GEZONDHEIDSZORG SAMENVATTING
Definities van gezondheidszorg
MODULE 1: ZIEKTE EN GEZONDHEID
Inleiding
Wie is ziek, wie is gezond?
- Meisje in rolstoel ziek?
o Biomedische/strikte zin: meisje is ziek, zit een pathologisch substraat onder deze toestand
o Iemand die zich niet ziek voelt en gewoon studeert: meisje is niet ziek
- Arbeider met gips ziek?
o Strikte zin: geblesseerd dus ziek
o Kan niet functioneren met zijn gips in zijn job
- Vrouw met MS (neurologisch, maar ziet er normaal uit) ziek?
o Progressieve ziekte, mogelijks last in het dagelijks leven, je ziet niet dat ze een opstoot gehad
heeft, kan niet werken
- Man met verkoudheid ziek?
o Meest obvious ziek
Belang: we leven in maatschappij die gedomineerd wordt door chronische aandoeningen
- 70% van alle contactmomenten in de geneeskunde (huisarts/gespecialiseerd/…) heeft te maken met
chronische aandoeningen
- Slechts 30% acute aandoeningen
à Als je die 70% allemaal ziek noemt, dan is half Vlaanderen ziek à klopt niet
Definitie gezondheid (WHO)
Gezondheidsparadox (Luc Bonneux) = we hebben nog nooit zo veel chronische ziektes gehad maar toch zijn we
nog nooit zo oud geworden
75+ers hebben gemiddeld tussen de 3 en 5 chronische ziektes à mensne gaan niet meteen dood aan
ziekten, maar we cumuleren aandoeningen
Oude definitie gezondheid = gezondheid is een staat van volledige fysieke, mentale en sociaal welgesteldheid
en niet alleen de afwezigheid van een ziekte of zwakte, health is a fundamental human right
Probleem:
• Compleet?
o Dreigende medicalisering van de maatschappij
o Zijn we volgens deze definitie niet allemaal ziek?
• Nieuwe context
o Nu: eerder chronische ziektes dan acute aandoeningen
§ Chronische aandoeningen worden de norm à grote kost voor samenleving
§ Verbeterde overleving door betere hygiëne
o Ben je ziek als je een chronische ziekte hebt?
§ Vb. diabetes, in een rolstoel zitten, …
§ Definitie negeert de capaciteit om automatisch aan te passen aan de uitdagingen
van het leven met een chronische ziekte en toch met voldoening in het leven staan
• Hoe meet je dat het ‘volledig’ is?
= statische definitie
,Dynamische definitie van gezondheid
Nieuwe definitie gezondheid = gezondheid is een staat van volledige fysieke, mentale en sociaal welgesteldheid
en niet alleen de afwezigheid van een ziekte of zwakte waarbij er de mogelijkheid is om zich zelf aan te
passen en te managen aan deze ziekte op sociaal, fysiek en mentaal vlak
= mogelijkheid om de ziekte in eigen handen te houden (shared descision making)
Hoe accuraat is dan deze voorstelling?
• Disease (ziekte) = pathologisch substraat à doctors view
• Illness (ziektegevoel) = klacht à patients view
• Sickness (ziekterol) = manier waarop de maatschappij naar een
ziekte kijktà community’s view
à Moeilijk om op basis van klassieke definities uit te maken wat
ziekte precies is en wat gezond is, betekend voor iedereen iets
helemaal anders dan dat medisch zou betekenen
Modellen van ziekte en gezondheid
1. biomedisch model
= oudste & simpelste model
• Ziekte = probleem in biologische processen = objectieve waarneming
• Basis van de volgende modellen
• Visie op:
o Gezondheid: focussen op de patiënt ziekte vrij te maken (= absence of disease)
o Financiering van de westerste gezondheidszorg
• Belang voor vooruitgang in geneeskunde
à ontstaansgeschiedenis van de medische wetenschap
2. bio-psychosociaal model
= er is veel meer dan de relatie tussen ziekte en symptomen à spelen andere
factoren mee
• Biologische factoren: genetische en somatische bouw = pathologie van de
ziekte
• Sociologische factoren: omgeving (sociale steun)
• Psychologische factoren: mentale gezondheid en persoonlijkheid van de patiënt
3. bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
Aandacht voor sociale, psychische en fysische factoren is bij bepaalde
patienten onvoldoende om goede zorg te kunnen verlenen
à spirualiteit ook belangrijk:
- wat houdt u bezig op dit moment?
- wat vindt u belangrijk in uw leven?
- wie zou u graag bij u hebben?
…
65+ers: grote verschillen tussen mensen: bepaald door de zingeving:
- palliatieve patiënten hebben veel aan hun zingeving in de laatste fase
van hun leven
- zingeving kan een rede zijn voor mensen om te blijven leven
,4. model ‘frailty’
Frailty = kwetsbaarheid bij oudere, een dynamische staat waarin een persoon verkeert op 1 of meerdere
domeinen functioneel verlies/uitval ervaart
• Fysiek
• Psychosociaal
• Omgeving
= de ene 90 jarige is de andere niet
Vb. een oud koppel waarvan de man verlamd is maar kan nog goed zijn plan trekken en de vrouw ernstig
dement aan het worden is. De vrouw wordt ziek opgenomen in het ziekenhuis en opeens kan de man niet meer
zelfstandig voor zich zorgen en thuis wonen
= als zijn vrouw weg is kan de man niet meer functioneren: gaat van niet hulp-behoevend naar compleet hulp-
behoevend door een sociale factor
5. ecologisch model van gezondheid
Gebaseerd op alle voorgaande modellen: vertrekt tussen de wisselwerking van een individu en zijn context
Indicatoren
• Kenmerken van een individu:
o Biogenetisch
o Somatisch
o Psychisch
o Sociaal
• Diversiteitskenmerken van een individu:
= belangrijke voorspeller van ziekte en het krijgen van goede zorg
o Leeftijd
§ Hoe ouder à grotere kans op ziekte
o Geslacht
§ Vb. vrouwen hebben een ander endocrien systeem dan mannen: hebben een lagere pijn
bij een hartinfarct à kan ervoor zorgen dat vrouwen minder goede zorg krijgen
o Functiebeperking
§ Vb. meisje in een rolstoel:
• zorg minder toegankelijk à stellen vaker een doktersbezoek uit
= minder goede zorg
o Genetische eigenschappen
§ belangrijke impact op ziekte en gezondheid
o Taal
§ Als je de taal niet spreekt
• à moeilijk jezelf uitdrukken
• Spreken slechts 100 verschillende woorden op een dag ( wij 1000)
• Komt voor bij 1/3 van de patïenten
• = groter gevoel van machteloosheid
o Sexuele geaardheid
§ Andere geaardheid dan de “norm” à soms minder toegankelijk tot de zorg à durven
minder makkelijk iets zeggen vb. over soa’s
, • Omgeving factoren:
o Individu:
§ Biogenetische, psychische, somatische kenmerken
o interpersoonlijke factoren:
§ gezin, werkgroep, vrienden, sociale steun
o intstutionele factoren:
§ werkomgeving, school, transport
o maatschappij
§ relaties tussen organisaties, instituten en informele
netwerken
o beleid
§ lokale, nationale wetten
= wisselwerking tussen individu en omgeving
à dezelfde klacht kan een verschillend gevolg hebben voor mensen, afhankelijk van omgeving
Voorbeeld: man, 30e, baby, arbeider renovaties
Individu:
- Biogenetisch: aanleg voor gewrichtspijnen
- Somatisch: epicondylitis lateralis (tenniselleboog, probleem wordt vaak chronisch)
- Psychisch: positief ingesteld, hoge pijndrempel, actieve sporter, eerder angstig
Interpersoonlijke factoren:
- Gezinssituatie zal veranderen
o Meer actief in huishuden, Baby verzorgen
o 2 inkomens: 1 + 1 vervangingsinkomen (laag)
- Ondersteuning en netwerk van gezin en vrienden/familie à social resources zijn een belangrijke factor !
Institutioneel:
- Hoge werkdruk, repetitief werk
- Uurrooster: wisselend
- Arbeidsgeneesheer aanwezig: aanpassing werkplaats mogelijk? à werkgever moet hiermee akkoord
zijn, anders arbeidsongeschikt
Maatschappij:
- Verwachtingspatronen/rolpatronen
- Ziekte en werken
o Deeltijds werken verdient minder dan arbeidsongeschiktheid
- Ziekte en sociaal functioneren
o Kan niet hele dag werken maar misschien wel korte huishoudelijke taak doen
Beleid:
- Regelgeving werkongeschiktheid ziekte/ouderschapsverlof: minder gunstig voor arbeiders dan
werknemers
o Werkongeschikte arbeiders: vallen na 2 weken terug op 60% loon
o Werkongeschikte bedienden: vallen pas na 4 weken terug op 60% loon en hebben via extra
verzekering op werk waarschijnlijk amper inkomensverlies
o Regelgeving ouderschapsverlof is wel gelijk
- Wetgeving bescherming op de werkplek: als we ziek zijn kunnen we niet ontslagen worden
- Beroepsziekten: ziekten die direct verbonden zijn aan een bepaalde functie (tenniselleboog valt daar
niet onder)
Definities van gezondheidszorg
MODULE 1: ZIEKTE EN GEZONDHEID
Inleiding
Wie is ziek, wie is gezond?
- Meisje in rolstoel ziek?
o Biomedische/strikte zin: meisje is ziek, zit een pathologisch substraat onder deze toestand
o Iemand die zich niet ziek voelt en gewoon studeert: meisje is niet ziek
- Arbeider met gips ziek?
o Strikte zin: geblesseerd dus ziek
o Kan niet functioneren met zijn gips in zijn job
- Vrouw met MS (neurologisch, maar ziet er normaal uit) ziek?
o Progressieve ziekte, mogelijks last in het dagelijks leven, je ziet niet dat ze een opstoot gehad
heeft, kan niet werken
- Man met verkoudheid ziek?
o Meest obvious ziek
Belang: we leven in maatschappij die gedomineerd wordt door chronische aandoeningen
- 70% van alle contactmomenten in de geneeskunde (huisarts/gespecialiseerd/…) heeft te maken met
chronische aandoeningen
- Slechts 30% acute aandoeningen
à Als je die 70% allemaal ziek noemt, dan is half Vlaanderen ziek à klopt niet
Definitie gezondheid (WHO)
Gezondheidsparadox (Luc Bonneux) = we hebben nog nooit zo veel chronische ziektes gehad maar toch zijn we
nog nooit zo oud geworden
75+ers hebben gemiddeld tussen de 3 en 5 chronische ziektes à mensne gaan niet meteen dood aan
ziekten, maar we cumuleren aandoeningen
Oude definitie gezondheid = gezondheid is een staat van volledige fysieke, mentale en sociaal welgesteldheid
en niet alleen de afwezigheid van een ziekte of zwakte, health is a fundamental human right
Probleem:
• Compleet?
o Dreigende medicalisering van de maatschappij
o Zijn we volgens deze definitie niet allemaal ziek?
• Nieuwe context
o Nu: eerder chronische ziektes dan acute aandoeningen
§ Chronische aandoeningen worden de norm à grote kost voor samenleving
§ Verbeterde overleving door betere hygiëne
o Ben je ziek als je een chronische ziekte hebt?
§ Vb. diabetes, in een rolstoel zitten, …
§ Definitie negeert de capaciteit om automatisch aan te passen aan de uitdagingen
van het leven met een chronische ziekte en toch met voldoening in het leven staan
• Hoe meet je dat het ‘volledig’ is?
= statische definitie
,Dynamische definitie van gezondheid
Nieuwe definitie gezondheid = gezondheid is een staat van volledige fysieke, mentale en sociaal welgesteldheid
en niet alleen de afwezigheid van een ziekte of zwakte waarbij er de mogelijkheid is om zich zelf aan te
passen en te managen aan deze ziekte op sociaal, fysiek en mentaal vlak
= mogelijkheid om de ziekte in eigen handen te houden (shared descision making)
Hoe accuraat is dan deze voorstelling?
• Disease (ziekte) = pathologisch substraat à doctors view
• Illness (ziektegevoel) = klacht à patients view
• Sickness (ziekterol) = manier waarop de maatschappij naar een
ziekte kijktà community’s view
à Moeilijk om op basis van klassieke definities uit te maken wat
ziekte precies is en wat gezond is, betekend voor iedereen iets
helemaal anders dan dat medisch zou betekenen
Modellen van ziekte en gezondheid
1. biomedisch model
= oudste & simpelste model
• Ziekte = probleem in biologische processen = objectieve waarneming
• Basis van de volgende modellen
• Visie op:
o Gezondheid: focussen op de patiënt ziekte vrij te maken (= absence of disease)
o Financiering van de westerste gezondheidszorg
• Belang voor vooruitgang in geneeskunde
à ontstaansgeschiedenis van de medische wetenschap
2. bio-psychosociaal model
= er is veel meer dan de relatie tussen ziekte en symptomen à spelen andere
factoren mee
• Biologische factoren: genetische en somatische bouw = pathologie van de
ziekte
• Sociologische factoren: omgeving (sociale steun)
• Psychologische factoren: mentale gezondheid en persoonlijkheid van de patiënt
3. bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
Aandacht voor sociale, psychische en fysische factoren is bij bepaalde
patienten onvoldoende om goede zorg te kunnen verlenen
à spirualiteit ook belangrijk:
- wat houdt u bezig op dit moment?
- wat vindt u belangrijk in uw leven?
- wie zou u graag bij u hebben?
…
65+ers: grote verschillen tussen mensen: bepaald door de zingeving:
- palliatieve patiënten hebben veel aan hun zingeving in de laatste fase
van hun leven
- zingeving kan een rede zijn voor mensen om te blijven leven
,4. model ‘frailty’
Frailty = kwetsbaarheid bij oudere, een dynamische staat waarin een persoon verkeert op 1 of meerdere
domeinen functioneel verlies/uitval ervaart
• Fysiek
• Psychosociaal
• Omgeving
= de ene 90 jarige is de andere niet
Vb. een oud koppel waarvan de man verlamd is maar kan nog goed zijn plan trekken en de vrouw ernstig
dement aan het worden is. De vrouw wordt ziek opgenomen in het ziekenhuis en opeens kan de man niet meer
zelfstandig voor zich zorgen en thuis wonen
= als zijn vrouw weg is kan de man niet meer functioneren: gaat van niet hulp-behoevend naar compleet hulp-
behoevend door een sociale factor
5. ecologisch model van gezondheid
Gebaseerd op alle voorgaande modellen: vertrekt tussen de wisselwerking van een individu en zijn context
Indicatoren
• Kenmerken van een individu:
o Biogenetisch
o Somatisch
o Psychisch
o Sociaal
• Diversiteitskenmerken van een individu:
= belangrijke voorspeller van ziekte en het krijgen van goede zorg
o Leeftijd
§ Hoe ouder à grotere kans op ziekte
o Geslacht
§ Vb. vrouwen hebben een ander endocrien systeem dan mannen: hebben een lagere pijn
bij een hartinfarct à kan ervoor zorgen dat vrouwen minder goede zorg krijgen
o Functiebeperking
§ Vb. meisje in een rolstoel:
• zorg minder toegankelijk à stellen vaker een doktersbezoek uit
= minder goede zorg
o Genetische eigenschappen
§ belangrijke impact op ziekte en gezondheid
o Taal
§ Als je de taal niet spreekt
• à moeilijk jezelf uitdrukken
• Spreken slechts 100 verschillende woorden op een dag ( wij 1000)
• Komt voor bij 1/3 van de patïenten
• = groter gevoel van machteloosheid
o Sexuele geaardheid
§ Andere geaardheid dan de “norm” à soms minder toegankelijk tot de zorg à durven
minder makkelijk iets zeggen vb. over soa’s
, • Omgeving factoren:
o Individu:
§ Biogenetische, psychische, somatische kenmerken
o interpersoonlijke factoren:
§ gezin, werkgroep, vrienden, sociale steun
o intstutionele factoren:
§ werkomgeving, school, transport
o maatschappij
§ relaties tussen organisaties, instituten en informele
netwerken
o beleid
§ lokale, nationale wetten
= wisselwerking tussen individu en omgeving
à dezelfde klacht kan een verschillend gevolg hebben voor mensen, afhankelijk van omgeving
Voorbeeld: man, 30e, baby, arbeider renovaties
Individu:
- Biogenetisch: aanleg voor gewrichtspijnen
- Somatisch: epicondylitis lateralis (tenniselleboog, probleem wordt vaak chronisch)
- Psychisch: positief ingesteld, hoge pijndrempel, actieve sporter, eerder angstig
Interpersoonlijke factoren:
- Gezinssituatie zal veranderen
o Meer actief in huishuden, Baby verzorgen
o 2 inkomens: 1 + 1 vervangingsinkomen (laag)
- Ondersteuning en netwerk van gezin en vrienden/familie à social resources zijn een belangrijke factor !
Institutioneel:
- Hoge werkdruk, repetitief werk
- Uurrooster: wisselend
- Arbeidsgeneesheer aanwezig: aanpassing werkplaats mogelijk? à werkgever moet hiermee akkoord
zijn, anders arbeidsongeschikt
Maatschappij:
- Verwachtingspatronen/rolpatronen
- Ziekte en werken
o Deeltijds werken verdient minder dan arbeidsongeschiktheid
- Ziekte en sociaal functioneren
o Kan niet hele dag werken maar misschien wel korte huishoudelijke taak doen
Beleid:
- Regelgeving werkongeschiktheid ziekte/ouderschapsverlof: minder gunstig voor arbeiders dan
werknemers
o Werkongeschikte arbeiders: vallen na 2 weken terug op 60% loon
o Werkongeschikte bedienden: vallen pas na 4 weken terug op 60% loon en hebben via extra
verzekering op werk waarschijnlijk amper inkomensverlies
o Regelgeving ouderschapsverlof is wel gelijk
- Wetgeving bescherming op de werkplek: als we ziek zijn kunnen we niet ontslagen worden
- Beroepsziekten: ziekten die direct verbonden zijn aan een bepaalde functie (tenniselleboog valt daar
niet onder)