Oefentoets Aardrijkskunde PABO
Oefentoets Aardrijkskunde PABO - Vragen
1. Wat is een kenmerk van een schrikkeljaar?
A) De aarde draait dan sneller om haar as
B) Februari krijgt een extra dag
C) De maan draait dan dichter bij de aarde
D) Het klimaat verandert tijdelijk
2. Hoeveel tijdzones telt de aarde?
A) 12
B) 18
C) 24
D) 36
3. Wat is de functie van de nulmeridiaan in Greenwich?
A) Hij verdeelt de aarde in klimaatzones
B) Hij bepaalt het begin van de zomer
C) Hij verdeelt de aarde in een westelijk en oostelijk halfrond
D) Hij markeert het hoogste punt op aarde
4. Welke kracht veroorzaakt getijden zoals eb en vloed?
A) Aantrekkingskracht van de zon
B) Aardrotatie alleen
C) Aantrekkingskracht van maan en zon én de draaiing van de aarde
D) Windkracht op zee
5. Wat gebeurt er bij een subductiezone?
A) Twee platen bewegen van elkaar af
B) Twee continentplaten schuiven over elkaar heen
C) Een oceaanplaat schuift onder een continentplaat
D) Een aardplaat splitst in meerdere stukken
6. Wat is een kenmerk van een schildvulkaan?
A) Hij heeft een steile kegelvorm
B) De lava is stroperig en stroomt langzaam
C) De lava stroomt snel en vormt brede hellingen
D) Er zijn vooraf geen signalen van een uitbarsting
7. Welk proces hoort bij exogene krachten?
, Oefentoets Aardrijkskunde PABO
A) Subductie
B) Aardbevingen
C) Erosie
D) Magmastroming
8. Wat is het verschil tussen een horst en een slenk?
A) Een horst beweegt omlaag, een slenk omhoog
B) Een horst is een vulkaan, een slenk een rivierdal
C) Een horst ligt hoger dan een slenk
D) Ze hebben dezelfde hoogte maar ander gesteente
9. Wat gebeurt er met de temperatuur bij stijgende hoogteligging?
A) De temperatuur stijgt
B) De temperatuur daalt
C) De temperatuur blijft gelijk
D) De temperatuur wordt onvoorspelbaar
10. Hoe ontstaat een tornado?
A) Door botsing van twee oceaanplaten
B) Door wervelwind bij stijgende lucht onder een onweersbui
C) Door ondergrondse explosies
D) Door plotselinge afkoeling van zeewater
11. Wat is een kenmerk van een plooiingsgebergte?
A) Ontstaat door verwering van gesteente
B) Is ontstaan doordat gesteentelagen over elkaar zijn geschoven
C) Is een vulkanisch gevormde berg
D) Bestaat uitsluitend uit sedimentgesteente
12. Welk voorbeeld hoort bij een breuklijn waar aardbevingen vaak voorkomen?
A) Himalaya
B) Andes
C) San Andreasbreuk
D) Alpen
13. Hoe ontstaat een tsunami?
A) Door wind die over de zee waait
B) Door smeltend ijs aan de polen
C) Door een zeebeving die zorgt voor een grote golf
Oefentoets Aardrijkskunde PABO - Vragen
1. Wat is een kenmerk van een schrikkeljaar?
A) De aarde draait dan sneller om haar as
B) Februari krijgt een extra dag
C) De maan draait dan dichter bij de aarde
D) Het klimaat verandert tijdelijk
2. Hoeveel tijdzones telt de aarde?
A) 12
B) 18
C) 24
D) 36
3. Wat is de functie van de nulmeridiaan in Greenwich?
A) Hij verdeelt de aarde in klimaatzones
B) Hij bepaalt het begin van de zomer
C) Hij verdeelt de aarde in een westelijk en oostelijk halfrond
D) Hij markeert het hoogste punt op aarde
4. Welke kracht veroorzaakt getijden zoals eb en vloed?
A) Aantrekkingskracht van de zon
B) Aardrotatie alleen
C) Aantrekkingskracht van maan en zon én de draaiing van de aarde
D) Windkracht op zee
5. Wat gebeurt er bij een subductiezone?
A) Twee platen bewegen van elkaar af
B) Twee continentplaten schuiven over elkaar heen
C) Een oceaanplaat schuift onder een continentplaat
D) Een aardplaat splitst in meerdere stukken
6. Wat is een kenmerk van een schildvulkaan?
A) Hij heeft een steile kegelvorm
B) De lava is stroperig en stroomt langzaam
C) De lava stroomt snel en vormt brede hellingen
D) Er zijn vooraf geen signalen van een uitbarsting
7. Welk proces hoort bij exogene krachten?
, Oefentoets Aardrijkskunde PABO
A) Subductie
B) Aardbevingen
C) Erosie
D) Magmastroming
8. Wat is het verschil tussen een horst en een slenk?
A) Een horst beweegt omlaag, een slenk omhoog
B) Een horst is een vulkaan, een slenk een rivierdal
C) Een horst ligt hoger dan een slenk
D) Ze hebben dezelfde hoogte maar ander gesteente
9. Wat gebeurt er met de temperatuur bij stijgende hoogteligging?
A) De temperatuur stijgt
B) De temperatuur daalt
C) De temperatuur blijft gelijk
D) De temperatuur wordt onvoorspelbaar
10. Hoe ontstaat een tornado?
A) Door botsing van twee oceaanplaten
B) Door wervelwind bij stijgende lucht onder een onweersbui
C) Door ondergrondse explosies
D) Door plotselinge afkoeling van zeewater
11. Wat is een kenmerk van een plooiingsgebergte?
A) Ontstaat door verwering van gesteente
B) Is ontstaan doordat gesteentelagen over elkaar zijn geschoven
C) Is een vulkanisch gevormde berg
D) Bestaat uitsluitend uit sedimentgesteente
12. Welk voorbeeld hoort bij een breuklijn waar aardbevingen vaak voorkomen?
A) Himalaya
B) Andes
C) San Andreasbreuk
D) Alpen
13. Hoe ontstaat een tsunami?
A) Door wind die over de zee waait
B) Door smeltend ijs aan de polen
C) Door een zeebeving die zorgt voor een grote golf