Hoofdstuk 1 : de klassieke rechtvaardigingstoets
Les 1
Metafysica/ontologie : tak vd filosofie die zich afvraagt of iets bestaat
o Bestaansvraag/ontologische vraag
o Koningin vd filosofie
Epistemologie : tak vd filosofie die zich afvraagt wat betrouwbare kennis is
Normatieve problemen : moet het toegelaten, verplicht of verboden worden?
o Gerelateerde problemen : sociale rollen en natuurlijke determinanten (plaats,
tijd, toeval) zijn bepalend voor de oplossing
Bv. mag je beroepsgeheim overtreden in sommige gevallen?
Bv. mag een politicus een verkeerswet overtreden?
Geen antwoord zonder de specifieke plichten vd persoon (sociale rol)
of zonder bijkomende info over concrete omstandigheden (natuurlijke
determinanten)
o Ongerelateerde problemen : betrekking op alle mensen ongeacht hun sociale
rol of natuurlijke determinant bv. mag je gevangenen folteren?
Normatieve problemen los je op een rationele wijze op
o Normatief probleem oplossen met op rationele wijze je vermijdt beroep op
geloof, emotie of feitelijke toestand
o Negatief normatief beginsel : begrenst het handelen van iemand bv. je bent
vrij in zoverre je anderen geen schade berokkent
o Positief normatief beginsel : dwingen tot handelen
Centraal bij dit vak zijn normatieve problemen :
o Ethiek/moraalfilosofie : normatieve problemen in ons dagelijks leven bv.
abortus, euthanasie, mogen dove ouders kiezen om enkel dove kinderen te
adopteren?
Goede daad?
o Rechtsfilosofie : wat is een rechtvaardig rechtssysteem? bv. reuzegom-zaak
Goede wetten?
o Politieke filosofie : normatieve problemen die te maken hebben met de
ordening vd maatschappij bv. Theo Francken die vindt dat burgers elke week
verplicht een paar uur een samenlevingsdienst moeten vervullen zoals
vrijwilliger bij brandweer
Goede samenleving?
Normatieve problemen : enkele schijnbare/onberedeneerde oplossingen
Geloof : wil van God = moreel
Idee dat handelingen goed of slecht zijn omdat God deze wil
Geen overtuigingskracht voor mensen met een ander geloof
, Dilemma van Euthyphro (Plato) :
o Socrates is zijn protagonist Socrates komt Euthyphro tegen
o Euthyphro gaat naar de rechtbank omdat zijn vader zijn slaaf
mishandelt/vermoord heeft
o Socrates vraagt waarom Euthyphro zijn vader voor de rechtbank wilt halen
E zegt dat dit de wil vd goden is S vraagt hoe hij weet dat de goden dit
willen E zegt dat hij dit weet omdat goden rechtvaardig zijn S vraagt hoe
hij weet dat die rechtvaardig zijn
DUS of wel zit je met een willekeur of met een argumentatie :
o Zijn redenen zijn onbekend : god is willekeur omdat God het zegt, wordt
het moreel bv. God kon ook vinden dat stelen goed is
o Zijn redenen zijn bekend : god is overbodig het mag niet van God omdat
het op zich immoreel is
Emoties, instincten, intuïties
Goede sentimenten bv. kat redden uit overstromingsgebied
Slechte sentimenten bv. dief die aan paal wordt gebonden met ‘ik ben een dief’ op
zijn buik geschreven (eigenrichting) degene die de dief had vastgebonden is
veroordeeld want verbod op eigenrichting
Invloed door Verlichting : nadenken over wat een goed mens is
o Ongenoegen over morele emoties bv. homofobie, lijfstraffen
Morele gevoelens kunnen uitmonden in onbeheersbare immorele
toestanden zoals wraak of morele walging het morele probleem
wordt alleen maar erger
o Motiveringsverplichting : moet omkleed zijn met rede mag je emoties niet
laten spelen
J.W. of Derby : ‘A Philosopher Giving a Lecture on the Orrery’
Feitelijke toestand
Denken dat het normatief probleem alleen met feiten kan opgelost worden nooit
het geval (naturalistische drogreden/naturalistic fallacy van David Hume) denken
dat omdat iets zo is, het ook zo hoort te zijn
o Impliceert ‘moeten’ uit ‘zijn’, verwart begrijpen/verklaren met rechtvaardigen
o Iets is goed omdat het natuurlijk is de natuurlijke toestand van iets is geen
argument om je erbij neer te leggen dus dit is een fout in het redeneren
o Naturalistische drogreden = fout in het redeneren
Iets dat altijd zo was, door natuurlijke
evolutie ontstaan
Bv. Hongarije : vrouwen die abortus overwegen, moeten
eerst luisteren naar het kloppend hart van hun kind men
gebruikt het hart als breekpunt om te constateren of men
een mens is of niet = naturalistische drogreden
, Bv. wat is het nut vd gevangenis? : recidivecijfers stijgen na een gevangenisstraf (feit)
MAAR voor andere hoeft gevangenisstraf geen nut te hebben maar bestaat om te
straffen
Comprendre c’est pardonner : door iemand te begrijpen ben je geneigd om hen te
vergeven
Voorbeeld van naturalistisch drogreden : boek ‘A natural history of rape’
sommigen zeggen dat dit verkrachting goed praat
o Verschil tss begrijpen en aanvaarden
Normatieve problemen : de rationele benadering
Beredeneerde oplossing (rationele argumentatie) :
o Bouwt enkel op logische argumenten en wetenschappelijke feiten
Bv. broer en zus die seksuele relatie hebben en kinderen maken Duitse wet
verbiedt incestseks kan je vrijwillige seks tss broer en zus verbieden?
o Rationele argumenten contra :
Bescherming van gezin als fundamentele sociale eenheid binnen
samenleving
Psychosociaal welzijn van potentiële nakomelingen
Gevolgen voor de gezondheid van eventuele nakomelingen
o Rationele argumenten pro :
Wederzijdse toestemming
Meerderjarige volwassenen
Genetische risico geen punt, bij niet-verwante koppels kan di took
Wat met verwante koppels die geen kinderen willen of zich laten
steriliseren?
o Irrationele argumenten :
Incest voelt vies aan (emotie)
Vrijwel overal ter wereld taboe (feitelijke toestand)
Door onze aversie voor seks tss twee verwanten is er weinig ruimte
voor rationele overwegingen
Peter Singer : geld geven aan een goed doel = morele plicht
Casus : de plicht om een kind in nood te helpen
o Kind valt in vijver ga je helpen of niet?
Als je niet helpt, verdrinkt het kind en pleeg je schuldig hulpverzuim
Als je niet helpt, verzaak je aan een morele plicht
o Kind in Afrika brief van Unicef over een ontwikkelingsproject :
Als je niet helpt (100 euro per maand betalen) dan sterven er 30
kinderen deze handeling is niet strafbaar
Je verzaakt je aan een oproep tot medemenselijkheid
o Peter Singer vindt dat er geen onderscheid is tss deze twee situaties
o Rationele argumenten die Peter Singer zou gebruiken :
Alle mensen zijn gelijkwaardig
, Wanneer mensen zich in nood bevinden en je kunt hieraan verhelpen
zonder dat je eigen leven hieronder lijdt, moet je dit doen
Verdrinkingsdood en hongersnood zijn te vermijden
o Verschil in afstand is een feitelijk verschil dat het verschil in beoordeling niet
kan rechtvaardigen
Twee visies op beredeneerde oplossingen (logische argumenten of wetenschap)
Bentham : utilitarisme morele calculus
The greatest happiness of the greatest number (citaat is niet van hemzelf)
o Handelingen zijn goed als ze het geluk van individuele mensen bevorderen
o Is tegen foltering, lijfstraffen, doodstraf leed kan niet positief zijn
Bentham heeft weerzin voor geloof, emotie en traditie als normatieve oplossing
Koppelde het goede aan het nuttige
Hedonisme : nutsbalans is becijferbaar, ultieme streven vd mens wordt gekenmerkt
door geluk te maximaliseren en leed te minimaliseren
o Alles draait om lust en bevrediging
o Bentham was de eerste dierenactivist (wij zijn niet de enige wezens die leed
kunnen hebben) leed vd dieren moet voorrang hebben op het geluk vd
mensen
o Probleem : hoe druk je geluk uit?, geen eenheid voor pijn nutsbalans
moeilijk becijferbaar
Voor sommige mensen zit geluk in kleine dingen
Bevrediging is niet voor iedereen hetzelfde
Consequentialisme : alleen rekening houden met gevolgen Bentham kijkt niet
naar de intentie maar enkel naar de gevolgen
o Bv. moeder Theresa zei dat je beter geen pijnstillers geeft want leed is goed
consequenten hebben liever een farmaceutisch bedrijf dat mensen geneest
o Als een handeling negatieve hedonistische gevolgen heeft, keurt een utilitarist
ze af
o Probleem : botst met diepe intuïties bv. hond vervangen omdat die beter bij
de salontafel past
o Bv. tramdilemma : op de rails ligt 1 vreemde persoon vastgebonden, op de
andere rails liggen 5 personen gebonden als je niets doet, worden die 5
personen gedood hendel waardoor je ervoor kan zorgen dat die ene
persoon doodgaat wat doe je? (onpersoonlijk)
o Persoonlijk dilemma : jij staat op het brugje 5 mensen vastgebonden op de
rails dikke persoon staat naast je als je die voor de trein duwt, zou die
stoppen en zouden die 5 personen nog leven
o Consequentialisten zouden geen verschil maken tss het onpersoonlijk en
persoonlijk dilemma anderen zouden zeggen dat het persoonlijk dilemma
moord is