Samenvatting REDDING
1) Geef de risicogroepen van verdrinking.
Kleinere kinderen (0-5 jaar), mensen met beperking, watersporters
2) Verhoogde risicofactoren voor verdrinking.
Gebruik drugs/alcohol, vervoer over water, overstromingen
3) Wat zijn de drie kerntaken van de redder?
Toezicht-redden-onderhoud
4) Wie houdt waar toezicht
De zwembadredder in overdekte en niet overdekte circulatiebaden.
De openwaterredder in meren, vijvers en dergelijke.
De Duiker-Redder houdt over beoefenaars van de duiksport in
clubverband.
De (basis)bootredder houdt toezicht op meren, kanalen en de zee.
De zeeredder houdt toezicht op zee.
5) Geef de definitie van verdrinking.
proces van het ervaren van ademhalingsstoornissen als gevolg van de
onderdompeling in een vloeistof (overleven = niet fatale verdrinking)
6) Wat wordt er bedoeld met de stille dood?
Verdrinking: bij gebrek lucht/mond onder water meestal niet in staat om te
roepen, het slachtoffer komt in een verlaagd bewustzijn, instinct neemt
over.
7) Wat zijn de twee essentiële elementen bij de verdrinkingspreventie?
- opvoeding bevolking leer zwemmen/reanimeren/redden
- De wetgeving die dient gevolgd te worden.
8) Geef een aantal actiepunten van WHO voor preventie verdrinking
Leer zwemmen, leer helpen/redden/reanimeren, pas juiste technieken toe,
informeer en signaleer, verminder overstromingsrisico’s
9) Verschillen tussen actieve en passieve verdrinking en geef voor elk
een vb.
Actieve verdrinking: eerst water inademen, dan flauwvallen (in golfbad)
Passieve verdrinking: eerst flauwvallen dan water inademen (hartaanval,
…)
10) Belangrijkste oorzaken bewustzijnsverlies
Reflexen (angst,..), te weinig zuurstof (verstikking), teveel CO2, letsel,…
11) Noteer de verschillende fasen van verdrinking in volgorde weer.
1. Onderdompelings-verschrikkingsfase slachtoffer in noodfase
2. Apnea-en slikfase overgang verlaagd bewustzijn reflexfase
(instinctieve acties nemen over)
3. Inhalatiefase ademt water in
4. Beschadigingsfase water in longen leidt tot zuurstoftekort, uiteindelijk
hartstilstand
12) Wat betekent schijndood klinisch dood en biologisch dood, kleur
slachtoffer
- Schijndood (geen waarneembaar teken van leven maar niet echt dood)
blauw
- Klinisch dood (geen ademhaling/hartslag, maar hersenen nog niet
onherstelbaar beschadigd) bleek
, - Biologisch dood (definitief overleden)
13) Wat is osmose? + voorbeeld
Vorm van diffusie(opgeloste stoffen van hoge naar lage concentratie) door
halfdoorlatend membraan (laat vloeistof door, niet opgeloste stoffen)
14) Verschil verdrinking zoet en zoutwater
Zoetwater: zoutconcentratie van vloeistof in long lager dan in bloedbaan
water in bloed lagere concentratie bloed rode bloedcellen kapot
hartfibrilatie
Zoutwater in longen trekt vocht uit bloedbaan naar longen hogere
concentratie bloed bloed dikker (hogere overlevingskans)
15) Wat is surfactant? Uit wat bestaat het en waarvoor dient het?
Surfactant is vloeibaar, bestaat uit eiwitten en vetten zorgt dat
longblaasjes opengaan bij inademen en niet dichtklappen bij uitademen
(verdwijnt bij verdrinking)
16) Wat is een secondary drowning?
Water in de longen veroorzaakt na uren (soms pas na een dag) nog schade
door zuurstoftekort. treft vooral de hersenen
17) Gevolgen verdrinking
- Zenuwstelstel: evt. letsel grote hersenen
- Hart en bloedsomloop: wijziging bloedsamenstelling (rode bloedcellen
barsten) daling transport O2 lagere zuurstofcapaciteit
- Nieren: kunnen afsterven
18) Waarom is het gevaarlijk om te hyperventileren voor een apnea
(duik)?
Weinig CO2 in longen hersenen geven geen signaal om te komen
ademen
19) De overlevingskansen van de hersenen na een geslaagde
reanimatie zijn afhankelijk van welke factoren
Type water, hoeveelheid ingeademd water, watertemperatuur,
lichaamstemperatuur, leeftijd
20) Waarom geniet de droge redding de voorkeur?
Natte redding=Risico (Eigen veiligheid eerst)
21) verschil tussen een slachtoffer in een noodfase en in een
reflexfase.
Noodfase, nog bij bewustzijn in paniek en reflexfase onder water,
bewusteloos
22) Geef de basisprincipes van een reddingsactie kort, bondig en in
volgorde weer.
HIPAZ (Herkennen probleem – Inschatten situatie – Plan – Actie – Zorgen
nadien)
23) Welke afspraken maak je best met G-sporters en hun begeleiders
waarom?
Belangrijk om te weten dat bv. Blinden je alleen kunnen horen, …
24) Geef de vier meest voorkomende symptomen van een nek- of
rugletsel.
Pijn in rug/nek, ledemaat niet kunnen bewegen, geen gevoel in ledemaat
hebben, verwarring/desoriëntatie
,25) Fixatiegrepen bij vermoeden rug-en nekletsel
- Vice grip (dieper dan 80 cm)
- Bear hug (onder armen door, handen op oren) (minder diep dan 80 cm)
- Canadese rol (met de pijl) (minder diep dan 20 cm)
Samenvatting REANIMATIE
1) Wat is het doel van reanimatie en hoe realiseer je dat?
Reanimatie heeft tot doel de toevoer van zuurstof naar de cellen, vooral
naar de hersencellen, te verzekeren en te herstellen.
Dit gebeurt door borstcompressies om de bloedcirculatie op gang te
brengen en door beademing om de ademhaling te herstellen.
2) Waarvoor staat ILS?
International Life Saving Federation, Nederlands: Internationale
Reddingsfederatie
3) Welke stappen zijn er in de reddingsketen van overleven en
reanimeren
Reddingsketen overleven Reddingsketen van reanimeren
Voorkom verdrinkingen Vroegtijdig herkennen en alarmeren (hartstilstand
voorkomen)
Herken noodtoestand Vroegtijdig reanimeren (tijd winnen)
Geef hulpmiddel aan Vroegtijdig defibrilleren (het hart herstarten)
drenkeling
Verwijder slachtoffer uit Postreanimatiezorg (levenskwaliteit herstellen)
water
Dien zorgen toe indien nodig
4) Waarom spreken we van de eerste gouden minuten?
De eerste minuten na een ongeval (zoals verdrinking) zijn cruciaal voor het
overleven en herstel van het slachtoffer
5) Waarvoor gebruikt ons lichaam zuurstof?
Om voedingsstoffen te verbranden in je cellen (getransporteerd via ons
bloed)
6) Wat zijn de functies van het ademhalingsstelsel?
- Voorziet lichaam van zuurstof en andere voedingsstoffen
- Neemt CO2 mee en andere afvalstoffen
- Beschermt lichaam tegen vreemde stoffen
- Regelt spraakvermogen (luchtstromen verplaatsen via stembanden)
- Regelt zuurtegraad in het lichaam (weinig zuurstof bloed zuurder)
7) Wat zijn de taken van het strottenhoofd?
Verbinding tussen keelholte en luchtpijp
, - Beschermen luchtpijp tegen voedsel door naar voor/achter te bewegen bij
inslikken
- De stemplooien reguleren de lucht die je inademt en door hun trillingen kan
je spreken
8) Leg het actieve en passieve proces van de ademhaling uit.
Inademing: borstholte zet uit, middenrif trekt samen actief proces
Uitademing: borstholte zakt in, middenrif ontspant zich passief proces
9) Waarom spreken we van een semiautomatisch proces bij het
ademhalingscentrum?
Autonoom omdat de ademhaling vanzelf geregeld wordt, maar je kunt ook
bewust dieper en sneller ademen of ademhaling even stoppen
semiautonoom proces
10) Benoem drie voorname prikkels van het ademhalingscentrum.
Hoeveelheid CO2 in hartslagader en aorta, CO2 in hersenvocht, rekking
longblaasjes
11) Verklaar de totale en vitale capaciteit.
- Totale longcapaciteit = totale hoeveelheid lucht die je
longen kunnen bevatten. (bestaat uit vitale capaciteit en
restvolume)
- Vitale capaciteit = De hoeveelheid lucht die je maximaal
kunt uitademen na een diepe inademing
12) Geef kort de vier voornaamste functies van het bledsomloopstelsel
- Transporteren van levensnoodzakelijke stoffen (zuurstof, voedingsstoffen,
hormonen
- Afvoer van afvalstoffen (melkzuur, CO2)
- Handhaving van inwendig milieu door behouden van (constante
lichaamssamenstelling, gelijke zuurtegraad, constante temperatuur,) =
homeostase
- Beschermen van organisme (afsluiten van wonden door bloedstolling,
bestrijding ziekteverwekkers)
13) Leg prikkelgeleiding van het hart uit
Zuurstofarm bloed komt ons
hart binnen via holle aders,
dan via longslagader die
vertrekt van in het hart naar
de longen, in longen
zuurstofarm bloed wordt
zuurstofrijk bloed en gaat
verder via de hartslagader
naar het hart gaat dan naar
de aorta (vertrekt in hart),
splitst op in meerdere aders
die gaan naar verschillende
organen, organen nemen
zuurstof uit bloed en gaan
dan terug naar holle aders met zuurstofarm bloed
1) Geef de risicogroepen van verdrinking.
Kleinere kinderen (0-5 jaar), mensen met beperking, watersporters
2) Verhoogde risicofactoren voor verdrinking.
Gebruik drugs/alcohol, vervoer over water, overstromingen
3) Wat zijn de drie kerntaken van de redder?
Toezicht-redden-onderhoud
4) Wie houdt waar toezicht
De zwembadredder in overdekte en niet overdekte circulatiebaden.
De openwaterredder in meren, vijvers en dergelijke.
De Duiker-Redder houdt over beoefenaars van de duiksport in
clubverband.
De (basis)bootredder houdt toezicht op meren, kanalen en de zee.
De zeeredder houdt toezicht op zee.
5) Geef de definitie van verdrinking.
proces van het ervaren van ademhalingsstoornissen als gevolg van de
onderdompeling in een vloeistof (overleven = niet fatale verdrinking)
6) Wat wordt er bedoeld met de stille dood?
Verdrinking: bij gebrek lucht/mond onder water meestal niet in staat om te
roepen, het slachtoffer komt in een verlaagd bewustzijn, instinct neemt
over.
7) Wat zijn de twee essentiële elementen bij de verdrinkingspreventie?
- opvoeding bevolking leer zwemmen/reanimeren/redden
- De wetgeving die dient gevolgd te worden.
8) Geef een aantal actiepunten van WHO voor preventie verdrinking
Leer zwemmen, leer helpen/redden/reanimeren, pas juiste technieken toe,
informeer en signaleer, verminder overstromingsrisico’s
9) Verschillen tussen actieve en passieve verdrinking en geef voor elk
een vb.
Actieve verdrinking: eerst water inademen, dan flauwvallen (in golfbad)
Passieve verdrinking: eerst flauwvallen dan water inademen (hartaanval,
…)
10) Belangrijkste oorzaken bewustzijnsverlies
Reflexen (angst,..), te weinig zuurstof (verstikking), teveel CO2, letsel,…
11) Noteer de verschillende fasen van verdrinking in volgorde weer.
1. Onderdompelings-verschrikkingsfase slachtoffer in noodfase
2. Apnea-en slikfase overgang verlaagd bewustzijn reflexfase
(instinctieve acties nemen over)
3. Inhalatiefase ademt water in
4. Beschadigingsfase water in longen leidt tot zuurstoftekort, uiteindelijk
hartstilstand
12) Wat betekent schijndood klinisch dood en biologisch dood, kleur
slachtoffer
- Schijndood (geen waarneembaar teken van leven maar niet echt dood)
blauw
- Klinisch dood (geen ademhaling/hartslag, maar hersenen nog niet
onherstelbaar beschadigd) bleek
, - Biologisch dood (definitief overleden)
13) Wat is osmose? + voorbeeld
Vorm van diffusie(opgeloste stoffen van hoge naar lage concentratie) door
halfdoorlatend membraan (laat vloeistof door, niet opgeloste stoffen)
14) Verschil verdrinking zoet en zoutwater
Zoetwater: zoutconcentratie van vloeistof in long lager dan in bloedbaan
water in bloed lagere concentratie bloed rode bloedcellen kapot
hartfibrilatie
Zoutwater in longen trekt vocht uit bloedbaan naar longen hogere
concentratie bloed bloed dikker (hogere overlevingskans)
15) Wat is surfactant? Uit wat bestaat het en waarvoor dient het?
Surfactant is vloeibaar, bestaat uit eiwitten en vetten zorgt dat
longblaasjes opengaan bij inademen en niet dichtklappen bij uitademen
(verdwijnt bij verdrinking)
16) Wat is een secondary drowning?
Water in de longen veroorzaakt na uren (soms pas na een dag) nog schade
door zuurstoftekort. treft vooral de hersenen
17) Gevolgen verdrinking
- Zenuwstelstel: evt. letsel grote hersenen
- Hart en bloedsomloop: wijziging bloedsamenstelling (rode bloedcellen
barsten) daling transport O2 lagere zuurstofcapaciteit
- Nieren: kunnen afsterven
18) Waarom is het gevaarlijk om te hyperventileren voor een apnea
(duik)?
Weinig CO2 in longen hersenen geven geen signaal om te komen
ademen
19) De overlevingskansen van de hersenen na een geslaagde
reanimatie zijn afhankelijk van welke factoren
Type water, hoeveelheid ingeademd water, watertemperatuur,
lichaamstemperatuur, leeftijd
20) Waarom geniet de droge redding de voorkeur?
Natte redding=Risico (Eigen veiligheid eerst)
21) verschil tussen een slachtoffer in een noodfase en in een
reflexfase.
Noodfase, nog bij bewustzijn in paniek en reflexfase onder water,
bewusteloos
22) Geef de basisprincipes van een reddingsactie kort, bondig en in
volgorde weer.
HIPAZ (Herkennen probleem – Inschatten situatie – Plan – Actie – Zorgen
nadien)
23) Welke afspraken maak je best met G-sporters en hun begeleiders
waarom?
Belangrijk om te weten dat bv. Blinden je alleen kunnen horen, …
24) Geef de vier meest voorkomende symptomen van een nek- of
rugletsel.
Pijn in rug/nek, ledemaat niet kunnen bewegen, geen gevoel in ledemaat
hebben, verwarring/desoriëntatie
,25) Fixatiegrepen bij vermoeden rug-en nekletsel
- Vice grip (dieper dan 80 cm)
- Bear hug (onder armen door, handen op oren) (minder diep dan 80 cm)
- Canadese rol (met de pijl) (minder diep dan 20 cm)
Samenvatting REANIMATIE
1) Wat is het doel van reanimatie en hoe realiseer je dat?
Reanimatie heeft tot doel de toevoer van zuurstof naar de cellen, vooral
naar de hersencellen, te verzekeren en te herstellen.
Dit gebeurt door borstcompressies om de bloedcirculatie op gang te
brengen en door beademing om de ademhaling te herstellen.
2) Waarvoor staat ILS?
International Life Saving Federation, Nederlands: Internationale
Reddingsfederatie
3) Welke stappen zijn er in de reddingsketen van overleven en
reanimeren
Reddingsketen overleven Reddingsketen van reanimeren
Voorkom verdrinkingen Vroegtijdig herkennen en alarmeren (hartstilstand
voorkomen)
Herken noodtoestand Vroegtijdig reanimeren (tijd winnen)
Geef hulpmiddel aan Vroegtijdig defibrilleren (het hart herstarten)
drenkeling
Verwijder slachtoffer uit Postreanimatiezorg (levenskwaliteit herstellen)
water
Dien zorgen toe indien nodig
4) Waarom spreken we van de eerste gouden minuten?
De eerste minuten na een ongeval (zoals verdrinking) zijn cruciaal voor het
overleven en herstel van het slachtoffer
5) Waarvoor gebruikt ons lichaam zuurstof?
Om voedingsstoffen te verbranden in je cellen (getransporteerd via ons
bloed)
6) Wat zijn de functies van het ademhalingsstelsel?
- Voorziet lichaam van zuurstof en andere voedingsstoffen
- Neemt CO2 mee en andere afvalstoffen
- Beschermt lichaam tegen vreemde stoffen
- Regelt spraakvermogen (luchtstromen verplaatsen via stembanden)
- Regelt zuurtegraad in het lichaam (weinig zuurstof bloed zuurder)
7) Wat zijn de taken van het strottenhoofd?
Verbinding tussen keelholte en luchtpijp
, - Beschermen luchtpijp tegen voedsel door naar voor/achter te bewegen bij
inslikken
- De stemplooien reguleren de lucht die je inademt en door hun trillingen kan
je spreken
8) Leg het actieve en passieve proces van de ademhaling uit.
Inademing: borstholte zet uit, middenrif trekt samen actief proces
Uitademing: borstholte zakt in, middenrif ontspant zich passief proces
9) Waarom spreken we van een semiautomatisch proces bij het
ademhalingscentrum?
Autonoom omdat de ademhaling vanzelf geregeld wordt, maar je kunt ook
bewust dieper en sneller ademen of ademhaling even stoppen
semiautonoom proces
10) Benoem drie voorname prikkels van het ademhalingscentrum.
Hoeveelheid CO2 in hartslagader en aorta, CO2 in hersenvocht, rekking
longblaasjes
11) Verklaar de totale en vitale capaciteit.
- Totale longcapaciteit = totale hoeveelheid lucht die je
longen kunnen bevatten. (bestaat uit vitale capaciteit en
restvolume)
- Vitale capaciteit = De hoeveelheid lucht die je maximaal
kunt uitademen na een diepe inademing
12) Geef kort de vier voornaamste functies van het bledsomloopstelsel
- Transporteren van levensnoodzakelijke stoffen (zuurstof, voedingsstoffen,
hormonen
- Afvoer van afvalstoffen (melkzuur, CO2)
- Handhaving van inwendig milieu door behouden van (constante
lichaamssamenstelling, gelijke zuurtegraad, constante temperatuur,) =
homeostase
- Beschermen van organisme (afsluiten van wonden door bloedstolling,
bestrijding ziekteverwekkers)
13) Leg prikkelgeleiding van het hart uit
Zuurstofarm bloed komt ons
hart binnen via holle aders,
dan via longslagader die
vertrekt van in het hart naar
de longen, in longen
zuurstofarm bloed wordt
zuurstofrijk bloed en gaat
verder via de hartslagader
naar het hart gaat dan naar
de aorta (vertrekt in hart),
splitst op in meerdere aders
die gaan naar verschillende
organen, organen nemen
zuurstof uit bloed en gaan
dan terug naar holle aders met zuurstofarm bloed
