LEERDOELEN VRAAGSTUKKEN BEWEGEN
THEMA 1
Leg in eigen woorden uit hoe lichaamsbewegingen uitgevoerd en gestuurd worden door
middel van externe krachten, spierkracht en vorm van gewrichten en omliggende
anatomische structuren.
• Externe Krachten
o Zwaartekracht
▪ Trekt lichaam en ledematen naar aarde
▪ Beïnvloedt de energie die nodig is voor beweging
o Reactiekrachten van de Ondergrond
▪ 3e wet van Newton: ondergrond oefent een gelijke en tegengestelde
kracht uit op lichaam
▪ Cruciaal bij lopen, springen en rennen
o Wrijving
▪ Verkrijgen van grip
▪ Voorkomt ongecontroleerde bewegingen
o Lucht- & Waterweerstand
▪ Beïnvloeden beweging
• Spierkracht & Contractiemechanisme
o Contractie van Spiervezels
▪ Krachtgeneratie door actine- en myosinefilamenten, die langs elkaar
schuiven
o Overdracht van Kracht via Pezen
▪ Pezen verbinden spieren met botten
▪ Zetten kracht om in beweging
o Beweging van Botten via Gewrichten
▪ Kracht die door spieren wordt uitgeoefend, veroorzaakt rotatie of
translatie van botten rond een gewricht
• Vorm & Functie van Gewrichten & Omliggende Structuren
o Soorten Gewrichten & Bewegingsvrijheid
▪ Vlakgewricht
Beweging
♦ Kleine schuif- of glijbewegingen in meerdere richtingen
Voorbeeld
♦ Gewrichten tussen handwortelbeentjes (carpale gewrichten)
▪ Scharniergewricht
Beweging
♦ Beweging in 1 vlak: buigen (flexie) en strekken (extensie)
Voorbeeld
♦ Knie- en ellebooggewricht
▪ Rolgewricht
Beweging
♦ Rotatie om een as: supinatie en pronatie
1
, MVD
Voorbeeld
♦ Draaigewricht tussen eerste en tweede nekwervel (atlanto-axiale
gewricht)
♦ Spaakbeen/ellepijpgewricht (proximale radio-ulnaire gewricht)
▪ Ellipsoïd gewricht
Beweging
♦ Flexie
♦ Extensie
♦ Abductie
♦ Adductie
Voorbeeld
♦ Polsgewricht (articulatio radiocarpalis)
▪ Zadelgewricht
Beweging
♦ Flexie
♦ Extensie
♦ Abductie
♦ Adductie
♦ Beperkte rotatie
Voorbeeld
♦ Duimbasisgewricht (carpometacarpale gewricht van de duim)
▪ Kogelgewricht
Beweging
♦ Alle richtingen
Flexie
Extensie
Abductie
Adductie
Rotatie
Circumductie
Voorbeeld
Figuur 1 Soorten gewrichten
♦ Schoudergewricht
♦ Heupgewricht
o Omliggende Anatomische Structuren
▪ Ligamenten
Versterken gewrichten
Beperken extreme bewegingen
▪ Kraakbeen
Vermindert wrijving
Absorbeert schokken in gewrichten
▪ Pezen
Zorgen voor efficiënte krachttransmissie van spier naar bot
• Coördinatie & Controle van Beweging
o Centraal Zenuwstelsel (CZS)
▪ Sturen bewuste en onbewuste bewegingen aan
o Perifeer Zenuwstelsel (PZS)
▪ Stuurt signalen tussen CZS en spieren via motorische zenuwen
2
, MVD
o Proprioceptie
▪ Helpt bij coördineren van beweging en handhaven van balans
Maak gebruik van medisch anatomische beschrijvingen om lichaamsbewegingen te
beschrijven.
• Flexie
o Betekenis
▪ Buigen van een gewricht
▪ Hoek tussen 2 botten wordt kleiner
o Voorbeeld
▪ Buigen elleboog → onderarm beweegt naar bovenarm toe
• Extensie
o Betekenis
▪ Strekking van een gewricht
▪ Hoek tussen 2 botten wordt groter
o Voorbeeld
▪ Strekken knie na buiging
• Abductie
o Betekenis
▪ Beweging van ledemaat weg van de middenlijn van het lichaam in het
frontale vlak
o Voorbeeld
▪ Zijwaarts optillen van de arm (articulatio humeri) of het been (articulatio
coxae)
• Adductie
o Betekenis
▪ Beweging van ledemaat naar de middenlijn van het lichaam toe in het
frontale vlak
o Voorbeeld
▪ Terugbrengen van de arm naar de zij na adductie
• Rotatie
o Betekenis
▪ Draaibeweging van een bot rond zijn lengteas
o Voorbeelden
▪ Endorotatie
Draaien van een bot naar de middenlijn van het lichaam toe (“naar
binnen”)
▪ Exorotatie
Draaien van een bot weg van de middenlijn (“naar buiten”)
• Circumductie
o Betekenis
▪ Circulaire beweging waarbij flexie, extensie, abductie en adductie worden
gecombineerd.
o Voorbeeld
▪ Draaien van de arm in een cirkel bij het werpen van een bal
▪ Maken van een grote ronde beweging met het been
3
, MVD
Beschrijf zowel het normale als het neurologisch gestoorde looppatroon en benoem
welke differentiaaldiagnose hierbij past.
• Normaal Looppatroon – Gangcyclus
o Standfase: 60% van de cyclus
▪ Heel strike
Hiel raakt grond
▪ Loading response
Lichaamsrespons wordt overgebracht op standbeen
▪ Mid-stance
Lichaam beweegt zich over het standbeen
▪ Terminal stance
Hiel van standbeen komt los van grond
▪ Pre-swing
Tenen duwen af om been los te maken van grond
o Zwaaifase: 40% van de cyclus
▪ Initial swing
Voet wordt van grond getild
▪ Mid-swing
Been zwaait naar voren
▪ Terminal swing
Voet bereidt zich voor op hielcontact
Figuur 2 Gangcyclus
• Neurologisch Gestoorde Looppatronen & Differentiaaldiagnose
o Hemiparetisch Gangbeeld
▪ Kenmerken
Unilaterale verlamming of verzwakking
Aangedane been wordt in een halve cirkel (circumductie) naar voren
gezwaaid door een hyperextensie van knie en plantair geflecteerde
voet
Arm aan dezelfde zijde is vaak in flexie gehouden
4
, MVD
▪ Oorzaak
Cerebrovasculair accident (CVA / beroerte): Meestal na infarct in
contralaterale hemisfeer
o Spastische Gang (Schaargang)
▪ Kenmerken
Beide benen vertonen spasticiteit met stijve, smalle passen
Knieën en dijen kruisen elkaar tijdens het lopen, “schaarstand”
Moeilijkheden met initiatie en voortbeweging
▪ Oorzaak
Cerebrale parese (CP) – vaak bij kinderen
Multipele sclerose (MS) – in gevorderde stadia
o Atactisch Gangbeeld
▪ Kenmerken
Onzekere, wijdbeens gang
Balansstoornissen, vaak met waffelende beweging
Moeite met gericht plaatsen van de voeten
▪ Oorzaak
Cerebellaire ataxie
o Parkinsonistisch Gangbeeld
▪ Kenmerken
Voorovergebogen houding met kleine, schuifelende pasjes
Verminderde armzwaai
Moeite met starten en stoppen
Soms plotselinge acceleratie (festinatie)
▪ Oorzaak
Morbus Parkinson
o Trendelenburg Gangbeeld
▪ Kenmerken
Zwakte van de heupabductoren (n. gluteus medius) zakt de
bekkenhelft aan de niet-belaste zijde naar beneden
Bovenlichaam helt naar de aangedane zijde om evenwicht te
bewaren
▪ Oorzaak
Nervus gluteus superior letsel
Duchenne spierdystrofie
o Steppage Gangbeeld
▪ Kenmerken
Hoog optillen van aangedane been om voetheffersparese te
compenseren
Voet wordt slap neergezet – klapvoet
▪ Oorzaak
Peroneus neuropathie
Polyneuropathie
o Antalgisch Gangbeeld – Pijnvermijdend Looppatroon
▪ Kenmerken
Kortere standfase aan aangedane zijde
5
, MVD
Bewegingen zijn asymmetrisch en vermijdend
▪ Oorzaak
Artrose
Radiculopathie
Benoem de meest voorkomende aandoeningen van de voet / enkel en leg uit hoe deze
ontstaan, welke anatomische structuren betrokken zijn en welke behandelingen van
toepassing zijn.
• Enkelverstuiking (Inversie- of Eversietrauma)
o Oorzaak
▪ Plotselinge, geforceerde beweging van de enkel naar binnen (inversie) of
naar buiten (eversie)
▪ Bij sport of verkeerd neerkomen op de voet
o Betrokken Structuren
▪ Inversietrauma
Laterale ligamenten
♦ Ligamentum
talofibulare anterius
♦ Ligamentum
calcaneofibulare
♦ Ligamentum
talofibulare posterius
▪ Eversietrauma
Mediale ligamenten
♦ Ligamentum Figuur 3 Ligamenten voet
deltoideum
o Symptomen
▪ Plotselinge pijn en zwelling
▪ Blauwe verkleuring door inwendige bloedingen
▪ Bewegingsbeperking en moeite met lopen
o Behandeling
▪ RICE-methode: rust, ijs, compressie, elevatie
▪ Fysiotherapie ter versterking van enkelspieren
▪ Ernstige letsels: eventueel immobilisatie of chirurgie
• Achillespeesruptuur of -Tendinopathie
o Oorzaak
▪ Overbelasting, vaak bij explosieve bewegingen (e.g., sprinten, springen)
▪ Langdurige microtrauma’s door chronische irritatie (tendinopathie)
o Betrokken Structuren
▪ Achillespees: verbinding tussen musculus gastrocnemius en musculus
soleus met hielbeen
o Symptomen
▪ Ruptuur
Plotselinge, scherpe pijn (“knap” gevoel)
Moeite met lopen
Geen plantairflexie → positieve Thompson-test
6