Kennisclip 1
Landelijkgebied: gebied buiten ‘stedelijke invloed’
Buitengebied: gebied buiten de ‘rode contouren’ Vijfde Nota RO
Platteland: cultuurbegrip (gemeenschapsgevoel, ‘naoberschap’)
Ruimtelijke ordening: gericht op het handelen in de ruimte
(bijvoorbeeld (her) bestemmen, aanwijzen)
Planologie: wetenschap die de kennis en instrumenten daarvoor aanreikt
Beleidskaders en landelijk gebied
- NOVI en POVI
- NPLG en BPLG (als het over Noord-Brabant gaat)
- Lokale omgevingsvisie
- Internationale verdragen: Flora en Fauna Habitatrichtlijn,
KaderRIchtlijn Water (KRW), Klimaatwet
Wat is het landelijk gebied?
Het landelijk gebied omvat alle gebieden buiten stedelijke en industriële
zones. Het bestaat voornamelijk uit agrarische gronden, natuurgebieden,
dorpen en kleine nederzettingen. In het landelijk gebied spelen landbouw,
natuurbeheer, recreatie en leefbaarheid een belangrijke rol.
Wat is de transitie van het landelijk gebied?
De transitie van het landelijk gebied verwijst naar de structurele
veranderingen die plaatsvinden om het gebied toekomstbestendig te
maken. Dit omvat onder andere:
Duurzame landbouw: Van intensieve landbouw naar
kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw.
Natuurherstel & biodiversiteit: Het herstellen van ecosystemen
en het verbeteren van de biodiversiteit.
Energietransitie: Het integreren van hernieuwbare energie, zoals
zonneparken en windmolens.
Klimaatadaptatie: Het omgaan met klimaatverandering door
bijvoorbeeld waterbeheer en bosaanplant.
Leefbaarheid & sociale cohesie: Het behouden van
voorzieningen en werkgelegenheid in dorpen om vergrijzing en
leegstand tegen te gaan.
Welke maatschappelijke vraagstukken spelen er een rol?
Om tot een toekomstbestendig landelijk gebied te komen, spelen
verschillende maatschappelijke vraagstukken een rol, zoals:
1. Stikstofproblematiek – Hoe verminderen we stikstofuitstoot
zonder de agrarische sector te ontwrichten?
2. Biodiversiteitsverlies – Hoe kunnen landbouw en natuurbeheer
samengaan om de biodiversiteit te versterken?
3. Voedselproductie & landbouwtransitie – Hoe zorgen we voor
voldoende en duurzame voedselproductie?
, 4. Waterbeheer – Hoe beschermen we het landelijk gebied tegen
droogte, overstromingen en verzilting?
5. Woningbouw & ruimtelijke ordening – Hoe combineren we
woningbouw en natuurbehoud zonder het landelijk karakter te
verliezen?
6. Energietransitie – Hoe integreren we duurzame energiebronnen
zonder landschappelijke en ecologische schade?
7. Leefbaarheid & vergrijzing – Hoe zorgen we voor vitale dorpen
met voldoende voorzieningen en werkgelegenheid?
Kennisclip 2
Transitie in landelijk gebied: transitie gaat over beoogde verandering
5 instrumenten volgens Barbara van Schijndel (boek)
1. Ruilverkaveling: traditionele kavelruil of kavelruil door overeenkomst
2. Landinrichting: uitruilen van grond+ verandering van functie en/of
bestemming (voorbeeld: Nationaal Natuur Netwerk en LOG’s)
3. Plattelandsontwikkeling: gemeenschappelijk landbouwbeleid met
steun van EU (voorbeeld: LEADER project)
4. Voor-wat-hoort-wat-projecten: initiatieven in landelijk gebied die
tegenprestatie vereisen (voorbeeld: ‘ruimte voor ruime’ regeling of
‘rood voor groen’)
5. Inkomensondersteuning van boeren: generieke steun: geen
gebiedsgericht beleid (Voorbeeld: inpassen natuur in landelijk gebied
waar boeren geld voor ontvangen)
Stakeholder: ‘elke groep of individu die invloed kan uitoefenen op, of
beïnvloed wordt door, het bereiken van de doelstellingen van de
organisatie.
Kernelementen: er is een belang en dat kan positief of negatief zijn
Stakeholderanalyse: betreft belangrijk instrument voor het identificeren
van stakeholders en het analyseren van hun belangen. Basis voor
participatieproces
Stappenplan stakeholderanalyse (hoef je niet te kennen voor het
tentamen)
Basisstappen:
1. Analyse van het wat; wat speelt er, wat zijn de thema’s?
2. Identificeren van de belanghebbende en hun belang
3. Categoriseren; welke groepen stakeholders zijn te onderscheiden?
Verdiepende stappen:
1. Hoe groot is het belang van de stakeholder en wat is de impact van de
transitie op dit belang?
2. weging van de invloed van de stakeholder en prioritering. Welke impact
hebben zij op het plan?
Kennisclip 3
Planologie: gaat in de kern om maken van ruimtelijke afweging en
voorbereiden besluitvorming toekomstig ruimtegebruik
,Toelatingsplanologie: zoveel mogelijk vooraf vastleggen en monitoren
van (gebruik)regels, functies en activiteiten waarna vervolgens uitvraag
naar de markt plaatsvindt.
Voordelen:
- Beschermen van kwetsbare functies (natuurlandbouw,
cultuurhistorie) tegen ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen
- Bevorderen rechtszekerheid en rechtsgelijkheid burgers en bedrijven
Nadelen toelatingsplanologie voor de overheid
1. In de praktijk vaak minder projecten te realiseren dan gepland
2. Niet of nauwelijks kunnen sturen op ruimtelijke ontwikkeling met de
beschikbare instrumenten (voorkeursrecht en minnelijke verwerving
zijn passief gereedschap voor de overheid)
3. Star en rigide systeem dat niet aansluit op maatschappelijke
dynamiek zoals energietransities, duurzame landbouw,
klimaatadaptatie
4. Doorgaans lange vaststellingsprocedures
5. Handhaving regels schiet vaak tekort
Ontwikkelingsplanologie
- Ontwikkelingsplanologie nu gangbare planningsdoctrine vanuit de
overheid
- Heeft betrekking op actieve regie op toekomstig ruimtegebruik door
stimuleren, ontwerpen en ontwikkelen
- Positieve grondhouding volgens Omgevingswet: ‘hoe kunnen we
ruimtelijke initiatieven mogelijk maken?’
Kenmerken ontwikkelingsplanologie op gebiedsniveau
1. Integrale gebiedsontwikkeling (alle functies en opgaven in gebied
hangen met elkaar samen)
2. Gezamenlijke planningsproces en verantwoordelijkheid overheid en
marktpartijen (PPS)
3. Complementaire inbreng expertise (1+1= 3)
4. Gedeeld visie markt en overheid op ruimtelijke kwaliteit
5. Uitvoering en financiering in gebiedsprocessen door gebiedsgerichte
aanpak (binnenplanse en buitenplanse verevening)
De opgaven (economisch en maatschappelijk)
- Het versterken van (het netwerk) natuurgebieden
- Het ontwikkelen van toekomstbestendige landbouw
- Het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van water en de
vitaliteit van de bodem
- Het geven van een nieuwe economische impuls
- Het ontwikkelen van duurzame energievoorziening
- Het vergroten van de (be)leefbaarheid
- Het bijdragen aan de stikstofreductie
Uitgangspunten
De basis van de nieuwe visie bestaat uit acht uitgangspunten, over
verschillende thema’s
, 1. Een veerkrachtig en klimaat adaptief watersysteem
2. Een veerkrachtig en robuust ecosysteem
3. Ruimte voor diversiteit aan agrarisch ondernemerschap
4. Aantrekkelijk en beleef baar cultuurlandschap, met brede
meerwaarde
5. Recreatieve verbreding en regulering
6. Landschap als basis voor verstedelijking en ruimtelijke ontwikkeling
7. Circulair, beperkte emissie en energieneutraal
8. Grond staat in dienst van het gebied
Kennisclip 4
Kaderrichtlijn water (KRW)
Doel: de wateren binnen de Europese Unie moeten in 2027 een goed
leefgebied vormen voor de planten en dieren die er thuishoren
De kaderrichtlijn water gaat over: waterkwaliteit en waterkwantiteit
Waterkwaliteit
Ecologische waterkwaliteit: creëren van een goede leefomgeving voor
planten en dieren (ecosysteem). Een leefomgeving met voldoende voedsel
en beschutting. (Bijvoorbeeld: door het aanleggen van vispassages bij
stuwen en sluizen)
Chemische waterkwaliteit: het water mag geen afvalstoffen bevatten,
want het water wordt namelijk ook gebruikt voor de productie van
drinkwater, de landbouw en recreatie. (Bijvoorbeeld: door beperken van
lozingen en aanpakken van zwerfafval)
Waterkwantiteit
De effecten van overstromingen en droogte beperken door te waarborgen
dat er voldoende water is om wilde dieren te ondersteunen en
tegelijkertijd de behoeften van de mens te vervullen
Van Europese naar Nationale wetgeving
De Kaderrichtlijn water (KRW) -> Omgevingswet (OW) -> Besluit kwaliteit
leefomgeving (Bkl)
Bestuurlijk akkoord water
- Samenwerking in het waterbeheer en beleid tussen de
waterbeheerders vastgelegd
- Waterbeheerders: rijk, provincies en waterschappen
- Alle waterbeheerders in Nederland zijn verantwoordelijk voor een
deel van de uitvoering van de KRW
Van nationale wetgeving naar decentrale regelgeving
- Provincies: omgevingsverordening. (Voorbeeld:
grondwaterbeschermingsgebieden)
- Waterschappen: waterschap verordening en beleid. (Voorbeeld:
Waterschap de Dommel: handelingsperspectieven watertransitie)
- Gemeenten: omgevingsplan. (Voorbeeld: regels verplichtte realisatie
waterberging bij toevoegen verharding in de fysieke leefomgeving)
Kennisclip 5