Vraag 1
Boris en Alya komen uit Bangladesh en wonen sinds 2020 in Nederland
op basis van een verblijfsvergunning voor studie. In juli 2023 studeerden
ze af aan de Vrije Universiteit Amsterdam met een master in economie.
Direct daarna kregen ze een verblijfsvergunning onder de beperking
'zoekjaar' om gedurende een jaar een baan te zoeken. Begin 2024 werd
Alya aangenomen voor een voltijdse functie bij de redactie van de
Volkskrant. Vervolgens kreeg zij een verblijfsvergunning voor 'arbeid als
kennismigrant'. Alya heeft nu ook de mogelijkheid om haar echtgenoot,
die in Bangladesh woont, naar Nederland te laten overkomen. Rond juli
2024 vond Boris een baan bij een klein belastingkantoor in Amsterdam
en, net als Alya, diende hij ook een aanvraag in voor een
verblijfsvergunning als kennismigrant. Echter werd zijn aanvraag
afgewezen als ongegrond, omdat zijn werkgever niet voldoet aan de
voorwaarden van de Wet arbeid vreemdelingen.
a. Welke aanvraag moet Alya of haar echtgenoot indienen om
herenigd te worden in Nederland? Welke beslistermijn geldt voor
die aanvraag? Noem relevante bepalingen.
Aanvraag
• Op grond van art. 14 lid 2 Vw 2000 (jo. art. 2p jo. 2s Vw jo. art. 15
Vw jo. 14 Awb.
• De beperking is het doel van het verblijf: gezinshereniging,
namelijk verblijf bij echtgenoot.
• Dus haar echtgenoot moet mvv aanvragen in Bangladesh bij een
diplomatieke vertegenwoordiging of Alya kan als referent in
Nederland mvv indienen bij de IND.
Beslistermijn
• Art. 4:13: op een aanvraag moet binnen een redelijke termijn
worden beslist (lid 1). En dat is 8 weken (lid 2). Bij wettelijke
voorschrift mag hiervan worden afgeweken. De Vreemdelingenwet
voorziet dit wel.
• Art. 25 lid 1 sub a Vw: binnen 90 dagen moet worden beslist op een
aanvraag om een reguliere vergunning. Bovendien kan die termijn
verlengd worden met 6 maanden, als voor de beoordeling van die
aanvraag advies van of onderzoek van derden of het Openbaar
ministerie nodig is.
• Art. 2u lid 2 Vw: totaal kan tot 9 maanden duren.
b. De IND wijst de aanvraag van Alya af. Wat kan Alya als
eerste doen om de afwijzing aan te vechten?
Alya kan in bezwaar bij IND (art. 7:1, Awb). Art. 72 lid 2 Vw.
c. Stel: de IND heeft nog geen beslissing genomen op de
aanvraag van Alya, hoewel de beslistermijn is al verstreken.
Wat kan zij doen om een beslissing af te dwingen?
1
, • Zij kan IND ingebreke stellen, en als IND niet binnen 2 weken
beslist, verbeurt het een dwangsom aan de belanghebbende (art.
7:1 lid 1 sub f jo. art. 4:17 lid 1 en 3 Awb).
• Ook beroep instellen tegen het niet tijdig beslissen (6:2 sub b). Op
grond van 6:12 lid 2 sub b awb is dit mogelijk nadat 2 weken zijn
verstreken na de ingebrekestelling.
d. Wat zijn de rechtsgevolgen van de afwijzing van Boris’
aanvraag?
Op grond van art. 27 lid 1 sub b Vw heeft de afwijzing tot gevolg dat het
rechtmatig verblijf van Boris ten einde komt, dat hij een vertrekplicht
heeft. Hij krijgt een vertrektermijn van 4 weken (art. 62 lid 1 Vw).
Vraag 2
Lees de volgende passage uit het regeerprogramma en beantwoord
onderstaande vragen.
“1. Activeren van de uitzonderingsbepaling van de
Vreemdelingenwet 2000
Op basis van artikel 110 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) wordt op
voordracht van de minister-president zo spoedig mogelijk een koninklijk
besluit vastgesteld, waarmee artikel 111 Vw in werking wordt gesteld. Dit
biedt de regering de mogelijkheid voor het geval van buitengewone
omstandigheden regels te stellen die afwijken van bepalingen uit de
hoofdstukken 1 tot en met 7 Vw. Na de inwerkingstelling moet volgens
artikel 110, tweede lid, een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden
ingediend over het voortduren van de werking van art. 111 Vw. Dit
voortduringswetsvoorstel wordt zo snel mogelijk voorgelegd aan de
Afdeling advisering van de Raad van State. Het kabinet vult vervolgens
Algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) met afwijkende regels. Het
koninklijk besluit, het bijbehorende voortduringswetsvoorstel en de
eerste amvb’s worden in 1 pakket voorgelegd aan de ministerraad,
dragend gemotiveerd.
Voorbeelden van maatregelen die zich lenen om tijdelijk te worden
geregeld in een amvb op basis van artikel 111 Vw zijn onder meer:
• Het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd,
vooruitlopend op structurele wijziging via het
asielhervormingspakket;
• (...);
• Schrappen van de mogelijkheid tot nareis met meerderjarige
kinderen;
• (...).”
a. U werkt als jurist op het Ministerie van Justitie en Veiligheid en
krijgt de opdracht een dragende motivering voor het activeren van
art. 111 Vw 2000 te formuleren. Hoe zou een dergelijke motivering
er uit kunnen zien?
2
, Hier is geen goed of fout antwoord: gaat erom dat studenten weten
wat de criteria zijn.
Wat zijn de criteria? Zie artikel Smeulders.
1. Separate toepassing: geen noodtoestand uitroepen, maar artikel
111 Vw
2. Aanwezigheid buitengewone omstandigheden
– Uit de wetsgeschiedenis kan worden opgemaakt dat deze
term doelt op: ‘omstandigheden die afwijken van het normale
en die zodanig ernstig zijn dat de normale wettelijke
bevoegdheden niet meer toereikend zijn maar tot
buitengewone bevoegdheden noodzaken.’
3. ‘noodzakelijk’ = subsidiariteit
4. ‘noodzakelijk’ = proportionaliteit
Wat je mogelijk kan aanvoeren:
• De wetgever heeft de discretionaire ruimte vergroot door te kiezen
voor een open term als ‘buitengewone omstandigheden’; ondanks
de zorgen over mogelijke gevolgen hiervan. Dus je kan
beargumenteren dat de wetgever ‘buitengewone omstandigheden’
expres vager heeft uitgedrukt, zodat een ‘ervaren’ asielcrisis
minder expliciet uitgesloten is.
• Buitengewone omstandigheden? Mogelijk:
– Oekraïners
– Op straat slapen
– Kinderen in noodopvang
Benadrukken dat het een onmogelijke opgave is, zie artikel Smeulders.
De problemen rondom migratie hebben geen acuut maar een structureel
karakter.
B.U werkt als jurist bij de Raad van State en krijgt de opdracht om
te adviseren over de rechtmatigheid van het activeren van art. 111
Vw 2000. Hoe zou uw advies luiden? Betrek hierbij het advies van
de Raad van State voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet
verplaatsing bevolking:
https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@130682/w16-22-0057-ii/
De RvS neemt niet vaak stelling in, maar verzoekt in geval van
voortduringswet om nadere motivering. Dat verzoek om die nadere
motivering is eigenlijk een harde kritiek, uit het advies:
Motivering buitengewone omstandigheden
• Separate inwerkingstelling van bepalingen uit de Wvb is slechts
mogelijk als buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken.
Het gaat hier om staatsnoodrecht, dat terughoudend moet worden
ingezet en restrictief moet worden uitgelegd. De inwerkingstelling
van noodwettelijke bepalingen dient daarom steeds goed te worden
beargumenteerd. Toegelicht moet worden waarom het
reguliere recht niet toereikend is, en, in dit geval, waarom de
3
, nu bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)
belegde wettelijke taak voor deze groep thans aan de
burgermeester wordt toegekend.
• De Afdeling merkt in dit verband op dat weliswaar wordt gesteld
dat sprake is van een buitengewone omstandigheid, maar dat de
aard en omvang daarvan, waaronder begrepen de inschattingen
over de mogelijke toekomstige ontwikkelingen van de instroom van
Oekraïense vluchtelingen, niet nader worden toegelicht. De
Afdeling adviseert in de toelichting nader op het voorgaande in te
gaan.
Duur
• Verschil in behandeling tussen personen die hier moeten worden
opgevangen dient mede in dat licht bezien niet langer voort te
duren dan door de onmiddellijke bedreiging van de fysieke
veiligheid als gevolg van de oorlog, kan worden
gerechtvaardigd. Problemen die daarentegen voortvloeien uit al
langer bestaande knelpunten in de opvang dienen langs de normale
weg en zo nodig met aanpassing van de reguliere wetgeving te
worden aangepakt.
• De Afdeling adviseert in de toelichting, in samenhang met het
hiervoor onder a opgemerkte, te verduidelijken wanneer de
omstandigheden toelaten dat inwerkingstelling weer ongedaan
wordt gemaakt.
c. Analyseer de voorbeelden van maatregelen die worden genoemd.
Is het activeren van artikel 111 Vw 2000 nodig voor het invoeren
van deze maatregelen?
‘Nodig’ kan je op twee manieren interpreteren:
a. Normale wetgevingsprocedure is niet voldoende
b. Effectief: nodig om de crisis op te lossen
Afschaffen vergunning onbepaalde tijd
Art. 33 en 34 Vw, maar zie ook 35 en 36 Vw à dan moet dus de Vw
worden gewijzigd, je kan dit niet doen door het Vb te wijzigen (dat zou
neerkomen op een AMvB gebruiken om van Vw af te wijken en daar heb
je staatsnoodrecht voor nodig)
• Vervolgvraag is: hoe gaat dit dan helpen bij oplossen asielcrisis?
Zou dit effectief zijn om asielcrisis te bestrijden? Zo nee, dan kan
er alsnog de wens bestaan om deze maatregel in te voeren. Maar
voor het middel van staatsnoodrecht moet dan worden toegelicht
waarom de normale wetgevingsprocedure niet toereikend is.
Nareis meerderjarige kinderen:
4