KWALITEITSVOLLE ZORG –
E.LAURENT
HC 1: ORGANISATIE VAN DE PERINATALE ZORG
Perinatale zorg in België?
Medisch zorgmodel met een centrale focus op pathologie en de gynaecoloog als primaire
hulpverlener
95% van alle laag- tot hoog risico geboorten vindt plaats via een klinische opvolging in
het ziekenhuis onder toezicht van een gynaecoloog
Dit ondanks het feit dat de meerderheid van de bevallingen in België vaginale geboorten
zijn bij zwangere vrouwen zonder geïdentificeerde risicofactoren aan de start van of
tijdens de bevalling, noch voor henzelf of voor hun baby
PRENTAAL ZORGTRAJECT
Volledig en geïntegreerd prenataal zorgpad :
Bestaande uit:
- Klinische opvolging
- Consultaties voor persoonlijk prenataal advies (PPA) – min 2
- Sessies ter voorbereiding op geboorte en ouderschap (VGO)
Universeel
Alle professionals spelen een rol (gynaecoloog, vroedvrouw, huisarts, kinesist,
psycholoog, maatschappelijk werkers)
Lijst met verloskundige alarmsignalen
Toekomstige ouders staan centraal in besluitvorming.
KLINISCHE OPVOLGING
1ste trim (1-14w)
- 1ste consultatie
Medisch dossier maken
Specifiek bespreken van zorg de vrouw wilt ervaren
Identificatie risicofactoren (uitgebreide anamnese)
Gewicht, BD, proteïnurie, …
Screening infecties
Vanaf 12w: FHT
11-13w: echo bij gynaecoloog
2de trim (15-28w)
- Urinestaal: bacterieurie
- GVO sessie bespreken
- Risiconiveau herevalueren (elke keer)
,- Controle gewicht, BD
- Proteïnurie 20w
- Fundushoogte:24w
- FHT
- Echo gynaecoloog 18-22w
- Suikertest: 24-28w =>zwdiabetes opsporen
3e trim (29-40w)
- GVO bespreken
- Risiconiveau herevalueren
- Controle gewicht, BD, proteïnurie
- FHT
- Fundushoogte
- Anemie bepalen
- Echo gynaecoloog
- 32-34w: voorbereid op arbeid en bevalling
- 35-37w: GBS wisser (streptokokken B)
PERSOONLIJK PRENATAAL ADVIES (PPA)
Kijken wat welke pt die voor me zit nodig heeft
Nagaan welk advies er nodig is
Gepersonaliseerde zorg bij elke pt te verzekeren
MULTIDISCIPLINAIR ENTOURAGE
Basisentourage: gynaecoloog, vroedvrouw, huisarts, kinesitherapeut en de medewerkers
van de gewestelijke diensten voor begeleiding en kinderopvang (K&G, ONE en Kaleido)
Zorgcoördinator (idealiter één van de professionals voor de klinische opvolging)
Aangepast aan individuele situatie
ZORGPLAN
Vanaf begin van zwangerschap tot de postnatale periode
Informatie over alle mogelijke opties
Gedeelde besluitvorming (shared decision making)
Individueel zorgplan
Vermeld worden in het (gedeeld, elektronisch) dossier
PARTUS
In België moet bij de aangifte van elk levend geboren kind, ongeacht de
zwangerschapsduur of het geboortegewicht, verplicht een statistisch formulier worden
ingevuld (eBirth of Model I). Dit formulier bestaat uit een luik met medische en een luik
met socio-demografische gegevens.
, De zorgverstrekkers die bevallingen begeleiden, zowel in de materniteiten als thuis of in
geboortehuizen, vullen een geboorteaangifte in met de identiteit van de moeder en het
kind. Deze gegevens maken ze over aan de diensten van de burgerlijke stand van de
gemeente waar de geboorte plaatsvond. Tegelijk vullen ze het statistisch formulier met
de medische geboortegegevens in. Deze gepseudonimiseerde gegevens worden voor
geboorten in Vlaanderen via het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse
overheid aan het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) bezorgd voor
verdere analyse.
POSTNATALE ZORGEN
Opvolging thuis door de vroedvrouw in de eerste lijn OF materniteit
VROEDVROUW 1 STE LIJN
Goede zorg = ‘veilige’ zorg voor moeder en kind
1ste 7dagen = kritieke periode, overdracht zorg rond dag 3
ALGEMENE AANBEVELINGEN:
1. Elke moeder en haar baby worden door een vroedvrouw opgevolgd binnen een
postnataal zorgpad.
2. De vroedvrouw stelt continuïteit van zorg voorop bij de perinatale zorgen.
3. Professionalisering en het bieden van evidence-based zorg maken deel uit van
de opdracht van de vroedvrouw.
4. Van de vroedvrouw wordt verwacht cliëntgerichte zorg te bieden.
5. De postnatale zorg wordt, zoveel mogelijk, reeds voorbereid in de zwangerschap,
eventueel met een huisbezoek. Dit oriënterend gesprek wordt gedocumenteerd in een
(elektronisch) zorgplan.
6. Het de moment waarop intra partum zorg overgaat in de postnatale zorg dient
gepaard te gaan met een overdracht.
7. Het moment waarop de postnatale intramurale zorg (ziekenhuiszorg) overgaat in de
postnatale extramurale (ambulante) zorg moet gepaard gaan met vooraf bepaalde
ontslagcriteria voor moeder en kind.
8. Het eerste postnatale huisbezoek door de vroedvrouw vindt plaats binnen de 24
uur na ontslag wanneer het ontslag plaatsvindt binnen de 72 uur na de geboorte.
9. Er worden door de vroedvrouw postnataal een minimum aan (huis)- bezoeken
voorzien na ontslag uit het ziekenhuis of vanaf dag 0 in het geval van een
thuisbevalling.
10. Tijdens de eerste 7 dagen na de geboorte beoordeelt de vroedvrouw bij elk
postnataal contact een aantal zaken standaard, terwijl andere observaties enkel
dienen te gebeuren op indicatie.
11. Het is aanbevolen dat moeders die tijdens de zwangerschap seronegatief bleken voor
rubella, binnen de 72 uur postnataal een MMR-vaccinatie krijgen en daarover
voldoende worden geïnformeerd.
12.De vroedvrouw zorgt ervoor dat Rhesus-D negatieve moeders binnen de 24 uur na de
geboorte van een Rhesus-D positieve baby anti-D-immunoglobulines toegediend
krijgen.
13. Alle baby’s worden, naast de geboortedag, tenminste gewogen op dag 3, op dag 5,
tussen dag 10-14, op 1 maand en tussen 6-8 weken.
14. Bij de opvolging van de baby na ontslag uit het ziekenhuis houdt de vroedvrouw
rekening met volgende minimale basisparameters: ademhaling (30 - 60/min),
hartslag (100 - 160 sl/min), temperatuur (36,5 - 37,4°C) in open bedje met
E.LAURENT
HC 1: ORGANISATIE VAN DE PERINATALE ZORG
Perinatale zorg in België?
Medisch zorgmodel met een centrale focus op pathologie en de gynaecoloog als primaire
hulpverlener
95% van alle laag- tot hoog risico geboorten vindt plaats via een klinische opvolging in
het ziekenhuis onder toezicht van een gynaecoloog
Dit ondanks het feit dat de meerderheid van de bevallingen in België vaginale geboorten
zijn bij zwangere vrouwen zonder geïdentificeerde risicofactoren aan de start van of
tijdens de bevalling, noch voor henzelf of voor hun baby
PRENTAAL ZORGTRAJECT
Volledig en geïntegreerd prenataal zorgpad :
Bestaande uit:
- Klinische opvolging
- Consultaties voor persoonlijk prenataal advies (PPA) – min 2
- Sessies ter voorbereiding op geboorte en ouderschap (VGO)
Universeel
Alle professionals spelen een rol (gynaecoloog, vroedvrouw, huisarts, kinesist,
psycholoog, maatschappelijk werkers)
Lijst met verloskundige alarmsignalen
Toekomstige ouders staan centraal in besluitvorming.
KLINISCHE OPVOLGING
1ste trim (1-14w)
- 1ste consultatie
Medisch dossier maken
Specifiek bespreken van zorg de vrouw wilt ervaren
Identificatie risicofactoren (uitgebreide anamnese)
Gewicht, BD, proteïnurie, …
Screening infecties
Vanaf 12w: FHT
11-13w: echo bij gynaecoloog
2de trim (15-28w)
- Urinestaal: bacterieurie
- GVO sessie bespreken
- Risiconiveau herevalueren (elke keer)
,- Controle gewicht, BD
- Proteïnurie 20w
- Fundushoogte:24w
- FHT
- Echo gynaecoloog 18-22w
- Suikertest: 24-28w =>zwdiabetes opsporen
3e trim (29-40w)
- GVO bespreken
- Risiconiveau herevalueren
- Controle gewicht, BD, proteïnurie
- FHT
- Fundushoogte
- Anemie bepalen
- Echo gynaecoloog
- 32-34w: voorbereid op arbeid en bevalling
- 35-37w: GBS wisser (streptokokken B)
PERSOONLIJK PRENATAAL ADVIES (PPA)
Kijken wat welke pt die voor me zit nodig heeft
Nagaan welk advies er nodig is
Gepersonaliseerde zorg bij elke pt te verzekeren
MULTIDISCIPLINAIR ENTOURAGE
Basisentourage: gynaecoloog, vroedvrouw, huisarts, kinesitherapeut en de medewerkers
van de gewestelijke diensten voor begeleiding en kinderopvang (K&G, ONE en Kaleido)
Zorgcoördinator (idealiter één van de professionals voor de klinische opvolging)
Aangepast aan individuele situatie
ZORGPLAN
Vanaf begin van zwangerschap tot de postnatale periode
Informatie over alle mogelijke opties
Gedeelde besluitvorming (shared decision making)
Individueel zorgplan
Vermeld worden in het (gedeeld, elektronisch) dossier
PARTUS
In België moet bij de aangifte van elk levend geboren kind, ongeacht de
zwangerschapsduur of het geboortegewicht, verplicht een statistisch formulier worden
ingevuld (eBirth of Model I). Dit formulier bestaat uit een luik met medische en een luik
met socio-demografische gegevens.
, De zorgverstrekkers die bevallingen begeleiden, zowel in de materniteiten als thuis of in
geboortehuizen, vullen een geboorteaangifte in met de identiteit van de moeder en het
kind. Deze gegevens maken ze over aan de diensten van de burgerlijke stand van de
gemeente waar de geboorte plaatsvond. Tegelijk vullen ze het statistisch formulier met
de medische geboortegegevens in. Deze gepseudonimiseerde gegevens worden voor
geboorten in Vlaanderen via het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse
overheid aan het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) bezorgd voor
verdere analyse.
POSTNATALE ZORGEN
Opvolging thuis door de vroedvrouw in de eerste lijn OF materniteit
VROEDVROUW 1 STE LIJN
Goede zorg = ‘veilige’ zorg voor moeder en kind
1ste 7dagen = kritieke periode, overdracht zorg rond dag 3
ALGEMENE AANBEVELINGEN:
1. Elke moeder en haar baby worden door een vroedvrouw opgevolgd binnen een
postnataal zorgpad.
2. De vroedvrouw stelt continuïteit van zorg voorop bij de perinatale zorgen.
3. Professionalisering en het bieden van evidence-based zorg maken deel uit van
de opdracht van de vroedvrouw.
4. Van de vroedvrouw wordt verwacht cliëntgerichte zorg te bieden.
5. De postnatale zorg wordt, zoveel mogelijk, reeds voorbereid in de zwangerschap,
eventueel met een huisbezoek. Dit oriënterend gesprek wordt gedocumenteerd in een
(elektronisch) zorgplan.
6. Het de moment waarop intra partum zorg overgaat in de postnatale zorg dient
gepaard te gaan met een overdracht.
7. Het moment waarop de postnatale intramurale zorg (ziekenhuiszorg) overgaat in de
postnatale extramurale (ambulante) zorg moet gepaard gaan met vooraf bepaalde
ontslagcriteria voor moeder en kind.
8. Het eerste postnatale huisbezoek door de vroedvrouw vindt plaats binnen de 24
uur na ontslag wanneer het ontslag plaatsvindt binnen de 72 uur na de geboorte.
9. Er worden door de vroedvrouw postnataal een minimum aan (huis)- bezoeken
voorzien na ontslag uit het ziekenhuis of vanaf dag 0 in het geval van een
thuisbevalling.
10. Tijdens de eerste 7 dagen na de geboorte beoordeelt de vroedvrouw bij elk
postnataal contact een aantal zaken standaard, terwijl andere observaties enkel
dienen te gebeuren op indicatie.
11. Het is aanbevolen dat moeders die tijdens de zwangerschap seronegatief bleken voor
rubella, binnen de 72 uur postnataal een MMR-vaccinatie krijgen en daarover
voldoende worden geïnformeerd.
12.De vroedvrouw zorgt ervoor dat Rhesus-D negatieve moeders binnen de 24 uur na de
geboorte van een Rhesus-D positieve baby anti-D-immunoglobulines toegediend
krijgen.
13. Alle baby’s worden, naast de geboortedag, tenminste gewogen op dag 3, op dag 5,
tussen dag 10-14, op 1 maand en tussen 6-8 weken.
14. Bij de opvolging van de baby na ontslag uit het ziekenhuis houdt de vroedvrouw
rekening met volgende minimale basisparameters: ademhaling (30 - 60/min),
hartslag (100 - 160 sl/min), temperatuur (36,5 - 37,4°C) in open bedje met