2024/25
Hoorcollege 1
Het begrip ‘middeleeuwen’:
Het concept van de middeleeuwen is gelegd door de humanisten in de 14 e/15e
eeuw. Zij noemde deze periode zo omdat het een ‘onbelangrijke’ periode was
tussen de klassieke oudheid en hun eigen periode, de (vroeg)moderne tijd. Ze
noemde het media aetas. Veel mensen hebben hedendaags nogsteeds het idee
bij de middeleeuwen; een onbeschaafde, primitieve en barbaarse tijd die begon
na de val van het Romeinse rijk.
o Peter Brown zette een ander paradigma tegenover het hierboven
gemelde, hij stelde dat de middeleeuwen juist een periode was van
creativiteit en verandering in plaats van ‘decline and fall’.
In de verlichting beargumenteerde men dat de middeleeuwen een periode waren
van irrationeel (bij)geloof die de wetenschap enorm zou hebben gestagneerd. In
de 19e eeuw kwam er een positievere benadering tegenover de middeleeuwen:
de romantiek. Binnen de romantiek beargumenteerd men dat de middeleeuwen
authentieker zijn dan de klassieke beschavingen. Binnen het romantisisme
beschouwden ze de invallen van barbaarse stammen ook als de oorsprong van
hun eigen naties, wat zou bijdragen aan een positiever beeld.
Wie waren de barbaren?:
De term barbaar komt voort uit het Grieks, het betekende ‘niet-Grieks sprekend
persoon’, het was een opgelegd etiket van buitenaf. Voor de Romeinen waren
barbaren volken die moesten worden onderworpen aan de Romeinse expansie.
Volgens Rosenwein waren er geen rondtrekkende barbaren, maar slechts
sedentaire samenlevingen: een samenleving die gevestigd blijft op dezelfde
plaats. Ook beargumenteerd ze dat er geen biologische verschillen zijn tussen
volkeren, maar slechts culturele verschillen die van beide kanten onderhevig zijn
aan constante verandering. Dit zou betekenen dat etnische identiteiten flexibel
waren: er was niet slechts migratie, maar men nam een andere identiteit aan,
waardoor er meer ‘barbaren’ waren in het Romeinse rijk. Deze constante
verandering van (etnische-)identiteit noemen we de theorie van de
ethnogenese.
Clovis, de eerste koning van de Franken, heeft de titel van consulaat gekregen
van Romeinse keizer Anastasius. Clovis handelde in veel opzichten volgens de
traditie van Romeinse keizers en hij werd vaak toegesproken als consul of
Augustus. De vraag is daarom: was het Romeinse rijk wel gevallen? En dacht
men in de 5e en 6e eeuw wel dat het Romeinse rijk was gevallen?
Tegenovergesteld van het stereotype van barbaar waren de barbaren niet
primair bezig met het moorden en plunderen van alles en iedereen. Er was juist
weinig sprake van conflict: veel onderworpen grondbezitters, zoals bijvoorbeeld
de Bourgondiërs, gingen juist vrijwillig samenwerken met de nieuwe ‘barbaarse’
heersers: ze inde namelijk minder belasting dan de Romeinse keizers.
,Onder sommige historici heerst er onvrede over het feit dat de barbaarse
volkeren te positief worden neergezet, sommige theorieën dat dit overdreven
positief neerzetten van barbaarse volkeren gebeurde omdat men een identiteit
wou creëren in West-Europa die niet gelinkt was aan het nazisme, het had vooral
betrekking op de Duitsers en de Germanen.
Harper beargumenteerde dat het Romeinse rijk viel door voornamelijk
natuurlijke factoren: klimaat en microben/ziektes speelde een belangrijke rol. Dit
was allemaal geen toeval. De Romeinen zouden zelf de uitbraken hebben
geschapen door deel te nemen aan wereldwijde handelsnetwerken en de groei
van de graanhandel (waardoor de rattenpopulatie groeide) waardoor ziektes veel
sneller konden worden getransporteerd. Door klimaatveranderingen en andere
natuurrampen werden veel volken buiten het Romeinse rijk gedwongen om te
emigreren, wat ook bijdroeg aan de druk op de grenzen van het Romeinse rijk.
Romeinen en het christendom:
De Romeinse keizer Constantijn erkende het christendom als geaccepteerde
religie in 313 met het Edict van Milaan. Hierdoor werd het christendom tot iets
positiefs omgezet. Constantijn ondersteunde het christendom ook actief: hij
stichtte een nieuwe hoofdstad met een christelijk karakter: Constantinopel.
Ook zorgde ervoor dat bisschoppen over de hele wereld konden samenkomen in
het publiek en bouwde hij enorme kerken in belangrijke steden (wel vaak aan de
randen van stadsmuren i.p.v. in het centrum).
Christenen werden opeens onderdeel van het Romeinse rijk in plaats van dat ze
vervolgd werden als buitenstaanders. Hierdoor begonnen christenen zich opeens
te identificeren met het imperium met gevolg dat religie een zaak van algemeen
belang werd en niet langer een zaak van een stad of bepaalde elite.
Het christendom was een aparte religie voor de Romeinen. Het vraagt niet alleen
om het uitvoeren van bepaalde rituelen (zoals met de klassieke Griekse en
Romeinse religies) maar ook om bepaald gedrag, het trekt dus door in het
privéleven van men. In deze zin was het christendom eerder een filosofische
stroming in plaats van een klassieke vorm van religie.
o Echter waren christelijke geschriften vaak matig geschreven ten opzichte
van geschriften van klassieke religies, omdat niet slechts de literaire
edelen zich er mee bezig hielden. Voor goed opgeleide Romeinen bleef het
christendom lang een primitieve religie.
De kerkvaders maakte het christendom aanvaardbaar voor de bestaande elite.
Dit deden ze door de bijbel in (goed) Latijn te vertalen. Ook schreven ze allen
commentaren op de Bijbelboeken om te laten zien dat de Bijbel een diepere
betekenis had, ze hielpen met het definiëren van het christelijke geloof. De vier
Latijnse kerkvaders waren: Gregorius de Grote (ca. 540-604), Ambrosius
van Milaan (333-397), Augustinus van Hippo (354-430) en Hieronymus
van Stridon (342-420).
Ze komen alle vier uit elitaire families en zijn elk geleerd in de Latijnse literatuur,
filosofie en retorica en hielden contacten in hogere kringen.
, Het arianisme is een stroming binnen de christelijke kerk die de drie-eenheid
van het christendom bekritiseerd en ontkent. Ze vonden Christus ‘meer mens
dan god’. Dit werd door kerkvaders Ambrosius en Hieronymus bestreden.
Het donatisme is een stroming binnen het christendom waarbinnen men
beargumenteerd dat alleen men die een puur leven leiden de christelijke kerk
dienen: er zou geen vergevenis of tweede kans zijn.
De bijdrages die de kerkvaders heeft geleverd tot het vormen van een
christelijke samenleving:
Ambrosius: verdedigde het christendom in een aantal conflicten,
waaronder de verdediging tegen de Arianen en de weigering van de keizer
in de kerk. Ook heeft hij twee heilige relieken naar de basilica in de stad
verplaatst en daardoor het christendom meer gecentreerd.
Augentinus: verdedigde het christendom in zijn meesterwerk ‘De Civitate
Dei’ door te beargumenteren dat religie niet vergeleken kan worden met
staatsbestuur. Ook stimuleerde hij samen met Hieronymus het
monnikendom.
Hieronymus: steunde een groep dames die volgens het monnikendom
wouden leven in Rome.
Hoorcollege 2
De uitbreiding van het christendom
De eerste babarenkoning Clovis kiest voor de religie van de Romeinse
aristocratie: het Katholicisme. Hij heeft ook ‘geflirt’ met het Arianisme.
Het Christendom werd georganiseerd met bisdommen: elk landgedeelte had
een eigen bisschop die daar de religieuze leiding had. Dit is geïnspireerd van het
Romeinse civitates. Bisdommen hadden geen politieke ambt, wel vormden de
bisdommen samen het kerkelijke bestuur.
Monniken waren gelovigen die zich buiten stadsstaten vestigden om daar
voornamelijk religieus werk te verrichten, zoals het overschrijven van Bijbelse
teksten. Ook diende monniken soms als de knokploegen van de kerk. Er zijn twee
soorten monniken:
Heremieten: monniken die zelfstandig in isolatie leven
Coenobieten monniken die in gemeenschappen in kloosters leven
In de 6e eeuw schreef Benedictus van Nursia (in het oosten) regels voor de
monniken om deze onder controle te behouden, monniken moesten
gehoorzaamzijn aan de abt, mochten geen eigen bezit meer hebben (slechts het
klooster mocht bezit hebben) en hij sprak van stablitas loci (= eens in een
klooster, altijd in dat klooster).
Nadat de Romeinen Engeland verlieten, verdween het christendom daar ook
grotendeels. Keltisch sprekende volkeren in Wales en Cornwall blijven wel
Christelijk. Vanuit deze volkeren werd het christendom in heel Ierland
geïntroduceerd. Centrale figuur St. Patrick