Samenvatting - Analytische chemie

ANALYTISCHE CHEMIE
1. INLEIDING (NK)

‐ Analytische chemie = uitvoeren van analyses

‐ 3 fasen:
o Pré-analytische fase -> staal afname
o Analytische fase -> eigenlijke analyse
o Post-analytische fase -> interpretatie

‐ Soorten analyses
o Scheiding -> via scheidingstechnieken
o Kwalitatieve analyse -> instrumenteel
o Kwantitatieve analyse
 Klassiek = volumetrie of titremetrie
 Instrumentele analyse

2. UITDRUKKEN RESULTATEN

VASTE STOFFEN

‐ Gewichtsverhouding: g van onbekende/ g poeder
‐ % = g onbekende/ 100g poeder
‐ Ppm = µg onbekende/ g poeder

‐ Vb. 10g poeder waarvan 5g onbekende -> 50% zuiverheid
100g poeder waarvan 20gram onbekende -> 20% zuiverheid

VLOEISTOFFEN

‐ Gewichtsverhouding: g onbekende/ g vloeistof
‐ % = g onbekende/ 100g vloeistof
‐ Ppm = µg onbekende/ g vloeistof

‐ Gewicht-volumeverhouding: g onbekende/ l vloeistof
‐ % = g onbekende/ 100ml vloeistof
‐ Ppm = µg onbekende/ml vloeistof

ANDERE

‐ Molaire concentratie
o C = g / (M*V) in g/l



3. UITDRUKKEN FOUTEN (NK)

‐ Juistheid = waarden moeten tussen de juiste waarde en de gemiddelde waarde liggen
‐ Precisie = overeenstemming tussen herhaalde metingen

BEDUIDENDE CIJFERS

1

, ‐ Altijd 4 beduidende cijfers gebruiken!!
‐ De rest
o = gedeelte dat weg valt
o < 5: valt weg (vb. 0,010044 -> 0,01004)
o = 5: laatste cijfer moet altijd even zijn (vb. 0,010035 -> 0,01004)
o > 5: laatste cijfer +1 (vb. 0,010046 -> 0,01005)
‐ Optellen en aftrekken: antwoord heeft evenveel cijfers na komma als waarde met kleinste aantal
cijfers
‐ Maal en delen: evenveel beduidende cijfers als waarde met kleinste aantal beduidende cijfers

4. PRINCIPE TITRATIES

‐ Titrans = hetgeen dat wordt toegevoegd aan erlenmeyer




‐ Er is a mol HCl -> dus ook a mol NaOH toevoegen -> Stoichiometrisch punt bereikt

STOICHIOMETRISCH PUNT
‐ Voor SP
o meer HCl aanwezig
o NaOH wordt toegevoegd -> hoeveelheid HCl daalt, volume stijgt, concentratie HCl daalt -> pH
stijgt
o Geen NaCl aanwezig -> bij toevoeging NaOH reageert het weg
‐ Op SP
o Enkel NaCl aanwezig
o Ong. pH 7

‐ Na SP
o Alleen NaOH aanwezig
o NaCl niet meer aanwezig
o Sterke base -> pH hoog

GRAFIEK
‐ Begin: hele lage pH want sterk zuur

‐ Geel gebied = zuurgebied van de indicator
‐ Oranje gebied = omslaggebied van de indicator
o Tussen 6 en 8 -> lager dan 6 = geel kleur | hoger dan
8 = rood kleur
o Hier pH = 7 -> Stoichiometrisch punt
‐ Rood gebied = alkalisch gebied




2

, ‐ Stel: er is a mol H2SO4
‐ Toevoegen NaOH 1ste reactie: a mol
 2 stoichiometrische punten
‐ Toevoegen NaOH 2de reactie: a mol
‐ Toevoegen NaOH volledige reactie: 2a mol

STOICHIOMETRISCH PUNT
‐ Voor SP1
o Starten met lage pH want 2 sterke zuren
o H2SO4 sterker dan HSO4-
o H2SO4 vermindert in concentratie
‐ Op SP1
o HSO4- aanwezig
o Lage pH
‐ Na SP1 / voor SP2
o Meer HSO4- aanwezig dan SO4 2-
o Lage pH
‐ Op SP2
o Alleen SO4 2- aanwezig
‐ Na SP2
o Meer NaOH -> volume stijgt, hoeveelheid stijgt -> pH stijgt -> hoge pH

GRAFIEK
‐ geel gebied = zuur gebied indicator
‐ Rood = alkalisch gebied indicator
‐ Oranje = omslaggebied

‐ Geel gebied is niet bruikbaar -> kleurverandering is al
vroeger zichtbaar
‐ SP1 -> niet visualiseren omdat sprong veel te klein is




INFO
‐ Éénwaardig zuur -> titratie in 1 stap -> 1 SP -> a mol HCl, vereist 1a mol NaOH verhouding 1/1
‐ Tweewaardig zuur -> in 2 stappen -> 2 SP’s -> a mol H2SO4, vereist 2a mol NaOH verhouding 1/2
‐ Driewaardig zuur -> in 3 stappen -> 3 SP’s -> a mol H3SO4, vereist 3a mol NaOH verhouding 1/3


AA + BB  CC + DD
‐ SP
o a mol A vereist b mol B
o A/B = a/b




3