De politie is belast met de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde op grond van artikel 3
politiewet 2012
Boa’s kunnen worden ingezet als
Als de politie andere prio’s heeft
Onvoldoende politiecapaciteit
Onvoldoende specifieke politiekennis
De boa is een functionaris die in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag, in overeenstemming met
de geldende rechtsregels en met behulp van de hem daartoe beschikte bevoegdheden en middelen
zorgdraagt voor de opsporing van strafbare feiten en de vervolging daarvan
Er zijn ook boa’s die werken onder 1 van de 4 bijzondere opsporingsdiensten
Belastingdienst/ fiscale inlichtingendienst onder ministerie van financiën
VROM-inlichtingen en opsporingsdienst onder infrastructuur en waterstaat
Opsporing van de algemene inspectie onder ministerie van economische zaken
Inspectie sociale zaken en werkgelegenheid onder ministerie van sociale zaken en
werkgelegenheid
Een boa vallend onder de wet op de bijzondere opsporingsdiensten is algemeen
opsporingsambtenaar, wel moet hij zich houden aan artikel 3 wet op de bijzondere
opsporingsdiensten die zegt dat een boa vallend onder een van de 4 bijzondere opsporingsdiensten
zich in principe moet beperken tot zijn ministerie, alle taken waar1mee hij te maken krijgt of
strafbare feiten opspoort die hem worden opgelegd door de OVJ.
Artikel 142 WvSv geeft de boa een beperkte opsporingsbevoegdheid
Er zijn 3 titels van opsporingsbevoegdheid,
1. De akte van beëdiging
2. Aanwijzing per categorie
3. Aanwijzing in een wet of verordening
Zonder titel heb je geen opsporingsbevoegdheid.
Bij aanwijzing kan een minister bepaalde personen aanwijzen als boa.
Er zijn 6 domeinen waar je kan werken als boa.
1. Openbare ruimte
2. Milieu, welzijn en infrastructuur
3. Onderwijs
4. Openbaar vervoer
5. Werk, inkomen en zorg
6. Generieke opsporing
In elk domein heeft een boa weer andere bevoegdheden. Een boa is tegenwoordig ook landelijk
bevoegd maar beperkt zich in principe tot zijn aangestelde gebied. Ook kan een boa maar binnen 1
domein werkzaam zijn.
,Een boa wordt pas aangesteld als deze
Een geldige titel van opsporingsbevoegdheid heeft
Bekwaam is
Betrouwbaar is
Beëdigd is
Het besluit op de boa geeft vier redenen voor het vervallen van de bevoegdheden van een boa
1. De titel van opsporingsbevoegdheid komt te vervallen
2. De boa is niet langer bekwaam of betrouwbaar
3. Het dienstverband eindigt of hij krijgt een andere functie
4. De minister beëindigd de bevoegdheid
Als de minister de bevoegdheid beëindigd kan dit zijn omdat de boa misbruik heeft gemaakt van zijn
bevoegdheden, hij aanwijzingen niet heeft opgevolgd, of omdat hij heeft gehandeld in strijd met de
wet.
De boa is op grond van het BBO verplicht om:
Zijn optreden te beperken en zich aan de wet te houden;
Zich desgevraagd te legitimeren;
Zijn standplaats te vermelden op schriftelijke stukken;
Aanwijzingen van de OvJ op te volgen;
Zijn kennis en vaardigheden bij te houden.
De aanwijzingen van de toezichthouder en direct toezichthouder op te volgen die worden
gegeven met het oog op een goede samenwerking met de politie.
Voor alle opsporingshandelingen is een boa verantwoording schuldig aan de OVJ.
De direct toezichthouder houdt toezicht op
De juiste uitoefening van opsporingsbevoegden
Een goede samenwerking met de politie
Naleving van de instructie en deels het onderwijzen van boa’s
Als je als boa werkzaam bent bij 1 van de 4 bijzondere opsporingsdiensten houdt het functioneel
parket toezicht. De leiding van dit parket is de hoofdofficier van justitie
De taak van de boa in domein 1 is de bestrijding van kleine ergernissen. Als een boa in een situatie
terecht komt met geweld moet hij een beroep doen op de politie.
In het leefbaarheidscriterium wordt een afbakening gegeven van de taken en bevoegdheden in de
openbare ruimte.
Een ingehuurde boa kan sinds januari 2014 bevoegd zijn voor alle bevoegdheden in domein 1.
Deze boa’s kunnen worden ingezet als er noodzaak is, en als het is goedgekeurd door de lokale
driehoek.
Als boa in domein 1 moet je ook elke 5 jaar je bevoegdheid opnieuw behalen, je hebt hier dus niet te
maken met de permanente her en bijscholing.
Ook boa’s kunnen bepaalde politiebevoegdheden krijgen zoals geweldsmiddelen. Maar alleen als de
boa voldoende is getraind en de noodzaak van deze bevoegdheden aantoonbaar is.
, Boa’s in domein 2 houden zich bijvoorbeeld bezig met
Natuur en milieu
Arbeidsinspectie
Voedsel en waren controle
Deze boa heeft de taak om op te treden bij milieudelicten.
Boa’s in domein 3 zijn bijvoorbeeld leerplichtambtenaar. Zij zijn grotendeels belast met het
handhaven van de leerplichtwet.
In domein 4 werken boa’s in het openbaar vervoer, zij zijn belast met de strafbare feiten rond het
openbaar vervoer
In domein 5 werken boa’s die te maken hebben met de handhaving van werk, inkomen, belastingen
en sociale zaken, bijvoorbeeld de bijstandswetgeving.
Domein 6 is de zogenaamde restcategorie. De minister bepaald door middel van beleidsregels welke
boa’s onder dit domein vallen. Als boa in generiek val je onder een landelijke overheidsinstantie.
Als een burger een klacht heeft over een boa werkzaam bij een van de vier bijzondere
opsporingsdiensten wordt deze behandeld door het ministerie waar de boa werkzaam is.
Betreft het een klacht die gaat over een boa die niet werkzaam is voor de bijzondere
opsporingsdiensten, dan kan deze (als het niet gaat over het opsporen van strafbare feiten) worden
afgehandeld door de klachtenregeling van de gemeente.
Als de klacht wel gaat over de opsporing is de werkgever van de boa verplicht om deze mede te
delen met de korpschef en de (hoofd)officier van justitie.
De AVG geeft regels hoe om te gaan met persoonsgegevens.
Persoonsgegevens kunnen alleen worden verwerkt als hier toestemming voor is.
Persoonsgegevens mogen alleen verzameld worden als hier een aanleiding voor is.
Dit doel moet van tevoren worden bepaald en duidelijk zijn omschreven.
Het doel van het verwerken moet in verband staan met de reden waarom de gegevens zijn
verzameld.
De persoon wiens gegevens worden verwerkt moet op de hoogte zijn van deze verwerking
Een verwerker moet “behoorlijk” omgaan met de gegevens.
De politiewet regelt de taken en organisatie van de politie in Nederland.
In Nederland hebben we nu 10 nationale eenheden en een landelijke eenheid. De korpschef heeft
hierover de leiding, deze korpschef moet verantwoording afleggen aan de minister. Aan het hoofd
van elke regionale eenheid staat een politiechef.
Op grond van artikel 3 politiewet 2012 moet de politie haar taken uitvoeren in ondergeschiktheid
aan het bevoegd gezag en een overeenstemming met de geldende rechtsregels.
De politie heeft als taken het handhaven van de openbare rechtsorde, het opsporen van strafbare
feiten en hulpverlenen aan hen die dat behoeven.
politiewet 2012
Boa’s kunnen worden ingezet als
Als de politie andere prio’s heeft
Onvoldoende politiecapaciteit
Onvoldoende specifieke politiekennis
De boa is een functionaris die in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag, in overeenstemming met
de geldende rechtsregels en met behulp van de hem daartoe beschikte bevoegdheden en middelen
zorgdraagt voor de opsporing van strafbare feiten en de vervolging daarvan
Er zijn ook boa’s die werken onder 1 van de 4 bijzondere opsporingsdiensten
Belastingdienst/ fiscale inlichtingendienst onder ministerie van financiën
VROM-inlichtingen en opsporingsdienst onder infrastructuur en waterstaat
Opsporing van de algemene inspectie onder ministerie van economische zaken
Inspectie sociale zaken en werkgelegenheid onder ministerie van sociale zaken en
werkgelegenheid
Een boa vallend onder de wet op de bijzondere opsporingsdiensten is algemeen
opsporingsambtenaar, wel moet hij zich houden aan artikel 3 wet op de bijzondere
opsporingsdiensten die zegt dat een boa vallend onder een van de 4 bijzondere opsporingsdiensten
zich in principe moet beperken tot zijn ministerie, alle taken waar1mee hij te maken krijgt of
strafbare feiten opspoort die hem worden opgelegd door de OVJ.
Artikel 142 WvSv geeft de boa een beperkte opsporingsbevoegdheid
Er zijn 3 titels van opsporingsbevoegdheid,
1. De akte van beëdiging
2. Aanwijzing per categorie
3. Aanwijzing in een wet of verordening
Zonder titel heb je geen opsporingsbevoegdheid.
Bij aanwijzing kan een minister bepaalde personen aanwijzen als boa.
Er zijn 6 domeinen waar je kan werken als boa.
1. Openbare ruimte
2. Milieu, welzijn en infrastructuur
3. Onderwijs
4. Openbaar vervoer
5. Werk, inkomen en zorg
6. Generieke opsporing
In elk domein heeft een boa weer andere bevoegdheden. Een boa is tegenwoordig ook landelijk
bevoegd maar beperkt zich in principe tot zijn aangestelde gebied. Ook kan een boa maar binnen 1
domein werkzaam zijn.
,Een boa wordt pas aangesteld als deze
Een geldige titel van opsporingsbevoegdheid heeft
Bekwaam is
Betrouwbaar is
Beëdigd is
Het besluit op de boa geeft vier redenen voor het vervallen van de bevoegdheden van een boa
1. De titel van opsporingsbevoegdheid komt te vervallen
2. De boa is niet langer bekwaam of betrouwbaar
3. Het dienstverband eindigt of hij krijgt een andere functie
4. De minister beëindigd de bevoegdheid
Als de minister de bevoegdheid beëindigd kan dit zijn omdat de boa misbruik heeft gemaakt van zijn
bevoegdheden, hij aanwijzingen niet heeft opgevolgd, of omdat hij heeft gehandeld in strijd met de
wet.
De boa is op grond van het BBO verplicht om:
Zijn optreden te beperken en zich aan de wet te houden;
Zich desgevraagd te legitimeren;
Zijn standplaats te vermelden op schriftelijke stukken;
Aanwijzingen van de OvJ op te volgen;
Zijn kennis en vaardigheden bij te houden.
De aanwijzingen van de toezichthouder en direct toezichthouder op te volgen die worden
gegeven met het oog op een goede samenwerking met de politie.
Voor alle opsporingshandelingen is een boa verantwoording schuldig aan de OVJ.
De direct toezichthouder houdt toezicht op
De juiste uitoefening van opsporingsbevoegden
Een goede samenwerking met de politie
Naleving van de instructie en deels het onderwijzen van boa’s
Als je als boa werkzaam bent bij 1 van de 4 bijzondere opsporingsdiensten houdt het functioneel
parket toezicht. De leiding van dit parket is de hoofdofficier van justitie
De taak van de boa in domein 1 is de bestrijding van kleine ergernissen. Als een boa in een situatie
terecht komt met geweld moet hij een beroep doen op de politie.
In het leefbaarheidscriterium wordt een afbakening gegeven van de taken en bevoegdheden in de
openbare ruimte.
Een ingehuurde boa kan sinds januari 2014 bevoegd zijn voor alle bevoegdheden in domein 1.
Deze boa’s kunnen worden ingezet als er noodzaak is, en als het is goedgekeurd door de lokale
driehoek.
Als boa in domein 1 moet je ook elke 5 jaar je bevoegdheid opnieuw behalen, je hebt hier dus niet te
maken met de permanente her en bijscholing.
Ook boa’s kunnen bepaalde politiebevoegdheden krijgen zoals geweldsmiddelen. Maar alleen als de
boa voldoende is getraind en de noodzaak van deze bevoegdheden aantoonbaar is.
, Boa’s in domein 2 houden zich bijvoorbeeld bezig met
Natuur en milieu
Arbeidsinspectie
Voedsel en waren controle
Deze boa heeft de taak om op te treden bij milieudelicten.
Boa’s in domein 3 zijn bijvoorbeeld leerplichtambtenaar. Zij zijn grotendeels belast met het
handhaven van de leerplichtwet.
In domein 4 werken boa’s in het openbaar vervoer, zij zijn belast met de strafbare feiten rond het
openbaar vervoer
In domein 5 werken boa’s die te maken hebben met de handhaving van werk, inkomen, belastingen
en sociale zaken, bijvoorbeeld de bijstandswetgeving.
Domein 6 is de zogenaamde restcategorie. De minister bepaald door middel van beleidsregels welke
boa’s onder dit domein vallen. Als boa in generiek val je onder een landelijke overheidsinstantie.
Als een burger een klacht heeft over een boa werkzaam bij een van de vier bijzondere
opsporingsdiensten wordt deze behandeld door het ministerie waar de boa werkzaam is.
Betreft het een klacht die gaat over een boa die niet werkzaam is voor de bijzondere
opsporingsdiensten, dan kan deze (als het niet gaat over het opsporen van strafbare feiten) worden
afgehandeld door de klachtenregeling van de gemeente.
Als de klacht wel gaat over de opsporing is de werkgever van de boa verplicht om deze mede te
delen met de korpschef en de (hoofd)officier van justitie.
De AVG geeft regels hoe om te gaan met persoonsgegevens.
Persoonsgegevens kunnen alleen worden verwerkt als hier toestemming voor is.
Persoonsgegevens mogen alleen verzameld worden als hier een aanleiding voor is.
Dit doel moet van tevoren worden bepaald en duidelijk zijn omschreven.
Het doel van het verwerken moet in verband staan met de reden waarom de gegevens zijn
verzameld.
De persoon wiens gegevens worden verwerkt moet op de hoogte zijn van deze verwerking
Een verwerker moet “behoorlijk” omgaan met de gegevens.
De politiewet regelt de taken en organisatie van de politie in Nederland.
In Nederland hebben we nu 10 nationale eenheden en een landelijke eenheid. De korpschef heeft
hierover de leiding, deze korpschef moet verantwoording afleggen aan de minister. Aan het hoofd
van elke regionale eenheid staat een politiechef.
Op grond van artikel 3 politiewet 2012 moet de politie haar taken uitvoeren in ondergeschiktheid
aan het bevoegd gezag en een overeenstemming met de geldende rechtsregels.
De politie heeft als taken het handhaven van de openbare rechtsorde, het opsporen van strafbare
feiten en hulpverlenen aan hen die dat behoeven.