Hoofdstuk 5 Bewegen
5.1 Bewegingen vastleggen
Op welke 2 manieren kan je een beweging vastleggen?
- Door een video-opname, je krijgt een serie beelden die met korte tussenpozen zijn gemaakt. 30
beelden per seconde dwz 1/30s (=33ms)
Ze laten elk één moment van de beweging zien.
BELANGRIJK: is te weten uit hoeveel beelden een opname bestaat en wat de SCHAAL is van het
beeld (bv meetlat). De camera moet stilstaan.
- Door een stroboscopische foto te maken: een foto die gemaakt wordt in een verduisterde ruimte,
een stroboscooplamp is de enige verlichting. Deze geeft met regelmatige tussenpozen (bijv elke
seconde, dit kan je instellen met een knop) een lichtflits. De sluiter van het fototoestel staat de hele
tijd open maar het moment dat de lichtflits komt wordt de beweging vastgelegd. Alle beelden
komen op 1 foto op verschillende plaatsen.
HET VOORWERP
BEVINDT ZICH STEEDS
OP EEN ANDERE PLAATS
Je kan ook een stroboscopische foto maken op basis van een video-opname, de opnamen bestaat nl uit een
hele serie beelden.
Plaats-tijd-tabel:
Een tabel waarin je noteert welke afstand een voorwerp heeft afgelegd na een bepaald
tijdsverloop. Dit doe je nav een stroboscopische foto/video-opname om de beweging te
analyseren.
Welke 2 grootheden moet je dan weten?
- De tussenpozen : de tijd tussen lichtflitsen/momentopnames bijvoorbeeld tijd
tussen 2 opeenvolgende lichtflitsen is 0,5 sec
- De afstanden in werkelijkheid op de foto/het beeld op het moment dat de tijd
0,5 sec is, is de plaats van het voorwerp 3 cm. Na 1 sec ligt/staat het voorwerp op
10 cm
Plaats-tijddiagram:
Een grafiek waarin de afstand (plaats) is afgezet tegen de tijd. Deze maak je van een plaats-tijd-tabel.
De plaats-tijddiagram noemen we ook wel:
(x,t)-diagram (x=plaats, t=tijd)
In het assenstelsel staat:
-horizontaal: tijd (in sec)
-verticaal: afstand/plaats (in cm)
o Bij elk tijdstip kan je de bijbehorende plaats aflezen (en
andersom)
, o Je kan de afgelegde afstand (s) aflezen; na 2,0 s is het voorwerp op 37 cm.
Afgelegde afstand: . lengte van de totale weg die is afgelegd, verschil tussen de plaats waar
beweging begonnen is (REFERENTIEPUNT) en de plaats waar de beweging geëindigd is.
5.2 Gemiddelde snelheid
FORMULE
Gemiddelde snelheid berekenen:
Afgelegde afstand in meters
Tijd per seconde
Of in letters:
s = Afgelegde afstand in meters
t = tijd in seconde
V gem = gemiddelde snelheid in m/s
Waarom wil je de gemiddelde snelheid weten?
Het geeft een indruk van hoe snel iets/iemand beweegt.
De gemiddelde snelheid kan je berekenen in:
- Meters per seconde m/s
- Of kilometers per uur km/h
Omrekenen van m/s naar km/h:
1 km = 1000 meter
1 h = 60 min = 3600 seconden
Voorbeeld: 3 m/s km/h ???
1 sec in 3 meter. Wat is dat in 1 uur?
3600 seconden x 3 = 10800 meter en dat is dus 10,8 km dus… 10,8 km/h
Afstand berekenen: In letters:
Voorbeeld:
Gemiddelde snelheid: 28 km/h
Tijd: 3,5 h
Afstand= 28 x 3,5 = 98 kilometer