Hoofdstuk 1
Psychologie = de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het gedrag en de mentale
processen van de mens als individu
Sociale psychologie = deel van psychologie dat zich bezighoudt met de wisselwerking tussen individu
en zijn sociale omgeving
Sociologie = wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de manier waarop mensen in
grotere verbanden samenleven
Gedrag > lichamelijke, psychische, sociale, fysische en geografisch, culturele en spirituele factoren
4 stromingen in 20e eeuw
1. Psychoanalyse
- Sigmund freud
- Onbewuste krachten hebben een sterke invloed
2. Het behaviorisme
- John B Watson
- Waarneembaar gedrag bestuderen omdat dit enige manier is om nuttige kennis over mens te
krijgen
- Omgeving meer bepalend dan erfelijke factoren
- Richt alleen op het gedrag en niet op denken
3. Humanistische psychologie
- Reactie op de vorige 2
- Abraham Maslow en Carl Rogers
- Mensen hebben vrije wil, zijn uniek en gemotiveerd
- Menselijk gedrag kun je niet leren door het bestuderen van dieren
- Deterministen geloven niet in vrije wil van mens maar dat alles is bepaald door vorige
gebeurtenissen
- Gesprekstherapie
4. Cognitieve psychologie
- De mens is buitengewoon ingewikkeld wezen om te onderzoeken
- Richt zich op gedrag, en innerlijke processen die gedrag beïnvloeden
3 recente psychologische stromingen
Positieve psychologie
- Bijdrage leveren aan het optimaal functioneren van mensen en groepen, accent op alles wat
wel goed gaat
Flow = volledig opgaan in een activiteit
, Neuropsychologie
- Hersenen verschillende gebieden die ieder een eigen functie hebben
- Door kijkje te nemen in hersenen heeft men gevonden waar beslissing in hersenen wordt
genomen
- Blijkt korte tijd tussen te zitten van dat beslismoment tot bewust realiseren dat je iets hebt
besloten
Evolutionaire psychologie
- Niet wetenschappelijk getoetst
- Verklaring hoe bepaald gedrag voortkomt uit gedrag
Hoofdstuk 2
Persoonlijkheid = kenmerkende manier van gedragen. Bepaald door omgeving en erfelijk
Nature-nurture-discussie
The big five theorie: 5 dimensies waarop een positie tussen 2 uitersten aangeeft hoe het op die
dimensie zit met iemands persoonlijkheid
1. Extraversie
2. Vriendelijkheid
3. Zorgvuldigheid
4. Emotionele stabiliteit
5. Openheid voor ervaringen
Socialisatie = overnemen en verinnerlijken van gedrag, normen en waarden die binnen bepaalde
groep algemeen aanvaard zijn
2 leerprocessen:
- Imitatie > na doen
- Identificatie > net zo zijn als ander
Mentale stoornissen = problemen die niet direct een lichamelijke oorzaak hebben. Deel kan genezen,
sommige zijn persoonlijk en kan niet
Schizofrenie afwijkingen in het brein
Depressie
Psychologie = de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het gedrag en de mentale
processen van de mens als individu
Sociale psychologie = deel van psychologie dat zich bezighoudt met de wisselwerking tussen individu
en zijn sociale omgeving
Sociologie = wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de manier waarop mensen in
grotere verbanden samenleven
Gedrag > lichamelijke, psychische, sociale, fysische en geografisch, culturele en spirituele factoren
4 stromingen in 20e eeuw
1. Psychoanalyse
- Sigmund freud
- Onbewuste krachten hebben een sterke invloed
2. Het behaviorisme
- John B Watson
- Waarneembaar gedrag bestuderen omdat dit enige manier is om nuttige kennis over mens te
krijgen
- Omgeving meer bepalend dan erfelijke factoren
- Richt alleen op het gedrag en niet op denken
3. Humanistische psychologie
- Reactie op de vorige 2
- Abraham Maslow en Carl Rogers
- Mensen hebben vrije wil, zijn uniek en gemotiveerd
- Menselijk gedrag kun je niet leren door het bestuderen van dieren
- Deterministen geloven niet in vrije wil van mens maar dat alles is bepaald door vorige
gebeurtenissen
- Gesprekstherapie
4. Cognitieve psychologie
- De mens is buitengewoon ingewikkeld wezen om te onderzoeken
- Richt zich op gedrag, en innerlijke processen die gedrag beïnvloeden
3 recente psychologische stromingen
Positieve psychologie
- Bijdrage leveren aan het optimaal functioneren van mensen en groepen, accent op alles wat
wel goed gaat
Flow = volledig opgaan in een activiteit
, Neuropsychologie
- Hersenen verschillende gebieden die ieder een eigen functie hebben
- Door kijkje te nemen in hersenen heeft men gevonden waar beslissing in hersenen wordt
genomen
- Blijkt korte tijd tussen te zitten van dat beslismoment tot bewust realiseren dat je iets hebt
besloten
Evolutionaire psychologie
- Niet wetenschappelijk getoetst
- Verklaring hoe bepaald gedrag voortkomt uit gedrag
Hoofdstuk 2
Persoonlijkheid = kenmerkende manier van gedragen. Bepaald door omgeving en erfelijk
Nature-nurture-discussie
The big five theorie: 5 dimensies waarop een positie tussen 2 uitersten aangeeft hoe het op die
dimensie zit met iemands persoonlijkheid
1. Extraversie
2. Vriendelijkheid
3. Zorgvuldigheid
4. Emotionele stabiliteit
5. Openheid voor ervaringen
Socialisatie = overnemen en verinnerlijken van gedrag, normen en waarden die binnen bepaalde
groep algemeen aanvaard zijn
2 leerprocessen:
- Imitatie > na doen
- Identificatie > net zo zijn als ander
Mentale stoornissen = problemen die niet direct een lichamelijke oorzaak hebben. Deel kan genezen,
sommige zijn persoonlijk en kan niet
Schizofrenie afwijkingen in het brein
Depressie