TOETSTOF
Reader: inleiding vegetatiekunde
Soortenlijst fauna
Powerpoints en lesstof behoren bij de lessen:
- Ecologie (Gert Jan vd Veen)
- Veen:
▪ Verplichte soorten
▪ Vegetatiekunde definities
▪ Floradistricten met kenmerkende soorten
▪ Klassieke successiereeksen met belangrijkste kenmerkende vegetaties
▪ Verschillende typen successie kennen
▪ Sturende factoren kunnen benoemen
- Kust
- Fauna:
Vissen, amfibieën en reptielen, zoogdieren: docent Marius Christiaans
Aquatische fauna: docent Gert Jan vd Veen,
Roofdieren en vogels: docent Jos Wintermans
Bijen: de Snoo
Libellen en vlinders: docent Marije Siemes-de Kruijf
ECOLOGIE
De vegetatiekunde, ook wel fytosociologie, plantensociologie of fytocoenologie genoemd = tak van biologie die de vegetatie als
object van onderzoek heeft.
• Symmorfologie: Onderzoek naar de structuur en textuur van plantengemeenschappen.
• Syndynamiek: Onderzoek naar de verandering van de vegetatie door de tijd.
• Synchorologie: Onderzoek naar de geografische verspreiding van plantengemeenschappen.
• Syntaxonomie: De classificatie van plantengemeenschappen.
Syntaxonomie
Rang Uitgang voorbeeld Relatieve
standplaats
Klasse -etea Alnetea (Ezenbroekbossen) Hoogst
Orde -etalia Alnetalia (Elzenbroekbossen-orde)
Verbond -ion Alnion (Elzenverbond)
Associatie -etum Carici elongatae-Alnetum (mesotroof Elzenbroekbos)
Sub-associatie -etosum Fraxino-Ulmetum alnetosum (Elzenrijk Esseniepenbos) Laagst
,VEGETATIE-ONTWIKKELINGEN IN HET VEEN EN ZANDLANDSCHAP
Komt vooral voor als dunne strook tussen het zeekleigebied in het westen en het rivier en hoger zandgrond gebied in het
oosten. De grootste dele Veenlandschap liggen in Noord-Zuid Holland en Friesland. Van fysisch geografische regio’s behoort
alleen laagveengebied tot veenlandschap.
Het floradistrict ‘’Laagveengebied’’ kan onderverdeelt worden in veenweiden en veenmoerassen. Typische (te kennen) planten
zijn:
Veenreukgras Moeraslatrhyrus Moeraswolfsmelk Groot nimfkruid Veenmosorchis
Laagveengebied is onderverdeelt in:
Veenweiden Veenmoerassen
VEGETATIES IN HET VEENLANDSCHAP
De verschillende standplaatsen
- Veenweiden
- Zoete veenweiden
- Brakken veenweiden
- overgangsvenen
- Veenmoerassen
- Veenwateren
- Zoete veenoevers
- Brakke veenoevers
- Legakkers en bovenlanden
,Successie in het veenlandschap, de klassieke hydroserie.
Bij de bovenstaande afbeelding moet je de volgorde van de verlanding weten maar ook de kenmerkende soorten bij de
verschillende delen van de hydroserie kunnen plaatsen.
Verlanding schematisch:
HYDROSERIE IN DELEN:
1. Open water: Open water: Associatie van witte waterlelie en
gele plomp
• Kenmerkkende soorten: witte waterlelie en gele plomp
• Sturende factor: Voedselrijkdom (eutrofiëring)
, 2. “Open water”: Krabbenscheer-associatie
▪ Kenmerkende soorten: Krabbenscheer,
(mattenbies, kleine lisdodde)
▪ Sturende factor: Successie
3. Van ‘’open water’’ naar drijftillen (zoom): associatie van
waterscheerling en hoge cyperzegge
• Kenmerkende soorten: riet, waterscheerling, watermunt
• Sturende factor: Voedselrijkdom (eutrofiëring)
4. A (drijftil) riet: riet-associatie
• Kenmerkende soorten: riet
• Sturende factor: maaibeheer
B. (drijftil) successie naar trilveen: associatie van schorpioen
mos en ronde zegge
• Kenmerkende soorten: waterscheerling, watermunt
• Sturende factor: maaibeheer
5. Trilveen naar veenmosrietland: veenmosrietland associatie
• Kenmerkende soorten: veenmos, riet, ronde zonnedauw,
haarmos, biezeknoppe
• Sturende factor: maaibeheer
6. Veenmosrietland naar Berkenbroek
• Kenmerkende soorten: vuilboom, pijpenstrootje, zachte
berk
• Sturende factor: succesie/ afwezigheid beheer
7. Berkenbroek naar Elzenbroek
• Kenmerkende soorten: zwarte els, wilgen, zachte berk
• Sturende factor: succesie/ afwezigheid beheer
De verschillende fases van open water naar bos zijn vaak niet allemaal
volledig aanwezig in de realiteit.