Kenmerken (On)juistheid van (On)juistheid van Voortreffelijkheid
handeling bepalen aan de handeling bepalen aan
Innerlijke
hand van gevolgen van de de hand van goedheid
houding/gewoonte
handeling van handeling in
zichzelf Praktische wijsheid
Weinig/geen ruimte voor
menselijke waardigheid Juiste motief belangrijk Deugden (matigheid)
Onpartijdig Respect voor algemene
wet
Nutsprincipe
Moreel goed
Utilistische calculus
Goede wil
Handelingsutilitarisme vs.
regelutilitarisme
Doel Het grootst mogelijk Handelen uit goede Antwoord op de vraag:
nut/welzijn voor de wil, met respect voor ‘Hoe moet ik leven’
grootst mogelijke groep de algemene regels
mensen
Vertegenwoordigers Jeremy Bentham Immanuel Kant Plato
John Stuart Mill Aristoteles
Peter Singer
Extra Ander woord: Categorische
utilitarisme/utilisme imperatieven
Schaamstraffen Schaamstraffen
makkelijker te moeilijk te
rechtvaardigen rechtvaardigen
Rechtspositivisme Natuurrecht denken Procedureel
natuurrecht
Betekenis Recht en moraal zijn niet Recht en moraal zijn wel Moraal zit ín de
met elkaar verbonden. met elkaar verbonden –> wet
recht moet in
Als een regel op de juiste
overeenstemming zijn
manier, van hogerhand is
met moraal
opgesteld, is het goed,
dat is het enige criterium Verbonden met de
normatieve vraag van
rechtsfilosofie
Auteurs John Austin Thomas van Aquino Fuller
Cicero
, Plato
(On)rechtvaardigheid
Aristoteles Onrechtvaardig = als gelijkheid niet
gerespecteerd wordt
Thomas van Aquino Rechtvaardigheid > positief recht
John Austin Positief recht > rechtvaardigheid
Fuller Rechtvaardigheid in positief recht
Radbruch 3 inherente, hiërarchische waarden:
1. Rechtszekerheid
2. Rechtvaardigheid
3. Doelgerichtheid
Rechtszekerheid > rechtvaardigheid, ook als de
wet daarmee niet helemaal rechtvaardig is,
tenzij verschil te groot wordt, dan wisselen 1 en
2 om
Simonides Rechtvaardigheid = aan ieder geven wat hem
verschuldigd is en/of wat hij verdiend heeft
Heilige Augustinus Onrechtvaardige wet is geen wet
Martin Luther King Onrechtvaardigde wet is geen wet
Sociaal contract
Natuurtoestand Overeenkomst
Thomas Hobbes Oorlog van allen tegen allen (Bijna) volledige macht bij
soeverein
Constante dreiging/angst
Iedereen gericht op zelfbehoud
Wedijver, wantrouwen en trots
John Locke Volmaakte vrijheid Stilzwijgende instemming met
liberale democratische staat
Geen recht, onpartijdige
rechtig of sanctionerende
macht
Conflicten kunnen niet
onpartijdig worden opgelost –>
kleine problemen worden
groot