ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
EN PEDAGOGIEK
PEDAGOGIEK
PEDAGOGIEK EN PEDAGOGIE
Pedagogie: de praktijk van het opvoeden. Wat zijn de regels bij u thuis. Hoe wordt
er mee om gegaan?
Pedagogiek is de theorie van het opvoeden. Pedagogiek bestudeert het
pedagogisch handelen van mensen.
WAT IS ER BELANGRIJKER? THEORIE OF PRAKTIJK
Veel verschillende houdingen.
PLAATS VAN PEDAGOGIEK TUSSEN DE SOCIALE WETENSCHAPPEN
Vroeger:
Theologie
Opvoedin
Filosofie
g
Psychologie
NU:
Psychologie pedagogi
Sociologie ek
= Integratieve normwetenschap
DEELDISCIPLINES (NIET PERSE TE KENNEN)
Onderwijspedagogiek of onderwijskunde
Comparatieve pedagogiek of vergelijkende opvoedkunde
Historische pedagogiek of geschiedenis van de opvoeding
Orthopedagogiek
o Gaat over opvoedingssituaties met problemen
Sociale (ped)agogiek
o Sociale agogiek: vormingswerk buiten te scholen
Gezinspedagogiek
o Gezin wordt bekeken als opvoedingsvorm
Fundamentele pedagogiek
o Theoretische pedagogiek
WAT IS OPVOEDING
een bepaalde vorm van omgang tussen volwassenen en jeugdigen die erop
gericht is om steun en richting te geven aan het proces van volwassen worden
o Opvoeden gebeurt door volwassenen aan kinderen en jongeren. Kinderen
kunnen elkaar niet opvoeden en kinderen kunnen op hun beurt
volwassenen niet opvoeden. Ook al worden de rollen soms omgedraaid,
dan nog is er geen sprake van opvoeden
o Opvoeden is niet vrijblijvend: Kinderen en jongeren hebben daar recht op.
het gaat over het geven van steun en richting aan kinderen en jongeren die
niet mag ontbreken
,OPVOEDEN IS NIET VANZELFSPREKEND
Heel veel boeken
Opvoeden is moeilijk! Bestaat
DÉ OPVOEDING BESTAAT NIET
Meerzinnige betekenis van ‘opvoeden ‘ in onze samenleving
o Voortdurende wisselwerking tussen theorie en praktijk
o Verschillende situaties: kind, opvoeder en context
HET TRANSACTIONEEL OPVOEDINGSMODEL
Heersende huidige visie op opvoeding :
het is een complexe wisselwerking tussen
verschillende factoren
Opvoeding is:
o Complementair en circulair proces: Het ene lokt het andere uit.
o Menselijke interactie: gaat over mensen
o Wederkerige relatie
Dynamisch proces want onderhevig aan en beïnvloed door 3 partijen
o Kind zelf
o Opvoeders
o De context/ omgeving
4 KENMERKEN VAN DE OPVOEDING
Opvoeding is opzettelijk of intentioneel
Opvoeding is universeel: overal ter wereld
De opvoeder heeft verantwoordelijkheidszin: voelt zich verantwoordelijk voor het
kind
Opvoeding is waardegeladen: Je gaat opvoeden met in uw achterhoofd een wezen
met bepaalde waarden en normen. Je wil dat het kind waarvoor je
verantwoordelijk bent op een goede manier in het leven staat.
OPVOEDING VOLGENS PETER ADRIAENSSENS
Waarden en vaardigheden aanleren zodat ze in staat zijn 4 grote opdrachten te
vervullen leven
o Deelnemen aan arbeidsproces (studeren, beroep leren, werken)
o Waarden en vaardigheden doorgeven aan eigen kinderen
o Sociaal gedrag ontwikkelen (geen schade berokkenen aan zichzelf of
anderen)
o Zich hechten en blijvende relaties opbouwen met anderen
Noot: lees doorgeven van waarden en vaardigheden aan kinderen en jongeren,
niet zozeer eigen kinderen.
Moet een evenwicht zijn tussen gezag en dialoog= warme duidelijkheid
Opvoeding ≠ gezag
Opvoeding ≠ dialoog
WAT MET GEZAG
Gezag vs inspraak
,Gezag= ‘te zeggen hebben over’
Inspraak= ‘gelegenheid om zijn mening of wensen herkenbaar te maken, meespreken,
niet mee beslissen’
Gezag vs macht?
o Gezag is gezagsaanvaaring
o Macht is geen gezagsaanvaarding.
o Gezag kan worden aanvaard zonder het is ‘uitgeoefend’
Vertrouwen nodig bij gezag
Opvoeder vertrouwt erop dat:
o Zijn keuze juist is
o Kind in staat is om aan de keuze te beantwoorden
o Kind met hem eens zou zijn, mocht hij door zijn ogen kijken.
Vertrouwen van kind in opvoeder (basis voor gevoel van veiligheid)
OPVOEDEN: DE KAPSTOK
Kapstok van iedere opvoeding (Adriaenssens):
Wat zijn de gedragsregels in het gezin?
Kiezen voor een opvoedingsmodel/opvoedingsstijl
Is er eensgezind ouderschap?
Kan het gezin de creativiteit benutten, erin geloven en taakverdeling uitwerken?
Zijn er rechtvaardige kansen voor iedereen?
Kan het gezin rekenen op steun en empathie?
WAT ZIJN DE GEDRAGSREGELS IN HET GEZIN?
Goede regels zijn essentieel, ook ‘neen’ kunnen zeggen
Invullen is gezinsafhankelijk
Regels geven ruimte door de veiligheid die ze bieden
Regels moeten aangepast worden. Aangepast aan:
o De leeftijd van het kind (bedtijd)
o De capaciteiten van het kind.
Controle door ouders vs zelfstandigheid van
het kind.
Stopt niet echt aan 18j
In ouder-kinderrelatie moet altijd zorg en
bezorgdheid blijven bestaan
Snijpunt in puberteit
VALKUILEN
, HOE HET BEST OMGAAN MET AFSPRAKEN EN REGELS?
Duidelijkheid
o Concrete staal, niet abstract
o Betrekking op gedrag en niet op houding
Redelijkheid
o Afhankelijk van leeftijd en ontwikkelingsniveau
Kort op de bal spelen
o Uitgelegd in de situatie waar ze van toepassing zijn
o Opletten met aaneenrijgen van instructies
Samenvattend
EN PEDAGOGIEK
PEDAGOGIEK
PEDAGOGIEK EN PEDAGOGIE
Pedagogie: de praktijk van het opvoeden. Wat zijn de regels bij u thuis. Hoe wordt
er mee om gegaan?
Pedagogiek is de theorie van het opvoeden. Pedagogiek bestudeert het
pedagogisch handelen van mensen.
WAT IS ER BELANGRIJKER? THEORIE OF PRAKTIJK
Veel verschillende houdingen.
PLAATS VAN PEDAGOGIEK TUSSEN DE SOCIALE WETENSCHAPPEN
Vroeger:
Theologie
Opvoedin
Filosofie
g
Psychologie
NU:
Psychologie pedagogi
Sociologie ek
= Integratieve normwetenschap
DEELDISCIPLINES (NIET PERSE TE KENNEN)
Onderwijspedagogiek of onderwijskunde
Comparatieve pedagogiek of vergelijkende opvoedkunde
Historische pedagogiek of geschiedenis van de opvoeding
Orthopedagogiek
o Gaat over opvoedingssituaties met problemen
Sociale (ped)agogiek
o Sociale agogiek: vormingswerk buiten te scholen
Gezinspedagogiek
o Gezin wordt bekeken als opvoedingsvorm
Fundamentele pedagogiek
o Theoretische pedagogiek
WAT IS OPVOEDING
een bepaalde vorm van omgang tussen volwassenen en jeugdigen die erop
gericht is om steun en richting te geven aan het proces van volwassen worden
o Opvoeden gebeurt door volwassenen aan kinderen en jongeren. Kinderen
kunnen elkaar niet opvoeden en kinderen kunnen op hun beurt
volwassenen niet opvoeden. Ook al worden de rollen soms omgedraaid,
dan nog is er geen sprake van opvoeden
o Opvoeden is niet vrijblijvend: Kinderen en jongeren hebben daar recht op.
het gaat over het geven van steun en richting aan kinderen en jongeren die
niet mag ontbreken
,OPVOEDEN IS NIET VANZELFSPREKEND
Heel veel boeken
Opvoeden is moeilijk! Bestaat
DÉ OPVOEDING BESTAAT NIET
Meerzinnige betekenis van ‘opvoeden ‘ in onze samenleving
o Voortdurende wisselwerking tussen theorie en praktijk
o Verschillende situaties: kind, opvoeder en context
HET TRANSACTIONEEL OPVOEDINGSMODEL
Heersende huidige visie op opvoeding :
het is een complexe wisselwerking tussen
verschillende factoren
Opvoeding is:
o Complementair en circulair proces: Het ene lokt het andere uit.
o Menselijke interactie: gaat over mensen
o Wederkerige relatie
Dynamisch proces want onderhevig aan en beïnvloed door 3 partijen
o Kind zelf
o Opvoeders
o De context/ omgeving
4 KENMERKEN VAN DE OPVOEDING
Opvoeding is opzettelijk of intentioneel
Opvoeding is universeel: overal ter wereld
De opvoeder heeft verantwoordelijkheidszin: voelt zich verantwoordelijk voor het
kind
Opvoeding is waardegeladen: Je gaat opvoeden met in uw achterhoofd een wezen
met bepaalde waarden en normen. Je wil dat het kind waarvoor je
verantwoordelijk bent op een goede manier in het leven staat.
OPVOEDING VOLGENS PETER ADRIAENSSENS
Waarden en vaardigheden aanleren zodat ze in staat zijn 4 grote opdrachten te
vervullen leven
o Deelnemen aan arbeidsproces (studeren, beroep leren, werken)
o Waarden en vaardigheden doorgeven aan eigen kinderen
o Sociaal gedrag ontwikkelen (geen schade berokkenen aan zichzelf of
anderen)
o Zich hechten en blijvende relaties opbouwen met anderen
Noot: lees doorgeven van waarden en vaardigheden aan kinderen en jongeren,
niet zozeer eigen kinderen.
Moet een evenwicht zijn tussen gezag en dialoog= warme duidelijkheid
Opvoeding ≠ gezag
Opvoeding ≠ dialoog
WAT MET GEZAG
Gezag vs inspraak
,Gezag= ‘te zeggen hebben over’
Inspraak= ‘gelegenheid om zijn mening of wensen herkenbaar te maken, meespreken,
niet mee beslissen’
Gezag vs macht?
o Gezag is gezagsaanvaaring
o Macht is geen gezagsaanvaarding.
o Gezag kan worden aanvaard zonder het is ‘uitgeoefend’
Vertrouwen nodig bij gezag
Opvoeder vertrouwt erop dat:
o Zijn keuze juist is
o Kind in staat is om aan de keuze te beantwoorden
o Kind met hem eens zou zijn, mocht hij door zijn ogen kijken.
Vertrouwen van kind in opvoeder (basis voor gevoel van veiligheid)
OPVOEDEN: DE KAPSTOK
Kapstok van iedere opvoeding (Adriaenssens):
Wat zijn de gedragsregels in het gezin?
Kiezen voor een opvoedingsmodel/opvoedingsstijl
Is er eensgezind ouderschap?
Kan het gezin de creativiteit benutten, erin geloven en taakverdeling uitwerken?
Zijn er rechtvaardige kansen voor iedereen?
Kan het gezin rekenen op steun en empathie?
WAT ZIJN DE GEDRAGSREGELS IN HET GEZIN?
Goede regels zijn essentieel, ook ‘neen’ kunnen zeggen
Invullen is gezinsafhankelijk
Regels geven ruimte door de veiligheid die ze bieden
Regels moeten aangepast worden. Aangepast aan:
o De leeftijd van het kind (bedtijd)
o De capaciteiten van het kind.
Controle door ouders vs zelfstandigheid van
het kind.
Stopt niet echt aan 18j
In ouder-kinderrelatie moet altijd zorg en
bezorgdheid blijven bestaan
Snijpunt in puberteit
VALKUILEN
, HOE HET BEST OMGAAN MET AFSPRAKEN EN REGELS?
Duidelijkheid
o Concrete staal, niet abstract
o Betrekking op gedrag en niet op houding
Redelijkheid
o Afhankelijk van leeftijd en ontwikkelingsniveau
Kort op de bal spelen
o Uitgelegd in de situatie waar ze van toepassing zijn
o Opletten met aaneenrijgen van instructies
Samenvattend