Filosofie Ethiek SE samenvatting
2.1 Wat is ethiek?
Ethiek probeert erachter te komen wat de moraal van ons verlangt
= Moraal is het geheel van opvattingen, beslissingen en handelingen waarmee mensen uitdrukken wat zij goed of
behoorlijk vinden. ( de waarden en de normen die belangrijk zijn in ons leven vormen samen de moraal)
Waarden= dingen die je belangrijk vindt (bijv. eerlijkheid, gelijkheid)
Normen= gedragsregels die van waarden zijn afgeleid (staan niet altijd in de wet) bijv. niet liegen
Niet alle situaties zijn morele kwesties (waar normen en waarden bij komen kijken)
bijv. FC Barcelona tegen Waalwijk (alleen morele kwestie als bijv. de scheidsrechter is omgekocht en
dat de reden is waarom FC Barcelona verloren heeft)
Er is sprake van een wederzijds verwachtingspatroon bij normen. Deze verwachtingen hebben een
normatief karakter (mensen binden elkaar eraan), dat is vooral zichtbaar wanneer iemand normen
overtreedt
- niet alle verwachtingen zijn normatief: als het gaat regenen en dat niet op de weer app staat
kunnen mensen niet de weerman verwijten maken
De waarden en normen die belangrijk zijn in ons leven, maken deel uit van de moraal, wanneer ze
betrekking hebben op de gerechtvaardigde verwachtingen die mensen in de maatschappelijke
verkeer onderling koesteren.
Bij de moraal gaat het om de normatieve randvoorwaarden voor onze omgang met elkaar.
De moraal regelt veel zaken niet, maar laat ze vrij. (voetbalclubs zijn vrij om te winnen van elkaar,
mits ze zich aan de randvoorwaarden houden)
- het biedt ons dus een grote vrijheidsruimte in onze beslissingen
- het geeft ons grote mate van verantwoordelijkheid voor onze beslissingen en gevolgen ervan
Normen zijn niet overal en altijd hetzelfde! veel normen zijn plaats-en tijdgebonden
Moreel dilemma: keuze waarbij aan beide opties nadelige gevolgen zitten, hebben steeds te maken
met de vraag: wat is de ‘juiste’ keuze?
Waarden:
- Instrumenteel (middel)= gebruik je voor iets anders (bijv. zekerheid, geld, werk, succes)
- Intrinsiek (doel op zichzelf)= waarde die je op zichzelf belangrijk vind (bijv. Gezin of aanzien)
Determinisme= filosofisch concept dat stelt dat elke gebeurtenis of stand van zaken niet zomaar
willekeurig is, maar een reden heeft. Gelooft niet in de menselijke vrijheid
Ethische posities: Je ethische positie zit verscholen in het antwoord dat je geeft op de vraag: Wat is
goed? Verschillende ethische posities:
1. Egoïst= alleen aan eigen belangen denken
2. Altruïst= aan andere denken, stelt niet zichzelf maar andere op de eerste plaats
3. Gelovige= iets is goed als het volgens het geloof ook goed is (wetten en regels die heilige aan hem
voorschrijft
4. Universalist= er zijn rechten en plichten waaraan eenieder zich moet houden, voor iedereen
dezelfde regels
5. Hedonist= Streven naar zoveel mogelijk genot
6. Utilitarist= Zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen
7. Relativist= Niemand kan over andermans handelingen oordelen
, 8. Legalist= Je moet je aan de regels houden
9. Nihilist= Je kunt er niks over zeggen, er is geen uitgangspunt
2.2 Consequentialisme
Het consquentialisme let op de gevolgen die je handelen heeft voor anderen. Je handelen laat
afhangen van de gevolgen. Alleen geïnteresseerd in motieven en intensies
Een vorm van consequentialisme is het Utilisme (zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen)
- we moeten het geluk van anderen (van iedereen van wie je het geluk kan vergroten, ook dieren)
bevorderen, je moet hulp en bijstand verlenen
Mensen en dieren worden door pain en pleasure gedreven en ze vermijden pain. Er zijn wel
verschillen in wat pleasure is.
Bentham en Mill dachten niet overal hetzelfde over:
-Bentham legt geluk hedonistisch uit: geluk bestaat uit ervaringen van genot (vooral kwantiteit)
-Mill vond dat te beperkt, ook de kwaliteit van je ervaringen is van belang. (eten in sterrenrestaurant
en frietje)
-Utilisme heeft eudaemonische (geluk) strekking: Goed en waardevol is wat mensen gelukkig maakt.
Geluk is het hoogste doel wat je kan nastreven en enige intrinsieke waarde die telt.
-Maximalisering van geluk: handelingen verplicht die het meeste geluk opleveren.
-Utilisme is universalistisch en onpartijdig: het geluk van alle betrokken wordt gemaximaliseerd (ook
dieren)
-Sociaal hedonisme= rekening houden met anderen
-Sympathie= medegevoel voor anderen
-Hedonistische Calculus= berekening die ervoor zorgt dat je zoveel mogelijk geluk hebt.
7 aspecten die meespelen:
1. Intensiteit (hoe intens de pleasure is)
2. Duur (hoelang je er geluk van hebt)
3. Zekerheid (zekerheid van pleasure/pain)
4. Nabijheid (hoe dichtbij het is, hoe dicht bij de pleasure is)
5. Vruchtbaarheid (extra veel pleasure/pain)
6. Zuiverheid
7. Uitgebreidheid
Vruchtbaarheid:
pleasurepleasure (cadeau krijgen en het daarna mogen gebruiken)
painpain (pijn van branden van je hand levert nog meer pijn op)
Zuiverheid:
pleasure= niet pain (pleasure gehad, maar levert pijn (onzuiver)
- feestje gehad, maar misselijk worden volgende dag
- feestje gehad, maar levert geen pain op (zuiver)
pain= niet pleasure (naar de sportschool gaan pleasure (onzuiver)
Problemen (kritiek) met het utilisme:
- minderheid profiteert van de meerderheid, maximalisering is dan niet meer ons enige doel
- we moeten het geluk van anderen bevorderen, dat zadelt iedereen op met een onbegrensde
verantwoordelijkheid
- het laat ruimte over voor een onbegrensde negatieve verantwoordelijkheid, niet alleen
verantwoordelijk voor wat we doen, maar ook voor wat we nalaten.
2.1 Wat is ethiek?
Ethiek probeert erachter te komen wat de moraal van ons verlangt
= Moraal is het geheel van opvattingen, beslissingen en handelingen waarmee mensen uitdrukken wat zij goed of
behoorlijk vinden. ( de waarden en de normen die belangrijk zijn in ons leven vormen samen de moraal)
Waarden= dingen die je belangrijk vindt (bijv. eerlijkheid, gelijkheid)
Normen= gedragsregels die van waarden zijn afgeleid (staan niet altijd in de wet) bijv. niet liegen
Niet alle situaties zijn morele kwesties (waar normen en waarden bij komen kijken)
bijv. FC Barcelona tegen Waalwijk (alleen morele kwestie als bijv. de scheidsrechter is omgekocht en
dat de reden is waarom FC Barcelona verloren heeft)
Er is sprake van een wederzijds verwachtingspatroon bij normen. Deze verwachtingen hebben een
normatief karakter (mensen binden elkaar eraan), dat is vooral zichtbaar wanneer iemand normen
overtreedt
- niet alle verwachtingen zijn normatief: als het gaat regenen en dat niet op de weer app staat
kunnen mensen niet de weerman verwijten maken
De waarden en normen die belangrijk zijn in ons leven, maken deel uit van de moraal, wanneer ze
betrekking hebben op de gerechtvaardigde verwachtingen die mensen in de maatschappelijke
verkeer onderling koesteren.
Bij de moraal gaat het om de normatieve randvoorwaarden voor onze omgang met elkaar.
De moraal regelt veel zaken niet, maar laat ze vrij. (voetbalclubs zijn vrij om te winnen van elkaar,
mits ze zich aan de randvoorwaarden houden)
- het biedt ons dus een grote vrijheidsruimte in onze beslissingen
- het geeft ons grote mate van verantwoordelijkheid voor onze beslissingen en gevolgen ervan
Normen zijn niet overal en altijd hetzelfde! veel normen zijn plaats-en tijdgebonden
Moreel dilemma: keuze waarbij aan beide opties nadelige gevolgen zitten, hebben steeds te maken
met de vraag: wat is de ‘juiste’ keuze?
Waarden:
- Instrumenteel (middel)= gebruik je voor iets anders (bijv. zekerheid, geld, werk, succes)
- Intrinsiek (doel op zichzelf)= waarde die je op zichzelf belangrijk vind (bijv. Gezin of aanzien)
Determinisme= filosofisch concept dat stelt dat elke gebeurtenis of stand van zaken niet zomaar
willekeurig is, maar een reden heeft. Gelooft niet in de menselijke vrijheid
Ethische posities: Je ethische positie zit verscholen in het antwoord dat je geeft op de vraag: Wat is
goed? Verschillende ethische posities:
1. Egoïst= alleen aan eigen belangen denken
2. Altruïst= aan andere denken, stelt niet zichzelf maar andere op de eerste plaats
3. Gelovige= iets is goed als het volgens het geloof ook goed is (wetten en regels die heilige aan hem
voorschrijft
4. Universalist= er zijn rechten en plichten waaraan eenieder zich moet houden, voor iedereen
dezelfde regels
5. Hedonist= Streven naar zoveel mogelijk genot
6. Utilitarist= Zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen
7. Relativist= Niemand kan over andermans handelingen oordelen
, 8. Legalist= Je moet je aan de regels houden
9. Nihilist= Je kunt er niks over zeggen, er is geen uitgangspunt
2.2 Consequentialisme
Het consquentialisme let op de gevolgen die je handelen heeft voor anderen. Je handelen laat
afhangen van de gevolgen. Alleen geïnteresseerd in motieven en intensies
Een vorm van consequentialisme is het Utilisme (zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen)
- we moeten het geluk van anderen (van iedereen van wie je het geluk kan vergroten, ook dieren)
bevorderen, je moet hulp en bijstand verlenen
Mensen en dieren worden door pain en pleasure gedreven en ze vermijden pain. Er zijn wel
verschillen in wat pleasure is.
Bentham en Mill dachten niet overal hetzelfde over:
-Bentham legt geluk hedonistisch uit: geluk bestaat uit ervaringen van genot (vooral kwantiteit)
-Mill vond dat te beperkt, ook de kwaliteit van je ervaringen is van belang. (eten in sterrenrestaurant
en frietje)
-Utilisme heeft eudaemonische (geluk) strekking: Goed en waardevol is wat mensen gelukkig maakt.
Geluk is het hoogste doel wat je kan nastreven en enige intrinsieke waarde die telt.
-Maximalisering van geluk: handelingen verplicht die het meeste geluk opleveren.
-Utilisme is universalistisch en onpartijdig: het geluk van alle betrokken wordt gemaximaliseerd (ook
dieren)
-Sociaal hedonisme= rekening houden met anderen
-Sympathie= medegevoel voor anderen
-Hedonistische Calculus= berekening die ervoor zorgt dat je zoveel mogelijk geluk hebt.
7 aspecten die meespelen:
1. Intensiteit (hoe intens de pleasure is)
2. Duur (hoelang je er geluk van hebt)
3. Zekerheid (zekerheid van pleasure/pain)
4. Nabijheid (hoe dichtbij het is, hoe dicht bij de pleasure is)
5. Vruchtbaarheid (extra veel pleasure/pain)
6. Zuiverheid
7. Uitgebreidheid
Vruchtbaarheid:
pleasurepleasure (cadeau krijgen en het daarna mogen gebruiken)
painpain (pijn van branden van je hand levert nog meer pijn op)
Zuiverheid:
pleasure= niet pain (pleasure gehad, maar levert pijn (onzuiver)
- feestje gehad, maar misselijk worden volgende dag
- feestje gehad, maar levert geen pain op (zuiver)
pain= niet pleasure (naar de sportschool gaan pleasure (onzuiver)
Problemen (kritiek) met het utilisme:
- minderheid profiteert van de meerderheid, maximalisering is dan niet meer ons enige doel
- we moeten het geluk van anderen bevorderen, dat zadelt iedereen op met een onbegrensde
verantwoordelijkheid
- het laat ruimte over voor een onbegrensde negatieve verantwoordelijkheid, niet alleen
verantwoordelijk voor wat we doen, maar ook voor wat we nalaten.