Chemie
1. Atoombouw en periodieke relaties
Les 1 - Bouw en voorstelling van een atoom
Opbouw van een atoom:
,Kern bestaat uit neutronen en protonen.
Ruimte rond de kern bevat elektronen.
Kenmerken van Atomen:
Atoomnummer (Z) geeft aantal protonen weer.
Massagetal (A) is som van protonen en neutronen.
Symbolische Weergave:
"X" staat voor afkorting van Latijnse naam.
Inclusief massagetal en atoomnummer.
,Les 2 - Relatieve atoommassa en isotopen
, Isotopenabundantie = bij elk element per isotoop aangegeven hoeveel atomen daarvan voorkomen
in verhouding tot hoeveel atomen van het element in totaal voorkomen.
Absolute Massa van Atomen:
Som van massa's van subatomaire deeltjes.
Voorbeeld: Massa van Li-7-3 = 1,17 x 10^-26 kg.
Referentiemassa en Relatieve Massa:
Referentiemassa: 1/12 van absolute massa van C-12-6-atoom.
Relatieve massa (m-R) = Absolute massa / Referentiemassa.
Relatieve massa ≈ Massagetal.
1. Atoombouw en periodieke relaties
Les 1 - Bouw en voorstelling van een atoom
Opbouw van een atoom:
,Kern bestaat uit neutronen en protonen.
Ruimte rond de kern bevat elektronen.
Kenmerken van Atomen:
Atoomnummer (Z) geeft aantal protonen weer.
Massagetal (A) is som van protonen en neutronen.
Symbolische Weergave:
"X" staat voor afkorting van Latijnse naam.
Inclusief massagetal en atoomnummer.
,Les 2 - Relatieve atoommassa en isotopen
, Isotopenabundantie = bij elk element per isotoop aangegeven hoeveel atomen daarvan voorkomen
in verhouding tot hoeveel atomen van het element in totaal voorkomen.
Absolute Massa van Atomen:
Som van massa's van subatomaire deeltjes.
Voorbeeld: Massa van Li-7-3 = 1,17 x 10^-26 kg.
Referentiemassa en Relatieve Massa:
Referentiemassa: 1/12 van absolute massa van C-12-6-atoom.
Relatieve massa (m-R) = Absolute massa / Referentiemassa.
Relatieve massa ≈ Massagetal.