Systeemgericht werken in sociale beroepen
Hoofdstuk 2 systeem gericht werken
Vanaf de 17e eeuw ontwikkeling van natuurwetenschappelijke,
analytische, empirische wetenschap gebruikte de methode causale
relaties (oorzaak-gevolgrelaties), hier ging men vanuit een hypothese
onderzoek doen
Eind 18e eeuw fenomenologische onderzoek benadering open
waarnemen wat er te zien is
Eind 19e eeuw wetenschappers gingen zich verdiepen in de menselijke
waarneming
Zij toonden aan dat mensen van nature gehelen waarnemen wij zien
losse indrukken als 1 geheel, betekenis bestaat binnen een context.
Hierdoor verlies je informatie als je alleen de losse onderdelen bestudeert,
wat bij gesloten/levenloze systemen geen probleem is. Bij levende/open
systemen is dit complexer (bijvoorbeeld ecosysteem of sociaal systeem,
dit kun je niet kennen door losse onderdelen te bestuderen)
Algemene systeemtheorie laat zien hoe gedrag van open systemen
samenhangt met processen die je niet direct kunt waarnemen, maar
waarvan je wel het effect kunt herkennen
Paradigma een basale aanname over hoe de werkelijkheid in elkaar zit
Het systemisch paradigma is niet in tegenspraak met het
natuurwetenschappelijke paradigma, maar vult dat aan
Systeem een samenhangend geheel dat op zijn eigen manier beweeglijk
en geordend is
Algemene kenmerken van systeemtheorie:
- Een systeem is een totaliteit (binding), een eenheid van
samenhangende onderdelen
- Elk onderdeel heeft zijn eigen plaats en tijd en zijn eigen vorm en
functie (ordening)
- Het geheel is meer dan de som der delen
- Systemen bewegen (dynamiek) uit zichzelf naar een bewegend
evenwicht homeostase
Samenhang (totaliteit)
Een systeem is een totaliteit/eenheid elk onderdeel heeft zijn eigen
plaats, tijd, vorm en functie. Het geheel is meer dan de som der delen.
Homeostase een dynamisch evenwicht
Systemen bewegen uit zichzelf naar dit dynamische evenwicht
Een levend systeem is ingewikkelder omdat heet zich over tijd ontwikkelt
dit laat een proces van allostase zien
Allostase een aanpassen van het dynamisch evenwicht aan de
omstandigheden die zich voordoen (bijvoorbeeld omgaan met stress op
individueel niveau, of de ontwikkeling van gezinnen op groepsniveau)
,Sociale systemen hebben het vermogen om zich te organiseren en
reguleren, maar ook om op een creatieve manier doelen na te streven die
voor dat systeem belangrijk zijn
Ordening
Elk systeem is op zijn eigen manier geordend, geregeld en georganiseerd
sommige kwaliteiten zijn daarbij op groepsniveau (bijvoorbeeld dat
mensen rechtop lopen), andere zijn individueel bepaald (reactiepatronen
of gewoontes)
Ordening kun je herkennen aan de structuur in een systeem, in
gedragingen en verhoudingen (rollen, posities, omgangsnormen)
Er zijn ook geregelde ontwikkelingspatronen (ontwikkelingsfasen)
Elk systeem heeft meerdere subsystemen een groep bevat
verschillende subgroepen
Omgekeerd is elk systeem onderdeel van een groter suprasysteem
groepen vormen samen een organisatie, samenleving en mensheid
Hiërarchische ordening of gelaagdheid is een algemeen kenmerk van
systemen
Een suprasysteem is een verzameling van systemen, een systeem is een
verzameling van subsystemen
Ecologisch model van Bronfenbrenner laat de gelaagdheid van
systemen zien
Dit model onderscheid 5 lagen:
1. Mircosysteem ouders, school, vriendengroep, sport
Deze contacten hebben directe invloed op de ontwikkeling
2. Mesosysteem dit zijn de relaties tussen de systemen in het
microsysteem
Bijvoorbeeld de verhouding tussen ouders en school
Harmonieuze relaties komen de ontwikkeling ten goede, conflicten
bedreigen de ontwikkeling
3. Exosysteem de systemen van de personen in het microsysteem,
invloeden op elementen uit het microsysteem die indirecte invloed
hebben
Bijvoorbeeld vrienden van ouders, beleid van school
4. Macrosysteem de wijdere maatschappelijke en culturele context,
zowel objectieve maatschappelijke kansen als subjectieve
cultuurelementen
Dit heeft invloed op alle lagen van het model
5. Chronosysteem de invloed van tijd op alle systemen
Dynamiek
Systemen zijn veranderlijk, ze bewegen dit is dynamiek, elk systeem
heeft zijn eigen dynamiek
Elk levend systeem ontwikkelt zichzelf, het ontstaat, verandert en vergaat
weer
Systemisch gericht werken kan op allerlei verschillende manieren
In een systeem beïnvloeden de onderdelen elkaar wederzijds: elke actie is
tegelijk ook een reactie, oorzaak en gevolg zijn niet van elkaar te
onderscheiden
,Een systeem is een complex samenhangend en dynamisch geheel in
elke situatie komt er van alles samen:
- Je uit de situatie zelf niet kunt afleiden hoe die is ontstaan,
verschillende processen kunnen tot een vergelijkbare situatie leiden
- Er is nooit 1 oorzaak of verklaring voor een situatie, het is altijd een
samenspel van invloeden en omstandigheden die samenkomen
- Je kunt niet voorspellen hoe een situatie zich zal ontwikkelen of hoe
bepaald gedrag zal uitwerken, er zijn verschillende uitkomsten
mogelijk
Waarnemen gaat altijd via een bepaalde lens ons referentiekader kleurt
waarnemingen vanuit onze normen, waarden, ervaringen, interesses,
verwachtingen, gewoontes en cultuur
Er zijn drie verschillende lenzen:
1. Sociologische lenzen laten de situatie zien als onderdeel van een
groter verband, bijvoorbeeld als onderdeel van de maatschappij
2. Perspectieven van buitenstaanders, bijvoorbeeld buren, familie,
vrienden, leerkrachten, zij zien de situatie van een afstand en kijken
daar vanuit hun eigen theorieën naar
3. Perspectieven en ervaringen van de betrokkenen zelf
Elke lens geeft zijn eigen informatie en die informatie vult elkaar aan,
samen geven ze een compleet beeld
Meerstemmigheid houdt in dat je rekening houdt met alle stemmen, of
nou ze spreken of niet je houdt rekening met alle belanghebbenden, ook
die die niet aanwezig zijn
Een persoon kan ook meerdere stemmen hebben, waar ze zich wel of niet
bewust van zijn
In een ontmoeting komen verschillende contexten bij elkaar elk mens
heeft een hoeveelheid aan contexten (cliënt, burger, moeder, zus, leerling,
collega, wandelaar)
Contextualiseren met vragen die je stelt en de verwoordingen die je
gebruikt kun je contexten en daarmee de identiteiten naar voren halen en
plaatsen. De kunst is om dat zo te doen dat het helpend is en bijdraagt
aan empowerment, verbinding en samenwerking
Elk systeem is rijk aan diversiteit, diversiteit binnen een systeem omvat
ook de diversiteit die jij meebrengt als behandelaar
Dialoog een uitwisseling die ontstaat door aandachtig toegewend te zijn
naar de ander en open te staan voor de ervaring daarvan
Bij een monoloog vertelt de een en luistert de ander, bij een dialoog is de
relatie gelijkwaardig
Je kunt een dialoog op gang brengen door een open vraag te stellen en
aandachtig naar het antwoord te luisteren
De basishouding die hierbij gehanteerd wordt is de niet-weten-houding
dit is een open houding waarbij je luistert en je eigen ideeën opzijzet om
de ander oprecht te begrijpen
Ecogram een schematische tekening van het sociale netwerk
, Dit is een handig hulpmiddel om al tekenend een overzicht te maken van
welke verbindingen er zijn en wat die betekenen
Hoofdstuk 3 communicatie
Communicatie alle gedrag, verbaal en non-verbaal in de aanwezigheid
van anderen waarvan we ons bewust zijn
Vanuit systeemperspectief is ook onbewuste communicatie van belang
in een systeem hangen de onderdelen met elkaar samen doordat ze met
elkaar communiceren op die manier verschuift een systeem naar een
dynamisch evenwicht (homeostase)
Wanneer een groep een bepaalde tijd samen is ontstaat er een structuur
dit omvat de rollen en posities van de groepsleden, subgroepen en
ongeschreven regels
Homeostase in een groep kun je herkennen aan hoe groepsleden zich
gedragen en met elkaar omgaan
Elke reactie op elkaar is een vorm van feedback een signaal waaruit de
ander kan opmaken hoe zijn gedrag wordt ervaren en gewaardeerd
Er zijn twee vormen van feedback in de systeembenadering:
1. Negatieve feedback: draagt bij aan het behoud van homeostase
Een groepslid wordt ‘teruggefloten’ om zich aan de regels te houden
wanneer hij deze overtreed. De onderliggende boodschap van negatieve
feedback is: gedraag je zoals we het hier van je gewend zijn
2. Positieve feedback: is gericht op verandering van de homeostase
Een groepslid wat zich afwijkend gedraagt wordt aangemoedigd. De
onderliggende boodschap is: goed, laten we het anders doen. Dit kan
ertoe leiden dat de structuur verandert
Positieve en negatieve feedback dragen samen bij aan het behoud van het
systeem
Kalibreren het proces van schommelen rondom een bepaalde
homeostase
De trapfunctie van het systeem het kunnen overschakelen naar een
ander punt
De trapfunctie komt voor wanneer een ontwikkeling in of om het systeem
een aanpassing rechtvaardigt
Communicatie tussen mensen heeft 5 uitgangspunten:
1. Niet communiceren is onmogelijk
2. Communicatie is een gelaagd proces
3. Mensen zijn geneigd een beginpunt aan te wijzen (interpunctie)
4. Communicatie verloopt digitaal en analoog
5. Communicatie is symmetrisch of complementair