Bestuursrecht
Mr. Trees Karssen
Hoofdstuk 1: Kernbegrippen Awb
Paragraaf 1.2: Bestuursorgaan
De definitie van een bestuursorgaan is te vinden in art. 1:1 lid 1 Awb.
Er bestaan twee soorten organen: a en b.
Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld. Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn
bijvoorbeeld de staat, de gemeenten, de provincies en de waterschappen.
De organen die hierbij horen kunnen bijvoorbeeld het college van
burgemeester en wethouders, de burgemeester of een minister zijn.
Ook Rijksdienst voor het Wegverkeer is een publiekrechtelijk
rechtspersoon met de directie en de raad van toezicht als organen.
Staat Provincie Gemeente Waterschap
Minister Commissaris Burgemeest Het
van de er algemeen
Koning bestuur
Staatssecreta College van College van Het dagelijks
ris Gedeputeerd B&W bestuur
e Staten
Provinciale Gemeentera Dijkgraaf
Staten ad
Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag
bekleed. Hierbij valt te denken aan organen van privaatrechtelijke
rechtspersonen, commissies of colleges die openbaar gezag uitoefenen.
CBR, APK-keurder
Paragraaf 1.3: Belanghebbende
Een belanghebbende is degene wiens belang rechtstreek bij een besluit
betrokken is.
Er bestaan twee soorten belanghebbende: direct belanghebbende en
derde-belanghebbende.
Een direct belanghebbende is de geadresseerde van het besluit.
,Een derde-belanghebbende is niet de normadressaat, maar wordt wel
rechtstreeks geraakt door het besluit.
Een rechtspersoon kan belanghebbende zijn als een algemeen of collectief
belang dat de rechtspersoon zich volgens zijn statuten ten doel stelt en
waarvoor hij zich ook daadwerkelijk inzet, rechtstreek bij het besluit
betrokken is.
O; objectief
P; persoonlijk
E; eigen
R; rechtstreeks
A; actueel
Paragraaf 1.4: Besluit
De Awb omschrijft het begrip ‘besluit’ als: een schriftelijke beslissing van
een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Het besluit moet wel gericht zijn op een rechtsgevolg. Het krijgen van een
paspoort heeft als rechtsgevolg dat je een identiteitsbewijs en
reisdocument beschikt.
Paragraaf 1.5: Beschikking
Een beschikking is een besluit dat niet van algemene strekking is, met in
begrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan. Een beschikking is
gericht tot een individu, een concreet geval of een specifiek object.
Er zijn diverse soorten beschikkingen:
Begunstigende beschikking
o Verkrijgen van een recht of aanspraak
o Paspoort, vergunning, uitkering, rijbewijs
Belastende beschikking
o Opleggen van plicht of maatregel
o Boete, betalen van belasting
Vrije beschikking
o Het bestuursorgaan heeft speelruimte om de beschikking te
nemen
o Geven of weigeren van vergunning/ uitkering
Gebonden beschikking
o Het bestuursorgaan heeft geen speelruimte
o Beschikking wordt gegeven als aan de gestelde voorwaarden
is voldaan
, Paragraaf 1.6: Besluit van algemene strekking
Een besluit van algemene strekking is een besluit dat niet gericht is tot
een individu of een concreet geval, maar tot een algemeen omschreven
groep van personen. Je kan besluiten van algemene strekking
onderscheiden in drie soorten:
Algemeen verbindende voorschriften
Beleidsregels
Overige besluite van algemene strekking
Algemeen verbindende voorschriften (avv) zijn bijvoorbeeld wetten, een
regeling van een minister of een gemeentelijke verordening. Hiertegen kan
geen bezwaar worden gemaakt en geen beroep worden ingesteld.
Overige besluiten van algemene strekking zijn bijvoorbeeld een besluit tot
aanwijzing van terreinen en tot plaatsing van verkeersborden. Hier kan wel
bezwaar tegen worden gemaakt.
Paragraaf 1.7: Beleidsregel
Een beleidsregel is een bij besluit vastgestelde algemene regel over de
afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van
wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een
bestuursorgaan. Ook beleidsregels zijn niet vatbaar voor bezwaar en
beroep.
Beleidsregels geven aan hoe bestuursorganen zijn bevoegdheid
uitoefent.
Er zijn drie soorten beleidsregels te onderscheiden:
Beleidsregels over de afweging van belangen
Beleidsregels over de vaststelling van feiten
Beleidsregels over de interpretatie van wettelijke voorschriften
Inherente afwijkingsbevoegdheid: een afwijkingsbevoegdheid die
verbonden is aan het gebruik van beleidsregels. Alleen mogelijk als er is
voldaan aan de volgende twee eisen:
Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden;
Die omstandigheden leiden ertoe dat de nadelige of voordelige
gevolgen van handelen in overeenstemming met de beleidsregel
onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te
dienen doelen.
Mr. Trees Karssen
Hoofdstuk 1: Kernbegrippen Awb
Paragraaf 1.2: Bestuursorgaan
De definitie van een bestuursorgaan is te vinden in art. 1:1 lid 1 Awb.
Er bestaan twee soorten organen: a en b.
Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld. Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn
bijvoorbeeld de staat, de gemeenten, de provincies en de waterschappen.
De organen die hierbij horen kunnen bijvoorbeeld het college van
burgemeester en wethouders, de burgemeester of een minister zijn.
Ook Rijksdienst voor het Wegverkeer is een publiekrechtelijk
rechtspersoon met de directie en de raad van toezicht als organen.
Staat Provincie Gemeente Waterschap
Minister Commissaris Burgemeest Het
van de er algemeen
Koning bestuur
Staatssecreta College van College van Het dagelijks
ris Gedeputeerd B&W bestuur
e Staten
Provinciale Gemeentera Dijkgraaf
Staten ad
Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag
bekleed. Hierbij valt te denken aan organen van privaatrechtelijke
rechtspersonen, commissies of colleges die openbaar gezag uitoefenen.
CBR, APK-keurder
Paragraaf 1.3: Belanghebbende
Een belanghebbende is degene wiens belang rechtstreek bij een besluit
betrokken is.
Er bestaan twee soorten belanghebbende: direct belanghebbende en
derde-belanghebbende.
Een direct belanghebbende is de geadresseerde van het besluit.
,Een derde-belanghebbende is niet de normadressaat, maar wordt wel
rechtstreeks geraakt door het besluit.
Een rechtspersoon kan belanghebbende zijn als een algemeen of collectief
belang dat de rechtspersoon zich volgens zijn statuten ten doel stelt en
waarvoor hij zich ook daadwerkelijk inzet, rechtstreek bij het besluit
betrokken is.
O; objectief
P; persoonlijk
E; eigen
R; rechtstreeks
A; actueel
Paragraaf 1.4: Besluit
De Awb omschrijft het begrip ‘besluit’ als: een schriftelijke beslissing van
een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Het besluit moet wel gericht zijn op een rechtsgevolg. Het krijgen van een
paspoort heeft als rechtsgevolg dat je een identiteitsbewijs en
reisdocument beschikt.
Paragraaf 1.5: Beschikking
Een beschikking is een besluit dat niet van algemene strekking is, met in
begrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan. Een beschikking is
gericht tot een individu, een concreet geval of een specifiek object.
Er zijn diverse soorten beschikkingen:
Begunstigende beschikking
o Verkrijgen van een recht of aanspraak
o Paspoort, vergunning, uitkering, rijbewijs
Belastende beschikking
o Opleggen van plicht of maatregel
o Boete, betalen van belasting
Vrije beschikking
o Het bestuursorgaan heeft speelruimte om de beschikking te
nemen
o Geven of weigeren van vergunning/ uitkering
Gebonden beschikking
o Het bestuursorgaan heeft geen speelruimte
o Beschikking wordt gegeven als aan de gestelde voorwaarden
is voldaan
, Paragraaf 1.6: Besluit van algemene strekking
Een besluit van algemene strekking is een besluit dat niet gericht is tot
een individu of een concreet geval, maar tot een algemeen omschreven
groep van personen. Je kan besluiten van algemene strekking
onderscheiden in drie soorten:
Algemeen verbindende voorschriften
Beleidsregels
Overige besluite van algemene strekking
Algemeen verbindende voorschriften (avv) zijn bijvoorbeeld wetten, een
regeling van een minister of een gemeentelijke verordening. Hiertegen kan
geen bezwaar worden gemaakt en geen beroep worden ingesteld.
Overige besluiten van algemene strekking zijn bijvoorbeeld een besluit tot
aanwijzing van terreinen en tot plaatsing van verkeersborden. Hier kan wel
bezwaar tegen worden gemaakt.
Paragraaf 1.7: Beleidsregel
Een beleidsregel is een bij besluit vastgestelde algemene regel over de
afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van
wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een
bestuursorgaan. Ook beleidsregels zijn niet vatbaar voor bezwaar en
beroep.
Beleidsregels geven aan hoe bestuursorganen zijn bevoegdheid
uitoefent.
Er zijn drie soorten beleidsregels te onderscheiden:
Beleidsregels over de afweging van belangen
Beleidsregels over de vaststelling van feiten
Beleidsregels over de interpretatie van wettelijke voorschriften
Inherente afwijkingsbevoegdheid: een afwijkingsbevoegdheid die
verbonden is aan het gebruik van beleidsregels. Alleen mogelijk als er is
voldaan aan de volgende twee eisen:
Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden;
Die omstandigheden leiden ertoe dat de nadelige of voordelige
gevolgen van handelen in overeenstemming met de beleidsregel
onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te
dienen doelen.