100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting werkgroepopdrachten materieel sr week 2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
13
Geüpload op
15-04-2025
Geschreven in
2024/2025

uitwerking werkgroepopdrachten. uitwerking arresten. samenvatting voorgeschreven stof.

Instelling
Vak









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
15 april 2025
Aantal pagina's
13
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 2

De vier vragen van artikel 350 Sv hangen samen met de voorwaarden voor strafbaarheid. In die
vragen komen achtereenvolgens aan de orde; de gedraging en de omstandigheden, de toepasselijke
wettelijke delictsomschrijving, de wederrechtelijkheid en de schuld. De eerste drie vragen moeten in
de door het artikel bepaalde volgorde met ‘ja’ worden beantwoord alvorens een straf kan worden
opgelegd. De tenlastelegging bevat het historische feit, waarbij al dan niet letterlijk wordt gerefereerd
aan de bestanddelen van een bepaalde toepasselijk geachte wettelijke delictsomschrijving. Alle
bestanddelen van het betreffende delict dienen in de tenlastelegging te worden verwerkt, anders kan
deze geen strafbaar feit opleveren. Alle bestanddelen dienen bewezenverklaard te worden.
Vervolgens dient het feit gekwalificeerd te worden tot een concreet strafbaar feit. Daarbij zal moeten
worden afgewogen of er sprake is van een rechtvaardigingsgrond welke het wederrechtelijk karakter
van de gedraging kan ontnemen. Vervolgens zal er gekeken worden of er eventuele
schulduitsluitingsgronden van toepassing zijn. Indien dit niet het geval is, kan de rechter overgaan tot
het opleggen van een passende straf en/of maatregel. Wordt het ten laste gelegde feit niet bewezen,
dan leidt de eerste vraag tot vrijspraak. Levert het bewezen verklaarde geen strafbaar feit op, dan
leidt de tweede vraag tot ontslag van alle rechtsvervolging. Hetzelfde geldt voor wanneer de
verdachte niet strafbaar is volgens de derde vraag.



Hoofdstuk 4

De definitie van een strafbaar feit in juridische zin houdt in dat er een persoonlijke gedraging moet
zijn, die een wettelijke delictsomschrijving vervult en daarnaast, behalve aan schuld te wijten, ook
wederrechtelijk is. De eisen van het legaliteitsbeginsel en de wederrechtelijkheid betreffen als
voorwaarden voor strafbaarheid de objectieve zijde van het delict. Het wederrechtelijk gehalte berust
op het feit dat de wettelijke delictsomschrijving de schending van een onderliggende norm
impliceert. Wederrechtelijk gedrag is gedrag dat strijdig is met normen van behoren, van
maatschappelijke betamelijkheid, van gebruik en gewoonte en dus met alle zowel geschreven als
ongeschreven verplichtingen. Slechts een klein deel van alle wederrechtelijke gedragingen wordt
strafbaar gesteld. Daarnaast kan het het geval zijn dat een normoverschrijding slechts gedeeltelijk
strafbaar wordt gesteld. Het vervullen van een delictsomschrijving levert in ieder geval het
vermoeden van wederrechtelijkheid op. In verreweg de meeste gevallen is de wederrechtelijkheid
buiten de delictsomschrijving gehouden. In uitzonderingsgevallen is er sprake van
wederrechtelijkheid als bestanddeel. In de eerste plaats is er de opvatting waarin een eng
wederrechtelijkheidsbegrip wordt gehanteerd. Wederrechtelijkheid komt in de context van een
bepaalde strafbepaling een specifieke betekenis toe overeenkomstig het doel van de betreffende
bepaling. Deze wordt door middel van teleologische interpretatiemethoden uit de delictsomschrijving
afgeleid. Daarnaast kent men de opvatting waarin wederrechtelijkheid zeer ruim geïnterpreteerd
wordt, als strijd met het objectieve recht. In deze opvatting is de betekenis van wederrechtelijkheid
min of meer gelijk aan die van het element wederrechtelijkheid. Wederrechtelijkheid kan dan worden
bewezen zodra er sprake is van strijd met normen van behoren, van maatschappelijke betamelijkheid.
De ruime opvatting wordt toegepast in geval waarin de daders van een vermogensdelict gebruik
maken van een methode die op zichzelf onbehoorlijk is. Er zijn nog andere gevallen. Hierbij gaat het
niet om situaties waarin een op zichzelf bestaand eigen vermogensrecht door een ruimere betekenis
van wederrechtelijkheid wordt overvleugeld maar waarin hooguit enig subjectief belang in het spel is

, dat door de verdachte op een andere, niet strafbaar gesteld, wijze had moeten worden behartigd. De
Hoge Raad gaat hierop veelal uit van de ruime betekenis van wederrechtelijkheid. Echter is van
belang dat bij bepaalde delicten de enge opvatting wordt gehanteerd. Denk hier aan gevallen waar
wederrechtelijkheid enkel een bepaald facet tot uitdrukking heeft gebracht. Indien de dader van een
delict waarin de wederrechtelijkheid als bestanddeel is opgenomen en ter zake waarvan de leer van
de facetwederrechtelijkheid wordt toegepast, de facetwederrechtelijkheid heeft vervuld en daarmee
aan de delictsomschrijving heeft voldaan, dan wordt hij in geval van een geldig beroep op een
rechtvaardigingsgrond van alle rechtsvervolging ontslagen. Doch de heersende opvatting luidt dat in
geval wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving is opgenomen een geldig beroep op een
rechtvaardigingsgrond zal moeten leiden tot vrijspraak. Alleen wanneer de wederrechtelijkheid niet
in enige vorm in de delictsomschrijving is opgenomen, leidt in de opvatting een
rechtvaardigingsgrond tot ontslag van alle rechtsvervolging.

In gevallen waarin de wederrechtelijkheid niet expliciet als bestanddeel is opgenomen in de
delictsomschrijving, kan echter toch de wederrechtelijkheid ontbreken. De leer van de formele
wederrechtelijkheid stelt dat degene die de strafwet overtreedt wederrechtelijkheid handelt, tenzij
de wet zelf de wederrechtelijkheid opheft. Het gaat dan om de wettelijke rechtvaardigingsgronden
dan wel strafuitsluitingsgronden. De leer van de materiele wederrechtelijkheid stelt dat er sprake is
van het ontbreken van materiele wederrechtelijkheid indien de wederrechtelijkheid van een daad
ontbreekt op gronden die niet rechtstreeks door de wetgever zijn voorzien. De leer van de materiële
wederrechtelijkheid komt erop neer dat er onder uitzonderlijke omstandigheden een beroep kan
worden gedaan op een buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond; het ontbreken van materiële
wederrechtelijkheid. De rechtsspraak eist voor toepasselijkheid minstens dat er sprake is van een
redelijk middel tot een redelijk doel waarbij het doel een evident voordeel voor de rechtsorde moet
betekenen, of zelfs kans heeft door de wetgever te worden erkend, waarbij zoveel mogelijk een
belang wordt beschermd dat in het verlengde van het door de wet beschermde belang ligt en waarbij
het middel onmisbaar en niet vervangbaar door een ander middel is.



Hoofdstuk 5

Een causaal verband wordt verondersteld inzake (1) het voorwaardelijk opzet ten bewijze waarvan
moet worden vastgesteld dat de dader willens en wetens een aanmerkelijke kans heeft aanvaard op
het intreden van een bepaald gevolg, (2) de culpoze gevolgsdelicten waarbij het schuldverband
tussen de onvoorzichtigheid en het ingetreden gevolg eveneens de causaliteit omvat, (3) het
daderschap van de corporatie voor vaststelling waarvan krachtens de jurisprudentie relevant kan zijn
dat deze niet de nodige zorg heeft betracht om te voorkomen dat de verboden handelingen
plaatsvonden, (4) de strafbare poging waarvan slechts sprake kan zijn bij een begin van uitvoering van
het misdrijf en dus bij een zekere waarschijnlijkheid van voltooiing van het misdrijf en waarvan geen
sprake is in geval van vrijwillige terugtred, zonder welke het waarschijnlijk tot voltooiing van het
misdrijf zou zijn gekomen, (5) de ontoerekenbaarheid of verminderde toerekenbaarheid voor de
vaststelling waarvan is vereist dat sprake is van een causaal verband tussen des daders geestelijke
stoornis en het gepleegde strafbaar feit en (6) het noodweerexces waarbij de hevige
gemoedsbeweging als gevolg waarvan men zich zwaarder verweert dan strikt noodzakelijk is, moet
zijn voortgevloeid uit de aanranding door de aanvaller.
$3.62
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
tessadvos
3.0
(2)

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
tessadvos Universiteit Utrecht
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
59
Laatst verkocht
3 maanden geleden

3.0

2 beoordelingen

5
0
4
0
3
2
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen