Les 1
Inleiding H1, § 1.1, § 1.7, § 3.1, § 3.3, § 4.3 (exclusief kader 28), § 4.4.
Wat is operationeel excellence?
- Operationeel Excellence (OpX) gaat om het doelmatig én doeltreffend inrichten en managen van de
organisatie, die daardoor steeds weer in staat is de juiste klantwaarde tegen de laagste kosten te
realiseren.
- Om dit te bereiken zijn technieken geschikt als:
Lean -> reduceren van verspilling
- JIT, kanban, value stream mapping, 5s-methode, kaizen
Six sigma -> klant centraal stellen, rendement en effectiviteit van een proces vergroten
- gebaseerd op DMAIC-model -> daarvoor goed getrainde medewerkers
hebben
- gebaseerd op DMADV (gericht om nieuwe producten en processen te
ontwerpen)
Agility -> wendbaar en weerbaar zijn, tegenhanger van lean
Lean:
JIT (voorraadreductie)
- betrouwbare levering, beheerst proces, weinig voorraden, weinig sturing
- als de voorraden worden verlaagd, worden de werkelijke problemen zichtbaar en deze
kunnen dan worden opgelost
Het juist leveren van de juiste producten en diensten staat centraal binnen Lean. Het
verbeterproces om dat te bereiken kent 5 stappen (VVFPP-model)
1. value (bepaal klantwaarde)
2. value stream (bepaal de waardestroom)
3. Flow (zorg dat de activiteiten doorstromen)
4. Pull (laat de klant producten of diensten door het proces trekken)
5. perfection (optimaliseer het voortbrengingssysteem voortdurend)
Push en pull
- pull-besturing houdt bij het vrijgeven van orders rekening met het verschil tussen een
vooraf bepaalde werklastlimiet en de actuele werklast zodat het werk blijft stromen
- verschil push en pull: het werklastafhankelijk vs werklastonafhankelijk vrijgeven van orders
- lean wilt pull
Six sigma:
Biedt geen standaardmanier om de oorzaak van een gevonden probleem weg te nemen
want:
- geen volledige dataset
- processen kunnen niet versneld worden (lean vult six sigma aan)
Uitdagingen dienstverlenende sector:
- verkrijgen juiste data
- variabelen niet-normaal verdeeld
,Wat is de rol van Black Belt binnen een organisatie? (er is ook yellow, orange en green belt)
- Het aanspreekpunt binnen de organisatie wanneer het LEAN betreft.
- Het plannen en uitvoeren van complexe en omvangrijke projecten en of organisatorische
veranderingen
DMAIC (verbeterproces)
1) Definieer het doel / de waarde / de verspilling / het knelpunt
- bv probleemstelling, identificeer klanteisen en -wensen, projectkalender
2) Meet het gestelde doel / waarde / de verspilling / capaciteit (nulmeting)
- specificatiegrenzen, datacollectieplan, meetsysteem
3) Analyseer data, bepaal de oorzaak, verspilling, waardevermindering
- identificeer root-causes
4) Verbeter; bepaal actie & implementatieplan
- oplossingen
5) Controle, borging, nieuw doel bepalen
- implementatie- en monitoringsplan
Waarom is een doel bepalen belangrijk?
• Als je niet weet waar je heen wilt; dan is elke richting goed.
• Doel geeft de gewenste situatie aan, de SOLL.
- De opdracht is van de huidige situatie, IST,
naar de SOLL te komen.
Waar dient een doel(stelling) aan te voldoen?
• In lijn met missie, visie, strategie of in lijn met de klantwaarde.
• Doelstelling of gewenste situatie, SOLL, SMART geformuleerd
, 1) Doel bepalen vanuit intern perspectief -> “Treacy & Wiersema’’:
Operational Excellence Product leadership Customer intimacy
Bv ikea, action, macdonalds bv apple, google bv klm, starbucks, coolblue, ah
Operational excellence niet alleen gericht op behalen van allerlaagste kosten (allerhoogste
efficiëntie), maar het gaat ook om betrouwbaar en op het juiste moment ontwikkelen, realiseren en
leveren van de juiste producten en diensten tegen de laagst mogelijke integrale kosten.
Valkuil van het model van Treacy & Wiersema:
- organisaties zijn in staat te ontsnappen aan het trade-off-idee dat je alleen goed kunt zijn in 1
aspect
- achterblijvers maken de fout zich te excelleren in slechts 1 van de waardedisciplines
2) Doel bepalen vanuit extern perspectief -> “LARG’’:
Lean “slank”: het vermogen om met minimale middelen te voldoen aan de klantvraag.
Agile “veerkrachtig”: het vermogen om snel in te kunnen spelen op variabiliteit.
Resilient “weerbaar en wendbaar”: het vermogen om te kunnen gaan met verstoringen.
Green “groen”: het vermogen om afval en uitstoot te reduceren, balans tussen de mens,
planeet en winst (3P’s).
Operational Excellence: harde en zachte kant en het paradigma
Harde kant (operational renewal):
- het objectief vaststellen van het verbeterpotentieel en het structureel optimaliseren van het
voortbrengingssysteem via het D-PPBOI-model
• Continu optimaliseren
• Procesverbetering
• Verbeterpotentieel identificeren
• Wetenschappelijk denken
Zachte kant (operational improvement):
- ontwikkelen van leiderschap, het verkrijgen van commitment en het juiste gedrag
• Professionalisering van werknemers
• Gedragsverandering teweeg brengen
• Focus op continu verbeteren
• Draagvlak creëren