Partim I inleiding – akoestiek en psychoakoestiek
Audiologie = gehoor en evenwicht
• Gehoor: noodzakelijk voor allerlei activiteiten in dagelijkse leven, met nadruk op
communicatie
• Evenwicht: idem, maar met nadruk op balanceren (vesitbulair systeem)
Nu: enorme toename slechthorendheid op jonge leeftijd door blootstelling geluid.
(pkp,…), ook toename slechthorendheid met leeftijd
➔ Essentieel probleem v/d maatschappij
Hoe luider, hoe meer adrenaline, hoe leuker (concert) Luide muziek in auto
➔ sneller rijden
Drie grote pijlers binnen de audiologie
• Preventie: voorkomen van gehoorproblemen, gehoorschade (hoe mensen
verhinderen v gehoorschade zonder angst te verkrijgen door geluid)
• Diagnostiek: onderzoek en vaststellen van gehoorproblemen (gehoor v mensen
evalueren in alle domeinen v pasgeboren baby tot bejaarde) ( hoe gehoorsysteem
uit alle leeftijden testen) + communiceren
• Revalidatie: indien er een probleem wordt vastgesteld, zal dit worden behandeld
,Drie overkoepelende pijlers:
• Gehoor heeft voornamelijk betrekking op communiceren en meer bepaald op de
luisteraar. Indien de luisteraar een gehoorprobleem heeft, zal de boodschap
mogelijks verkeerd opgevangen worden.
• Mensen: gehoorproblemen kunnen optreden bij alle leeftijden.
• Onderzoek: gehoorproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben en de
technieken worden continue verfijnd om de preventie, diagnostiek en revalidatie
te verbeteren. Uiteraard gebeurd dit op basis van onderzoek.
Gehoor is meer dan horen van pieptonen
Horen <-> verstaan
Audiologie: Wetenschappelijke discipline + een beroep
Het auditief systeem
2 onderdelen:
- Perifeer systeem
- In binnenoor 2 elementen: cochlea (gehoorgedeelte) en labyrint
(evenwichtsgedeelte)
- Midden oor : 3 gehoorbeentjes (stijgbeugel, hamer en aambeeld)
- Tussen uitwendig oor en midden oor = trommelvlies
- Uitwendig oor: uitwendige gehoorgang, gehoorschelp
- N. VIII Craniale zenuw
- Centraal systeem
- Vb hersenbloeding kan ook gehoorproblemen geven
, - Afferente zenuwbaan brengt informatie v onder nr boven (v oor nr hersenen) ( <->
efferent (info v hersenen nr spier – boven nr onderen)
Stel probleem in centraal gedeelte → zeer slecht (tumor, hersenbloeding
Stel probleem in perifeer gedeelte → positiever
Sensoriele codering: 6 kritische stappen
1. Geluidsgolven arriveren thv het trommelvlies
- Geluid= geluidsbron → produceert trillingen die botsen tegen trommelvlies met
bep snelheid waardoor trommelvlies beweegt
2. Beweging v vb tv veroorzaakt beweging ossiculaire keten (veranderingen in de
gehoorbeentjes)
- medium: lucht
3. Beweging stapes in ovalen venster veroorzaakt druk∆ in perilymfe
- medium: stroop
- in midden v slakkenhuis klein membraantje dat in trilling wordt gebracht
4. Druk∆ buigen membrana basilaris af (basilair membraan)
5. Beweging membrana basilaris buigen haarcellen af
- Haartjes trillen heen en weer waardoor er elektrische stroom ontstaat die
doorgaat naar de hersenen.
6. Informatie over frequentie en amplitude wordt doorgestuurd naar CZS (centraal
zenuwstelsel
Eigenschappen v Geluid
(2 oren voor richting gehoor + omstaand geluid kunnen wegfilteren, 2 ogen voor
dieptezicht)
, Trillingen
Geluid Definitie:
”GELUID IS DE VIBRATIE VAN LUCHTPARTIKELS GEPRODUCEERD DOOR VIBRATIE
VAN EEN OBJECT OF VERSCHILLENDE OBJECTEN”
➔ Zonder luchtpartikels, geen geluid
➔ Stilte op onze planeet bestaat niet – wel rust
- Objecten in trilling produceren geluid:
- Alarm
- Toilet doorspoelen
- Snurken
- …
Inertie en elasticiteit
- Eigenschappen v inertie en elasticiteit zijn noodzakelijke voorwaarde om objecten
tot trilling te brengen
- Een object zal in rust (beweginsloos of inert) blijven, totdat een kracht inwerkt op het
object
- Een object zal in beweging blijven, totdat een kracht het doet stoppen
Inertie:
Def:
- INERTIE VAN EEN OBJECT IS DE NEIGING VAN HET OBJECT OM IN RUST TE BLIJVEN
OF INACTIEF TE BLIJVEN TOTDAT DEZE TOESTAND VERSTOORD WORDT DOOR EEN
EXTERNE KRACHT”
- ” INERTIE VAN EEN OBJECT IS NEIGING VAN HET OBJECT OM IN BEWEGING TE
BLIJVEN TOTDAT HET GESTOPT WORDT DOOR EEN EXTERNE KRACHT”
- Wet in de fysica; een object dat in beweging is zal in beweging blijven of een object
dat in stilstand is zal in stilstand blijven tot er een kracht op inwerkt
Er is een kracht nodig om de toestand v/e object te laten wijzigen (meestal
een externe kracht)