicht smartphone – mag je met elektronische gegevensdrager
> Met proportioneel geweld mag het afgedwongen worden
Het is wilsonafhankelijk materiaal – je vingerafdruk is er sowieso al
o Toegangscode niet
Rule
> Bevoegdheid tot inbeslagneming bevat tevens wettelijke basis voor
onderzoeksbevoegdheid (ro. 6.2.1)
> Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met toepassing
proportioneel geweld handelingen worden verricht (ro. 6.2.2)
strafprocesrecht
1. Onderscheid te maken tussen de algemene taakstellende bepalingen en
specifieke wettelijke bepalingen als grondslag voor de inzet van
opsporingsmethoden
In het straf(proces)recht bestaan algemene taakstellende bepalingen, die het
algemene kader voor opsporing bieden, en specifieke wettelijke bepalingen, die
concrete bevoegdheden voor opsporingsmethoden regelen.
Algemene bepalingen (zoals art. 141 en 142 Sv) geven aan welke
instanties opsporingsbevoegdheid hebben en binnen welke grenzen.
Specifieke bepalingen (zoals art. 126ng Sv, 126ne Sv, 126nf Sv) geven
concrete bevoegdheden voor bijvoorbeeld het vorderen van gegevens en
doorzoeken van digitale apparaten.
HR Post CG/Landeck – politie mag zonder voorafgaande toestemming onderzoek
doen aan inbeslaggenomen elektronische gegevensdrager, mits dit slechts een
beperkte inbreuk op de privacy oplevert. Indien het onderzoek echter gevoelige
gegevens betreft, zoals locatiegegevens, communicatiegegevens of andere
privacygevoelige informatie, is voorafgaande rechterlijke toetsing door een
rechter-commissaris vereist, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie
Werkgroep aantekeningen
Art. 3 Politiewet = algemene bepaling over wat de politie mag
Legaliteitsbeginsel – alle bevoegdheden van politie moeten vaststaan in de
wet
o Ter bescherming rechten volk
Niet alles kan opgenomen worden in het Wetboek van Strafvordering
o Veel handelingen vallen onder de algemene taakstelling
Hoe dieper de inbreuk, hoe specifieker de bepaling moet zijn
Art. 3 Politiewet en art. 141 Sv
> Beiden zijn algemene wettelijke taakstellingen voor het opsporen van strafbare
feiten. Volstaan alleen bij bepaalde beperkte inbreuken op grondrechten
Hoe dieper de inbreuk, hoe specifieker de bepaling moet zijn
> Wanneer is sprake van meer dan beperkte inbreuk?
Als er meer of min een concreet beeld van iemands leven wordt verworven
o Vaker in iemands afval kijken of post kijken (meer weken lang)
Het gebruik van een warmtebeeldkijker = geen specifieke bepaling in Wetboek
van Rechtsvordering – dus kijken naar algemene bepalingen
> Is er sprake van een beperkte inbreuk?
Je ziet niet concreet wat er gebeurd > dus geen beeld
Het is 1x een beeld met de warmtelamp, dan kan je geen goed beeld
krijgen van hoe iemands leven is
Mate van inbreuk
> Beperkte inbreuk
Art. 3 Politiewet en 141 Sv bieden toereikende wettelijke grondslag
,> Meer dan beperkte inbreuk
Min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van het persoonlijk
leven
o Ro. 2.6 onder 4.2 HR Post/Landeck
o Mede afhankelijk van de plaats, duur, intensiteit en frequentie van
observatie
Art. 3 Politiewet en art. 141 Sv bieden geen toereikende wettelijke
grondslag onvoldoende specifiek geformuleerd
Art. 94, 95 en 96 Sv in samenwerking geven bevoegdheid tot inbeslagneming
van smartphone
Kan je inbeslagneming van tas gelijk stellen met inbeslagneming van
smartphone?
o Valt dat onder de algemene bepalingen of moet er een specifieke
bepaling zijn
Zie HR Post CG/Landeck
HR Post CG/Landeck
> ro. 4.2 – smartphone mag inbeslaggenomen worden op grond van de algemene
bepalingen
Alleen als dit een beperkte inbreuk maakt
Samenvatting onderzoeksbevoegdheid:
i. Beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer
a. Opsporingsambtenaren op grond van art. 94, 95, 96 Sv en art. 141
+ 148 Sv bevoegd (ro. 4.2 + 5.2.2)
i. Enkel identificeren gebruiker
ii. Enkel beperkte waarnemingen over het feitelijk gebruik van
elektronische gegevensdragers aangetroffen bij verdachte
(bijv. na gaan welke contacten gebruiker kort tevoren heeft
gelegd) (ro. 5.2.2)
ii. Meer dan beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer
a. Voorafgaande toetsing rechter-commissaris vereist
i. Op voorhand te voorzien dat door onderzoek aan smartphone
inzicht verkregen wordt in verkeers- en locatiegegevens, of
andersoortig gegevens (zoals foto’s, browsergeschiedenis,
etc.) (ro. 5.2.4)
1. Gaat om de intentie – was de intentie om alles te
bekijken of bijvoorbeeld alleen laatste 15 minuten
ii. In machtiging moet voldoende concreet worden welk
onderzoek verricht wordt en hoe (ro. 5.2.5)
b. In spoedeisende gevallen geen voorafgaande toetsing rechter-
commissaris vereist (ro. 5.2.4)
2. Te reflecteren op de reikwijdte van specifieke wettelijke bepalingen als
grondslag voor de inzet van opsporingsmethoden, zoals de ontgrendeling van en
onderzoek aan een smartphone, in het licht van het legaliteitsbeginsel (wettelijke
grondslag) en nemo tenetur-beginsel
Legaliteitsbeginsel = elke opsporingsbevoegdheid moet wettelijke basis hebben
(art. 1 Sv)
Nemo tenetur-beginsel = verdachte kan niet worden verplicht tot verlenen van
medewerking aan verkrijgen van voor hem mogelijk bezwarend bewijsmateriaal
, HR Ontgrendelplicht smartphone
> HR oordeelde dat het invoeren van een pincode door de verdachte zelf actieve
medewerking is en daarom in strijd is met het nemo tenetur-beginsel
Dit betekent dat opsporingsinstanties de verdachte niet kunnen dwingen
om zelf de telefoon te ontgrendelen
Echter, als de politie de telefoon forensisch kan ontgrendelen zonder
actieve medewerking van de verdachte, kan dat onder specifieke
voorwaarden wel toegestaan zijn
3. De vormgeving van de wettelijke normering van de ontgrendeling van en
onderzoek aan een smartphone ten behoeve van de opsporing te analyseren en
toe te passen op een casus
Situatie Toegestaan? Wettelijke grondslag
Verdachte wordt gevraagd Ja (mits Geen dwang toegestaan
vrijwillig te ontgrendelen vrijwillig
Politie dwingt verdachte Nee Strijd met nemo tenetur (HR
pincode in te voeren Ontgrendelplicht smartphone)
Politie vordert gegevens Ja Art. 126ng Sv
van de smartphone bij een (gegevensvordering)
provider
Politie forensisch Ja Art. 126 Sv e.v. (afhankelijk van
ontgrendelt smartphone de methode)
zonder hulp van verdachte
HR Ontgrendelplicht smartphone
> Bevoegdheid tot inbeslagneming bevat tevens wettelijke basis voor
onderzoeksbevoegdheid
> Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met toepassing
proportioneel geweld handelingen worden verricht
Het is wilsonafhankelijk materiaal = je vingerdruk en gezicht is er sowieso
al, een toegangscode niet
Werkgroep aantekeningen
HR Ontgrendelplicht smartphone – mag je met elektronische gegevensdrager
> Met proportioneel geweld mag het afgedwongen worden
Het is wilsonafhankelijk materiaal – je vingerafdruk is er sowieso al
o Toegangscode niet
Rule
> Bevoegdheid tot inbeslagneming bevat tevens wettelijke basis voor
onderzoeksbevoegdheid (ro. 6.2.1)
> Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met toepassing
proportioneel geweld handelingen worden verricht (ro. 6.2.2)