Hoofdstuk 12 (niet 12.3 en 12.4) en hoofdstuk 14 t/ 14.6, 14.9 en 14.10
12.0 Inleiding
In NL ben je schenkbelasting verschuldigd als je van iemand iets
geschonken krijgt. Erfbelasting moet je betalen over hetgeen je krachtens
erfrecht verkrijgt.
12.1 Schenkbelasting
12.1.1 Belastbaar feit
Er is alleen sprake van een belastbaar feit als
1. Er sprake is van een schenking, én
2. De schenker in Nederland woont of geacht wordt in Nederland te
wonen
12.1.1.1 Wanneer is sprake van een schenking?
Een verkrijger is alleen schenkbelasting verschuldigd als er sprake is van
een schenking. Voor de schenkbelasting wordt onder een schenking
verstaan:
Iedere vermogensverschuiving waarbij de schenker een
vermogensvermindering ondergaat (verarming in materiële zin),
De begiftigde een vermogensvermeerdering ondergaat (verrijking in
materiële zin)
De schenker zich bewust is van de bevoordeling van de begiftigde
(bevoordelingsbewustheid) en deze bevoordeling ook heeft gewild
(bevoordelingswil).
De reden (motief) van bevoordeling van de schenker is niet van
belang.
Artikel 1 lid 7 SW verwijst voor het begrip ‘schenking’ naar ‘gift’ titel 3.7
BW: ‘iedere handeling die ertoe strekt dat de persoon die de handeling
verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt.’ Het BW
verstaat onder schenking’ de overeenkomst om niet, die ertoe strekt dat
de ene partij, de schenker, ten koste van eigen vermogen de andere partij,
de begiftigde, verrijkt.’ Schenking is species van het genus gift.
12.1.1.2 Schenker woont in Nederland
Er is alleen sprake van een belaste schenking als de schenker ten tijde van
de schenking in NL woont.
Iemands woonplaats wordt op grond van art. 4 AWR naar de
omstandigheden beoordeeld:
o De schenker moet een duurzame betrekking van persoonlijke
en economische aard met Nederland onderhouden.
o Plaats van de eigen woning
o Verblijfplaats gezin
o Plaats waar iemand werkt en sociaal leven heeft opgebouwd
In twee gevallen heft Nederland ook als de schenker feitelijk in het
buitenland woont:
, 1. Als de schenker een schenking doet binnen een jaar nadat hij
Nederland metterwoon heeft verlaten. De nationaliteit doet niet ter
zake.
2. De schenking geschiedt binnen 10 jaar nadat de schenker Nederland
metterwoon heeft verloten. Hierbij moet de schenker de
Nederlandse nationaliteit hebben.
Beide ficties hebben een anti-misbruikkarakter (art. 3 SW)
12.1.2 Belastingplichtige; subject van heffing
Degene die de schenking krijgt, is het subject voor de schenkbelasting. De
woonplaats en nationaliteit van de begiftigde zijn voor de heffing van de
schenkbelasting niet van belang (art. 1 lid 1 onder sub 2 SW).
- Niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen kunnen
belastingplichtig zijn voor de schenkbelasting
12.1.3 Waarde van het object van schenking
De schenking is belast naar de waarde in het economische verkeer (art. 21
lid 1 SW). Dit impliceert een verregaande objectivering van het
waardebegrip. De maatstaf is wat derden voor het goed zouden willen
betalen Welk bedrag zou de meestbiedende geven na een verkoop op
een voor dat goed meest geschikte wijze en na de beste voorbereiding
door de verkoper.
Voor bepaalde vermogensbestanddelen heeft de wetgever in de SW
waarderingsregels opgenomen:
o Voor beursgenoteerden effecten bepaalt de officiële
prijscourant de waarde (art. 21 lid 3 SW)
o De waarde van onroerende zaken die in gebruik zijn als
woning wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarde (art.
21 lid 5 SW)
o De waarde van een woning die wordt verhuurd aan een
huurder met huurbescherming wordt gesteld op een bepaald
percentage van de WOZ-waarde (art. 21 lid 8 SW jo. art. 10a
Uitvoeringsbesluit SW)
o Recht van vruchtgebruik wordt gewaardeerd met
inachtneming van een rendement van 6% … (art. 21 lid 14 SW
jo. art. 5 t/m 10 Uitvoeringsbesluit SW) Zie voorbeeld blz.
352
12.1.4 Belaste verkrijging; vrijstellingen en tarieven
12.1.4.1 Vrijstellingen
De vrijstellingen voor de schenkbelasting kunnen worden ingedeeld in 2
categorieën (art. 33 SW):
a. Schenkingen die volledig zijn vrijgesteld van belastingheffing,
ongeacht de omvang ervan, en
b. Schenkingen die voor een bepaald gedeelte zijn vrijgesteld
(voetvrijstelling). Gaat het bedrag van de schenking de
voetvrijstelling te boven, dan is de verkrijger alleen over het
meerdere (de belaste verkrijging) schenkbelasting verschuldigd.