100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Inleiding tot de filosofie

Rating
-
Sold
-
Pages
42
Uploaded on
12-05-2025
Written in
2022/2023

Met deze notities behaalde ik een 14/20 voor mijn examens.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 12, 2025
Number of pages
42
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inleiding tot de Filosofie:
Wat is filosofie?
Het onderwerp van de filosofie kan zowel ethiek, taal, politiek, wetenschappen etc. zijn. In het
algemeen is het onderwerp cultuur de manier waarop mensen leven en samenleven met anderen. En
hoe hij over dit leven nadenkt in woorden, beelden, etc. -> dus vaak: spreken over spreken, denkt
indirect over zichzelf en andere na.

Thema van de cursus: neiging tot transcendentie + link tussen filosofische theorieën en
veranderingen in Europese cultuur. Het is geen waardeoordeel -> Europese cultuur is gevoed door
dingen die van andere culturen.

H1: Socrates:
1.1 het Griekse mirakel: situering van Socrates:
van 600-300 v.Ch -> bloeiperiode van Griekenland, oostelijke middellandse zee. Er was een bloei qua
cultuur en handel. Ze dreven handel met iedereen rond de middellandse zee en droegen zo kennis
over. Het Ontstaan van enkele fundamentele aspecten van Europese cultuur vonden in Griekenland
plaats: democratie (elke volwassen man mocht deel nemen aan de vergadering waar er betrekkingen
ivm de stadstaat genomen en besproken werden.), geschiedschrijving (= een interpretatie geven van
wat er is gebeurd), meetkunde, theater, sport (olympische spelen, wedstrijd die plaats vond in
Olympus), atheïsme.

waarom in Griekenland? -> Economische welvaart en democratie:
1) discussie zorgt voor minder taboes en uitsluiting, je kan je rechtvaardigen, er was geen autoriteit,
zorgde voor een klimaat van kritisch denken.
2) schrift werd een steen voor het geheugen en zo een instrument voor verspreiding van kennis +
bevordering van kritische houding ( als iets is opgeschreven kan je dat herlezen, die herhaling laat toe
om vragen te stellen. Zou het niet zus of zo?,…).
-> verwerpen van traditionele religieuze verklaring van aard en oorsprong van de wereld en
vervangen door een menselijke verklaring (=een verklaring die begrijpbaar is voor de mensen, die
gerechtvaardigd kan worden.) die voorwerp is van discussie ( die uitgelegd kan worden); menselijke
verklaring berust op principes (teruggaan naar de oorsprong en zo het verklaren; aches) moet
opgeschreven worden in teksten (logos)

1.2 de zelfzekerheid van Socrates
Wie? Griekse filosoof (470-399 v.Ch), is gestorven door drinken van de gifbeker omdat hij zogezegd
niet in god geloofde en de jongen mensen voorliegen. We weten dit volgens zijn volgeling Plato die
een boek errond heeft geschreven: Apologie. Socrates’ leven bestond uit op straat discussiëren over
wat een gelukt ( gelukkig en goed) leven is, wat moeten we doen om een goed leven te lijden? Als je
het juiste doet zal je ook gelukkig zijn. Het was een arme man, soort leraar die er niet voor betaalt
werd. Antwoord op zijn vraag is niet bereikbaar door zich te beroepen op:

1. instinct ( dit leidt enkel naar het aangename niet naar het juiste, dat je geniet)
2. sociaal aanvaardbare gewoonte, het is geen garantie

hoe vinden we dat antwoord dan wel? Het is bereikbaar door inzicht ( dus als je geen gelukt leven
hebt, dan is dit omdat je niet juiste inzichten hebt, ze weten niet wat het juiste is). Socrates is zeker

,dat deze zoektocht naar inzicht (in gelukt leven) waardevol is en dus dat zijn leven waardevol is, dat
is wat hij moet doen, de zoektocht naar dat antwoord is waardevol.
 Dus zekerheid dat je omtrent dit soort van zaken inzicht (universeel) kan bereiken (maar zelf
niet zeker waaruit dit inzicht dan zou bestaan). Het antwoord en de zoektocht geldt niet
voor hem alleen, maar voor iedereen, dies voor iedereen waardevol. Met dit inzicht staat hij
diametraal tegenover de Sofisten (bv Protagoras)
Wie waren de sofisten? Rondreizende leraars die tegen betaling opleiding bieden in retoriek, mensen
overtuigen dat aanslaat. Mensen overtuigen waarom het goed is om dit of dat te doen. Ze bieden
opleidingen aan om goed te spreken. Ze geloven dat er niets meer bestaat dan meningen. Omdat
alle waarheid relatief is (Homo Mensuraleer, de individuele mens is de maat van alle dingen, het
oordeel van iemand anders is evenveel waard als dat van mij) en er geen zekerheid/ kennis mogelijk
is, dan maar opteren voor de mening die meest voordelig is voor jou en anderen van deze mening
proberen overtuigen.
Kritiek van Socrates op Sofisten:
1. Er is geen onderscheid tussen schijn en zijn; de sofisten zeggen dat hoe de wereld aan mij
verschijnt, zo is de wereld. Hoe het aan mij verschijnt, zo is het ook effectief.
2. Mensen vinden het belangrijk om inzicht te krijgen in het zijn; ze worden aangetrokken tot
dat zijn ,ze willen daar inzicht in verwerven = de neiging tot transcendentie = verlangen van
mensen om hun leven, overtuigingen en betekenisconstructies te beschouwen vanuit een
ander standpunt dan hun persoonlijk, particulier, subjectief standpunt. Naar de wereld kijken
niet vanuit jou bril, maar uit iemands anders bril, een onpersoonlijke bril.
3. Schijn/ zijn; het domein van het zijn kunnen we verbinden met de waarheid en de zekerheid.
Het domein van de schijn is verbonden met onwaar en onzekerheid want het veranderd
constant, hoe je naar iets kijkt verandert constant, daardoor kan het niet waar zijn want als
het waar is blijft het voor altijd zo.

Opdracht; lees de andere voorbeelden van zekerheid (p19-24). Zoek een beeld of maak een gedicht/
metafoor dat het begrip transcendentie kan verduidelijken. Leg uit in 5 lijnen waarom je dit beeld
hebt gekozen. -> de grot van Plato (mensen leven in grot en zien in klein gaatje naar de
buitenwereld, diegene die de grot verlaat heeft een duidelijker beeld van de werkelijkheid, niet allen
de schaduw van het kleine gaatje, diegene transcendeert zich van de mensen uit de grot), God

Concept transcendentie:
Etymologisch: Transcendere is niet immanere (latijn), het is overstijgen, overschrijden, te boven
gaan, maar niet blijven in
Ontologische invulling van transcendentie:
Bv. ‘God is transcendent’ in zin van heeft kwaliteiten die die van de mensen ver overstijgen, die niet
van de orde van het aardse zijn
Bv. ‘God is immanent’ in zin van ‘aanwezig in concrete daden van liefde die mens stelt’
epistemologische invulling van transcendentie, dus ivm hoe we ons als kennend wezen tot
werkelijkheid verhouden; verlangen naar standpunt dat niet persoonlijk is, dat niet gebonden is aan
specificiteit van mens en zijn/haar persoon, niet particulier, niet gesitueerd.

,H2: Plato
2.1 Socratisch karakter van Plato’s werk; mening en kennis:
Hoe tot de waarheid, kennis komen -> niet door de retoriek, eerder door de dialectiek (discussiëren,
vraag en antwoord en zo tot een stelling komen waar ze beiden zich in kunnen vind, de stelling is
onderworpen aan kritiek, dus is waarheid)
Retoriek biet geen garantie op echt inzicht, dialectiek wel het is de eerste stap op weg naar kennis,
de stelling wordt niet zomaar aanvaardt, ze moet verdedigd/ gelegitimeerd worden. De retoriek is
ethisch verwerpelijk, want het is niet wenselijk.
Bv. in dialoog gaan met antivaxers en zo hun onwaarheid bewijzen, tot ze niet meer kunnen
antwoorden.
Probleem met discussie; kan altijd heropend worden, dus de kennis die ze levert is slechts voorlopig
tijdelijk. Bv. overdag akkoord, s’nachts over na gedacht, nieuwe argumenten. -> kan niet volgens
Plato kennis is per def. oncorrigeerbaar (dus eeuwig), zeker, niet rationeel betwijfelbaar -> dus leidt
tot de ‘echte’ kennis
Wel dr de nous (=bijzonder geestelijk vermogen)
 Geeft a priori kennis (niet- zintuigelijk), geen zintuigen nodig om na te gaan of het waar is.
 Geeft ook onvoorwaardelijke kennis, het betreft uitspreken die zelf geen voorwaarden
hebben, die zelf niet berusten op iets anders
 Laat toe om een direct inzicht te hebben, direct geconfronteerd te worden met/ een visie te
hebben met het object van de kennis
 Maakt einde aan elke discussie, biedt zekere kennis, volgens Plato hebben we de wel dr de
nous voor dat we materie waren al hebben, voor de geboorte
 Deze kennis is overblijfsel van toen de mens nog niet verenigd was met zijn lichaam; leren=
zich herinneren (anamnese)
 Dit soort kennis is de facto niet bereikbaar voor de mens, wel doel dat men moet nastreven,
door de nous kunnen we het zo dicht mogelijk benaderen
 Discussie bereidt zich voor op inzicht gebonden door de nous
2.2 Ideeënleer:
het object van de kennis= de radix/
wortel van het soort van inzicht,
het bepaald welk vorm van inzicht
je gaat hebben

Plato’s ideeënleer; bv. het idee
cirkel is de essentie van de cirkel,
de afstand van de omtrek tot het
middelpunt overal hetzelfde is en
daarom noemen we het cirkel =
het idee dat we het een cirkel
noemen

, het is onveranderlijk, eeuwig; de
essentie moet altijd hetzelfde zijn,
daarbuiten is er variatie.

Uniek; er kan maar 1 idee/essentie
ervan zijn

Om de essentie te vatten zijn u zintuigen
niet nodig, het is parate kennis




De ideeën zijn reel:
1. Het idee is de oorzaak van bestaande dingen en de oorzaak van iets bestaands moet het zelf
ook kunnen bestaan, iets kan niet de oorsprong zijn zonder zelf te bestaan
2. Het idee is object van de ware kennis en ware kennis gaat over realiteit, dus idee moet reëel
zijn
Ideeën zijn autonoom, terwijl de belichaming ervan nog niet bestaat, zonder het idee kunnen
concrete dingen niet bestaan.
Ideeën zijn hiërarchisch geordend; hoogste plaats wordt ingenomen door Idee van het Goede. Plato
gaat al die ideeën hiërarchisch ordenen, verwanten en linken zoeken, op de hoogste plaats staat het
idee van het goede; er is een link tussen waarheid en goedheid.
Relatie tussen het idee en zijn interactie zijn incarnatie wordt bepaald door:
1. Tegenwoordigheid
2. Participatie; het heeft iets van het idee in zich
3. Exemplariteit; het idee is een voorbeeld van iets concreet. Allegorie van de grot; iemand met
inzicht in idee is zoals de holbewoner die de grot kan verlaten. De schaduwen zijn ideeën van
concrete dingen.
Er gaat iets verloren als er geïncarneerd wordt.
2.3 Mens en maatschappij:
Hoe een gelukt leven leiden? (Socrates hoofdbetrachting) volgens Plato is het menselijke ziel verdeelt
in 3 delen;
1. een rationeel deel; inzicht krijgen in de essentie van de zaken
2. het temperament; emoties en gevoelens/ strijd het vechten
3. begeerte; het gedeelte voor overleving
we moeten ons toeleggen op het rationele deel van de mens, op het redelijke deel.
Hoe moet de staat eruit zien, organisatie vorm? Het deel van de begeerte wordt gezorgd door de
boeren en vaklui. Het deel van de temperament wordt door het leger onderhouden. Wie lijdt te
staat? Wordt op totalitaire wijze geleid door filosoof-koning want die heeft inzicht in Ideeën rede; zij
hebben inzicht in die ideeën.
2.4 Besluit:
Plato; werkelijkheid is herbergzaam/ een thuis voor de mens:

1. Hij ziet de werkelijkheid als een hiërarchisch geordend geheel (Bv. Opvatting van het
menselijk ziel) we moeten kennis krijgen van de ideeën en weten welke idee belangrijker is
dan de andere dat kan alleen als we ons beroepen op ons bestand/ rede alleen zo kunnen
we de mening achter ons laten.
$11.66
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
zovanweert

Get to know the seller

Seller avatar
zovanweert Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
4
Last sold
4 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions