Gastcollege is geen tentamenstof
HC1 4-2-2024 beeldvorming over daderschap
Beeldvorming over daderschap
- Sociale constructie; daderschap heeft geen vaste definitie. Die wordt
vastgesteld door de samenleving.
o Gebaseerd op: wat we erg vinden, strafrecht,
wetenschappelijke inzichten, mediaberichtgeving
- Morele educatie door het strafrecht
o Normbevestigend: gedrag is crimineel omdat wij het erg
vinden
o Normvormend: gedrag wordt aangeduid als ‘slecht’ waardoor
wij het slecht gaan vinden
o Normondermijdend: slecht gedrag wordt gebagatelliseerd
waardoor wij het minder erg gaan vinden
Wat vinden we erg?
Harmful: schade, leed (= consequenties)
Wrongful: normovertreding, moreel verwerpelijk (= intenties)
Morele educatie, hoe verloopt dat?
Voor leken:
Mediaberichtgeving – traditionele media (NOS, tv) of social media
- Beïnvloeding door de media: bij selectie van het nieuws, gebruik van
bronnen, gekozen perspectief (framing)
o Selectie van het nieuws: dramatisch, emotioneel potentieel,
bekende personen, actueel, makkelijk te interpreteren
o Bronnen: politie/OM, advocaat, slachtoffers/nabestaanden,
wettenschappelijke inzichten
o Perspectief: welk verhaal wordt verteld – zowel tekst als beeld,
interpretatie framing (belicht bepaald aspect, geeft kleur aan
interpretatie). Hoe verhaal wordt verteld – welke nieuwsbron,
tijdgebonden
Eerste reacties op framing
,Tragedie – moral outrage – blaming the victim – afzijdigheid.
Theorie
- Sociale vergelijkingstheorie
- Christie’s ideal victim – interpreteren van frames van slachtoffers.
Slachtoffer voldoet aan meerdere kenmerken -> eerder sympathie.
Ideaal slachtoffer verdient sympathie, een minder ideaal slachtoffer
niet
1. Zwak
2. Nuttige bezigheid (bijv. geen sekswerk)
3. Geen schuld voor zich bevinden op de locatie
4. Dader is ‘big and bad’
5. Dader is onbekende
- Just Wordl theory
o What goes around, comes around?
o Bad things happen to bad people.
Sympathie voor het slachtoffer?
Manier hoe we oordelen over slachtoffer komt voort uit neiging van
mensen om niet overal angstig te zijn
Interactie media-publiek
Screenshotten dia
Interactie tussen media en publiek via opsporingsberichtgeving
- Normbevestiging via opsporingsberichtgeving
o Selectie en framing door politie (opsporingverzocht)
Gezag van politie bevestigen
Ernstige, maar commune delicten (huisinbraak, overval)
Identificatie met slachtoffer -> responsabilisering, moral
outrage
Je voelt je als kijker geroepen om een tip te geven
Angst voor criminaliteit (NB: vertekend door de media)
o GeenStijl (ook opsporingsberichtgeving website)
Bevestigende en alternatieve interpretatie: kritisch op
gezag
Handhavingsframe -> actieve sociale controle
Kans op eigenrichting
Minder gebruik van ethiek van journalistiek
Men neemt de hef in eigen handen
Interactie tussen publiek en media via daders
(witteboordencriminaliteit)
- Normondermijning in publiciteitsstrategieën
o Ontkennen van verwijtbaarheid: ‘iedereen doet het’
o Ontkennen van ernst: ‘ik heb niemand schade toegebracht’
- Normondermijning in frames
o Persoon van de dader: hoogmoed komt voor de val, luxe en
glamour
, o Handhaver: falend toezicht
Interactie tussen publiek en fictieve media
- Voorbeeld forensische psychiatrische patiënt
o Veel aandacht voor incidenten in media
o Cijfers laten zien dat het daadwerkelijk om incidenten gaat
- Veelvoorkomende frames
o Manipulator (intelligent, charmant, berekenend)
o Wild beest (onberekenbaar, gevaarlijk, ander soort dan ‘wij’)
Gevolgen van beeldvorming
1. Criminalisering (en decriminalisering)
a. Informele criminalisering -> formele criminalisering
b. Welk gedrag is strafbaar?
2. Strafproces en beleid
a. Maatschappelijk draagvlak
b. Politiek debat -> wijzigingen in wet- en regelgeving
WC 1
Twee modellen Van Erp
1. Mass-manipulation
a. Passief publiek, media machtige manipulator
b. Kan verheerlijken (kan leiden tot kopiegedrag) of bang maken
2. Commercial laissez-faire
a. ‘Laat maar gaan’
b. Publiek wordt niet direct gemanipuleerd, mediaberichtgeving
wordt geïnterpreteerd binnen bestaande percepties/attitudes
c. Je wordt niet geframed uit één hoek, minder passief
d. Media sluit frame aan bij onze bestaande percepties, krant
blijft bij één perceptie
Tentamenvraag
Het artikel van Beckers en van Erp analyseert mediaberichtgeving over
witteboordencriminaliteit. Leg uit hoe witteboordencriminelen
publiciteitsstrategieën gebruiken om ons beeld van
witteboordencriminaliteit als ernstige normschending te ondermijnen
- Wittenboordencriminelen beiden tegenspel door ook hun verhaal te
vertellen via de media.
Beckers en van Erp onderscheiden twee clusters van publiciteit
strategieën. Benoem welke twee dit zijn en geef van elk cluster één
voorbeeld.
- Ontkennen van verwijtbaarheid (ik wist het niet, iedereen doet het)
en ontkennen van ernst (ik heb niemand schade toegebracht)
HC2 12-2-2024 omvang en verklaringen voor daderschap
Mensenbeelden in de criminologie
1. Rationele dader: homo economicus
2. Invloed van de sociale omgeving: homo sociologicus
a. Mens als betekenisgevend wezen
HC1 4-2-2024 beeldvorming over daderschap
Beeldvorming over daderschap
- Sociale constructie; daderschap heeft geen vaste definitie. Die wordt
vastgesteld door de samenleving.
o Gebaseerd op: wat we erg vinden, strafrecht,
wetenschappelijke inzichten, mediaberichtgeving
- Morele educatie door het strafrecht
o Normbevestigend: gedrag is crimineel omdat wij het erg
vinden
o Normvormend: gedrag wordt aangeduid als ‘slecht’ waardoor
wij het slecht gaan vinden
o Normondermijdend: slecht gedrag wordt gebagatelliseerd
waardoor wij het minder erg gaan vinden
Wat vinden we erg?
Harmful: schade, leed (= consequenties)
Wrongful: normovertreding, moreel verwerpelijk (= intenties)
Morele educatie, hoe verloopt dat?
Voor leken:
Mediaberichtgeving – traditionele media (NOS, tv) of social media
- Beïnvloeding door de media: bij selectie van het nieuws, gebruik van
bronnen, gekozen perspectief (framing)
o Selectie van het nieuws: dramatisch, emotioneel potentieel,
bekende personen, actueel, makkelijk te interpreteren
o Bronnen: politie/OM, advocaat, slachtoffers/nabestaanden,
wettenschappelijke inzichten
o Perspectief: welk verhaal wordt verteld – zowel tekst als beeld,
interpretatie framing (belicht bepaald aspect, geeft kleur aan
interpretatie). Hoe verhaal wordt verteld – welke nieuwsbron,
tijdgebonden
Eerste reacties op framing
,Tragedie – moral outrage – blaming the victim – afzijdigheid.
Theorie
- Sociale vergelijkingstheorie
- Christie’s ideal victim – interpreteren van frames van slachtoffers.
Slachtoffer voldoet aan meerdere kenmerken -> eerder sympathie.
Ideaal slachtoffer verdient sympathie, een minder ideaal slachtoffer
niet
1. Zwak
2. Nuttige bezigheid (bijv. geen sekswerk)
3. Geen schuld voor zich bevinden op de locatie
4. Dader is ‘big and bad’
5. Dader is onbekende
- Just Wordl theory
o What goes around, comes around?
o Bad things happen to bad people.
Sympathie voor het slachtoffer?
Manier hoe we oordelen over slachtoffer komt voort uit neiging van
mensen om niet overal angstig te zijn
Interactie media-publiek
Screenshotten dia
Interactie tussen media en publiek via opsporingsberichtgeving
- Normbevestiging via opsporingsberichtgeving
o Selectie en framing door politie (opsporingverzocht)
Gezag van politie bevestigen
Ernstige, maar commune delicten (huisinbraak, overval)
Identificatie met slachtoffer -> responsabilisering, moral
outrage
Je voelt je als kijker geroepen om een tip te geven
Angst voor criminaliteit (NB: vertekend door de media)
o GeenStijl (ook opsporingsberichtgeving website)
Bevestigende en alternatieve interpretatie: kritisch op
gezag
Handhavingsframe -> actieve sociale controle
Kans op eigenrichting
Minder gebruik van ethiek van journalistiek
Men neemt de hef in eigen handen
Interactie tussen publiek en media via daders
(witteboordencriminaliteit)
- Normondermijning in publiciteitsstrategieën
o Ontkennen van verwijtbaarheid: ‘iedereen doet het’
o Ontkennen van ernst: ‘ik heb niemand schade toegebracht’
- Normondermijning in frames
o Persoon van de dader: hoogmoed komt voor de val, luxe en
glamour
, o Handhaver: falend toezicht
Interactie tussen publiek en fictieve media
- Voorbeeld forensische psychiatrische patiënt
o Veel aandacht voor incidenten in media
o Cijfers laten zien dat het daadwerkelijk om incidenten gaat
- Veelvoorkomende frames
o Manipulator (intelligent, charmant, berekenend)
o Wild beest (onberekenbaar, gevaarlijk, ander soort dan ‘wij’)
Gevolgen van beeldvorming
1. Criminalisering (en decriminalisering)
a. Informele criminalisering -> formele criminalisering
b. Welk gedrag is strafbaar?
2. Strafproces en beleid
a. Maatschappelijk draagvlak
b. Politiek debat -> wijzigingen in wet- en regelgeving
WC 1
Twee modellen Van Erp
1. Mass-manipulation
a. Passief publiek, media machtige manipulator
b. Kan verheerlijken (kan leiden tot kopiegedrag) of bang maken
2. Commercial laissez-faire
a. ‘Laat maar gaan’
b. Publiek wordt niet direct gemanipuleerd, mediaberichtgeving
wordt geïnterpreteerd binnen bestaande percepties/attitudes
c. Je wordt niet geframed uit één hoek, minder passief
d. Media sluit frame aan bij onze bestaande percepties, krant
blijft bij één perceptie
Tentamenvraag
Het artikel van Beckers en van Erp analyseert mediaberichtgeving over
witteboordencriminaliteit. Leg uit hoe witteboordencriminelen
publiciteitsstrategieën gebruiken om ons beeld van
witteboordencriminaliteit als ernstige normschending te ondermijnen
- Wittenboordencriminelen beiden tegenspel door ook hun verhaal te
vertellen via de media.
Beckers en van Erp onderscheiden twee clusters van publiciteit
strategieën. Benoem welke twee dit zijn en geef van elk cluster één
voorbeeld.
- Ontkennen van verwijtbaarheid (ik wist het niet, iedereen doet het)
en ontkennen van ernst (ik heb niemand schade toegebracht)
HC2 12-2-2024 omvang en verklaringen voor daderschap
Mensenbeelden in de criminologie
1. Rationele dader: homo economicus
2. Invloed van de sociale omgeving: homo sociologicus
a. Mens als betekenisgevend wezen