Criterium 1
De student evalueert de eigen competentieontwikkeling en geeft sturing aan zijn professionele
ontwikkeling.
In dit criterium heb ik de volgende onderdelen behandeld:
- Wat is een goede professional?
- Over welke competenties moet ik als professional beschikken?
- Zeggen waarin ik inzicht hebt opgedaan en hoe dit is gebruikt
- Wat doe ik hier op stage en hoe heb ik dat op school geleerd?
- Hoe kun je de dingen die je op school hebt geleerd terugzien op stage?
- Leerdoel begin leerjaar 2
- Mijn kwaliteiten en valkuilen
Criterium 2
De student geeft zicht op de ontwikkeling van zijn professionele identiteit; wie ben ik, wat
kan ik en wat wil ik met betrekking tot het beroep Social Work.
In dit criterium heb ik de volgende onderdelen behandeld:
- Literatuur van Kelchtermans beschrijven (de 5 componenten)
- Theorie aan koppelen (iets wat jezelf inzicht geeft hoe of waarom je je zo gedraagt)
- Wat voor rol neem ik aan?
- Wat is het beroep wat jij nu voor je ziet
- In hoeverre laat jij zien wat je hiervoor moet kunnen?
- In welke punten ben ik goed
- Waar moet ik op letten (wat vind ik moeilijk)?
Criterium 3
De student geeft zicht op zijn professionele ontwikkeling in samenwerkingsverbanden.
In dit criterium heb ik de volgende onderdelen behandeld:
- Welke rol heb ik aangenomen in het begin van mijn stage?
- De Belbinrollentest van 2019 en 2020
- Samenwerking tijdens MAPI
- Mijn rol in de groep van MAPI
- Feedback op mijn midden-evaluatie op stage