3.1 Relaties binnen Zuid-Amerika
Deelvragen
1. Waaruit bestaat de onderlinge samenwerking tussen de Zuid-Amerikaanse landen?
2. Waarom is het moeilijk om tot nauwe samenwerking te komen in Zuid-Amerika?
3. Wat zijn de gevolgen van de bestaande samenwerking voor de verschillende landen?
Samenwerkingen en spanningen
Samenwerking in Zuid-Amerika is een moeizaam proces, want tussen de landen
bestaan ook veel conflicten.
Oorzaken: over spanningen over grondgebied, over angst overheersende posities
(Brazilië), over buitenlandse relaties, over positie en globaliseringsproces.
VB van een conflict met grote gevolgen: Salpetooorlog (1879-1883) -> Chili veroverde
grote stukken grond op Bolivia en Peru -> Bolivia nu landlocked state.
Ook conflicten om olievoorraden.
Mercosur
Versterking van regionale samenwerking binnen ZA -> oprichting Mercosur (1991).
Het doel was vrije handel en vrije verkeer van goederen. -> Douane-Unie tussen deze
lidstaten: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay, Venezuela en Bolivia.
Hierdoor een einde aan Protectionisme en importsubsidie.
Mercosur beslaat een totale markt van 285 miljoen mensen. Ook wil de douane-unie
de invloed van de V.S. in ZA beperken -> tegenwicht/concurrentie voor de NAFTA.
Trekpaard Brazilië
Het succes van Mercosur is grotendeels te danken aan
Brazilië, dit land neemt zorgt voor de helft van de export
binnen dit blok. (Figuur 3.1)
Van de totale goederenhandel van Brazilië wordt maar een
vierde deel afgewikkeld via de Mercosur -> geldt voor
meer landen -> probleem voor Mercosur. -> De interne
markt is nog te klein, hierdoor zijn ze sterk afhankelijk van
de wereldeconomie. -> Nog gevoeliger omdat de uitvoer
uit grondstoffen en voedsel bestaat.
Veel landen wendden zich weer naar protectionistisch
beleid door de economische recessie na 2008.
Venezuela in een diepe crisis door afkeer van vrijhandel.
Figuur 3.1
, Pacifische Alliantie
Dit handelsblok is sterk gericht op vrijhandel, liberalisering en exportgerichte
industrialisatie -> i.p.v. interne handel nu externe mondiale handel. -> Ze bieden
tegengewicht aan Brazilië, dat in hun ogen te veel economische macht kreeg.
Colombia en Peru: exportvalorisatie -> ze bouwden met buitenlands geld
fabriekscomplexen om daar grondstoffen en onderdelen te maken tot eindproducten
en te exporteren naar Azië.
Deze productie wordt geconcentreerd in een soort vrijhandelszone: export processing
zonesbij vervoersknooppunten (havens, vliegveld). Zolang de wereldeconomie groeit
werkt dit model -> bbp ber hoofd steeg fors -> kloof tussen arm en rijk nam toe.
UNASUR: handen ineen?
2008: oprichting UNASUR, naar het model van de EU. -> economie stagneerde na
recessie -> om overeind te blijven moest concurrentiepositie worden versterkt.
Doel: politieke, economische en culturele integratie. -> Focus op: onderwijs,
infrastructuur etc.
Voor investeringen werd een eigen bank opgericht: Banco del Sur. Sommige
landen willen een munteenheid.
Integratieassen
IIRSA: het wegen- en waterwegennet willen ze aan elkaar
knopen. -> Ze willen de economie en integratie versterken.
(Figuur 3.2 voorbeelden integratieassen)
VB van een as: de interoceanische snelweg en brug tussen
Peru en Brazilië -> het binnenland is iets meer ontsloten.
De verbeterde infrastructuur maakt delfstofwinning mogelijk
en maakt voorzieningen (zoals ziekenhuis) beter toegankelijk.
Betere verbindingen, een beter leven?
De nieuwe infrastructuur heeft ook negatieve gevolgen.
De Transamazônica loopt dwars door het regenwoud. Slechts
een deel is verhard wegdek. Productie en vervoer van
sojabonen in de regentijd hierdoor zowat onmogelijk.
Door de weg ook meer houtkappers in het regenwoud ->
ontbossing en uitbreiding van veehouderij en sojateelt.
Landroof of landgrabbing (= gelegaliseerde vorm van
diefstal) bedreigd de bestaanswijze van de Figuur 3.2
oorspronkelijke bevolking. Zij werden gedwongen land af te staan aan grote
productiebedrijven.
De Awá bedreigd door mijn en trein
De ijzerertslijn Carajàs-São Louis is ook een negatief voorbeeld van de aanleg van
infrastructuur. -> De treinen vervoeren ook personen, soja, graan, kunstmest en olie)
De energievoorziening van de ijzermijnbouw betekent de aantasting van
riviersystemen. -> de Mijnbouw trekt bedrijvigheid en vervoer aan. -> leefgebied van
de Awá wordt aangetast.
Deelvragen
1. Waaruit bestaat de onderlinge samenwerking tussen de Zuid-Amerikaanse landen?
2. Waarom is het moeilijk om tot nauwe samenwerking te komen in Zuid-Amerika?
3. Wat zijn de gevolgen van de bestaande samenwerking voor de verschillende landen?
Samenwerkingen en spanningen
Samenwerking in Zuid-Amerika is een moeizaam proces, want tussen de landen
bestaan ook veel conflicten.
Oorzaken: over spanningen over grondgebied, over angst overheersende posities
(Brazilië), over buitenlandse relaties, over positie en globaliseringsproces.
VB van een conflict met grote gevolgen: Salpetooorlog (1879-1883) -> Chili veroverde
grote stukken grond op Bolivia en Peru -> Bolivia nu landlocked state.
Ook conflicten om olievoorraden.
Mercosur
Versterking van regionale samenwerking binnen ZA -> oprichting Mercosur (1991).
Het doel was vrije handel en vrije verkeer van goederen. -> Douane-Unie tussen deze
lidstaten: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay, Venezuela en Bolivia.
Hierdoor een einde aan Protectionisme en importsubsidie.
Mercosur beslaat een totale markt van 285 miljoen mensen. Ook wil de douane-unie
de invloed van de V.S. in ZA beperken -> tegenwicht/concurrentie voor de NAFTA.
Trekpaard Brazilië
Het succes van Mercosur is grotendeels te danken aan
Brazilië, dit land neemt zorgt voor de helft van de export
binnen dit blok. (Figuur 3.1)
Van de totale goederenhandel van Brazilië wordt maar een
vierde deel afgewikkeld via de Mercosur -> geldt voor
meer landen -> probleem voor Mercosur. -> De interne
markt is nog te klein, hierdoor zijn ze sterk afhankelijk van
de wereldeconomie. -> Nog gevoeliger omdat de uitvoer
uit grondstoffen en voedsel bestaat.
Veel landen wendden zich weer naar protectionistisch
beleid door de economische recessie na 2008.
Venezuela in een diepe crisis door afkeer van vrijhandel.
Figuur 3.1
, Pacifische Alliantie
Dit handelsblok is sterk gericht op vrijhandel, liberalisering en exportgerichte
industrialisatie -> i.p.v. interne handel nu externe mondiale handel. -> Ze bieden
tegengewicht aan Brazilië, dat in hun ogen te veel economische macht kreeg.
Colombia en Peru: exportvalorisatie -> ze bouwden met buitenlands geld
fabriekscomplexen om daar grondstoffen en onderdelen te maken tot eindproducten
en te exporteren naar Azië.
Deze productie wordt geconcentreerd in een soort vrijhandelszone: export processing
zonesbij vervoersknooppunten (havens, vliegveld). Zolang de wereldeconomie groeit
werkt dit model -> bbp ber hoofd steeg fors -> kloof tussen arm en rijk nam toe.
UNASUR: handen ineen?
2008: oprichting UNASUR, naar het model van de EU. -> economie stagneerde na
recessie -> om overeind te blijven moest concurrentiepositie worden versterkt.
Doel: politieke, economische en culturele integratie. -> Focus op: onderwijs,
infrastructuur etc.
Voor investeringen werd een eigen bank opgericht: Banco del Sur. Sommige
landen willen een munteenheid.
Integratieassen
IIRSA: het wegen- en waterwegennet willen ze aan elkaar
knopen. -> Ze willen de economie en integratie versterken.
(Figuur 3.2 voorbeelden integratieassen)
VB van een as: de interoceanische snelweg en brug tussen
Peru en Brazilië -> het binnenland is iets meer ontsloten.
De verbeterde infrastructuur maakt delfstofwinning mogelijk
en maakt voorzieningen (zoals ziekenhuis) beter toegankelijk.
Betere verbindingen, een beter leven?
De nieuwe infrastructuur heeft ook negatieve gevolgen.
De Transamazônica loopt dwars door het regenwoud. Slechts
een deel is verhard wegdek. Productie en vervoer van
sojabonen in de regentijd hierdoor zowat onmogelijk.
Door de weg ook meer houtkappers in het regenwoud ->
ontbossing en uitbreiding van veehouderij en sojateelt.
Landroof of landgrabbing (= gelegaliseerde vorm van
diefstal) bedreigd de bestaanswijze van de Figuur 3.2
oorspronkelijke bevolking. Zij werden gedwongen land af te staan aan grote
productiebedrijven.
De Awá bedreigd door mijn en trein
De ijzerertslijn Carajàs-São Louis is ook een negatief voorbeeld van de aanleg van
infrastructuur. -> De treinen vervoeren ook personen, soja, graan, kunstmest en olie)
De energievoorziening van de ijzermijnbouw betekent de aantasting van
riviersystemen. -> de Mijnbouw trekt bedrijvigheid en vervoer aan. -> leefgebied van
de Awá wordt aangetast.