LES 1-introductie
Normale flora: organismen die zich aan of in de mens bevindt.
Dit is een buisvormige machine, waarin er onderdruk
aanwezig is. -> de mensen kunnen beter ademhalen, omdat
ze ademhalingsproblemen hebben door probleem bij de
longen.
Buiktyfus: Wordt veroorzaakt door een bacterie, Salmonella enterica, die
naar het bloed gaat.
Malaria: door muggen
Mazelen: ene kinderziekte waartegen er een vaccinatie is. Mazelen zijn
gevaarlijk -> hersenziekte.
Micro-organismen
Eukaryoten: meercellige organismen
Bacteria: eencellig
Archaea: dit zijn bacteria die zich hebben aangepast aan extreme
omstandigheden (warmte, extreem koude omgeving)
Afkortingen – antibiotica resistente bacteriën:
- MRSA: methicilline-resistente staphylococcus aureus: dit zijn
ziekenhuisbacterieën die resistent geworden zijn tegen antibiotica.
- VRSA: vancomycine-resistente S.aureus
- VRE: vancomycine-resistente enterokokken.
- PRSP: penicilline-resistente S.pneumoniae
- ESBL: extended-spectrum beta-lactamases: type antibiotica-
resistentie
- CPE: carbapenemase producerende enterobacteriaceae
Het eerste antibiotica was penicilline: dit is antibiotica tegen de celwand.
, Ontstaan resistente bacteriën:
De bacteriën worden blootgesteld aan de antibiotica -> de bacteriën die
een DNA bevatten die resistent is tegen deze antibiotica, gaan zich meer
delen -> meer resistent bacteriën.
Er wordt ee plus gevormd tussen 2 bacteriën -> uitwisseling
van DNA.
Antibiotica resistentie.
Gram negatieve bacteriën zijn belangrijk voor antibiotica resistentie
(=AMR).
One health: de gezondheid van de mens is gelinkt aan de gezondheid van
de dienre, en de omgeving.
Beperkte beschikbaarheid van nieuwe antiobiotica, omdat er meer
resistentie is van de bacteriën -> moeilijker om nieuw antibiotica aan ta
maken.
- Nieuw antibiotica kost vele geld
Les 2: normale flora
= dit zijn de bacteriën die zich op en in de mense bevinden.
Een foetus die geboren wordt is vrij van micro-organismen bij
geboorte -> wordt vrijgesteld aan verschillende bacteriën via
voeding, hormonen, hygiëne.
De meerderheid van de bacteriën is niet schadelijk.
- Goede bacteriën beschermen tegen lichaamsvreemde stoffen.
Toepassingen van de gunstige bacteriën:
- Probiotica: levende microbieel voedingsingrediënt dat, wanneer het
in voldoende hoeveelheden wordt ingenomen, een
gezondheidsbevorderend effect heeft.
- Groeipromotors bij dieren
, - Herstelling darmflora na behandeling diarree.
Prebiotica: dit zijn specifieke stoffen die probiotica wel kunnen gebruiken
en andere bacteriën niet.
o Bepaalde suikercomponenten die de groei gaan bevorderen van
probiotica.
De verschillende bacteriën:
- In luchtwegen, bovenste luchtwegen:
Anaeroob: deze bacteriën hebben geen zuurstof nodig.
Peptostreptococcus
Fusobacterium
Bacteroides
Aeroob: wel zuurstof afhankelijk.
Weinig tot niet-pathogeen
Viridans streptokokken
Coagulase-negatieve stafylokokken
Neisseria spp
Haemophilus non-b
Corynebacterium
Potentieel pathogeen:
Groep A streptokokken
Streptococcus pneumoniae
Staphylococcus aureus
Neisseria meningitidis
Haemophilus influenza type B
Moraxella catarrhalis
Enterobacteriaceae
Fungi: candida spp
- Luchtwegen- mond:
Geboorte:
Streptokokken
Veillonella
Lactobacillus
Neusseria
Verschijnen van tanden
Anaeroben: prevotella, fusobacterium
Verdere tandgroei
Streptokokken: (S,parasanguis, S. mutants)