Uitleg van de leerdoelen van thema 3: De Bloedsomloop
Paragraaf 1: Bloed
3.1.1: Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Bloed bestaat uit verschillende bestanddelen, elk met specifieke kenmerken en functies:
1. Bloedplasma (55% van het bloed)
• Kenmerken:
o Bestaat voor 91% uit water, 7% uit plasma-eiwitten (zoals fibrinogeen), en de rest
uit opgeloste stoffen zoals mineralen.
o Gelige kleur.
• Functies:
o Vervoert stoffen zoals voedingsstoffen, afvalstoffen (koolstofdioxide), hormonen,
en een beetje zuurstof.
o Fibrinogeen, een plasma-eiwit, speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling.
2. Rode bloedcellen (erytrocyten)
• Kenmerken:
o Kleine ronde schijfjes, dunner in het midden.
o Geen celkern.
o Ongeveer 5 miljoen per kubieke millimeter bloed.
o Bevatten hemoglobine, dat zuurstof bindt en afgeeft.
• Functies:
o Vervoeren van zuurstof door het lichaam.
o Nemen zuurstof op in de longen en geven het af aan organen en weefsels.
3. Witte bloedcellen (leukocyten)
• Kenmerken:
o Hebben een celkern en geen vaste vorm.
o Ongeveer 7.000 per kubieke millimeter bloed.
o Kunnen door de wanden van de kleinste bloedvaten heen bewegen.
• Functies:
o Beschermen het lichaam tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen.
o Sommige typen maken ziekteverwekkers onschadelijk door ze op te nemen en af
te breken.
Thema 3: De Bloedsomloop
, Biologie Voor Jou Leerjaar 2/3 HAVO/VWO
4. Bloedplaatjes (trombocyten)
• Kenmerken:
o Geen cellen, maar fragmenten van uiteengevallen cellen.
o Geen celkern.
o Ongeveer 300.000 per kubieke millimeter bloed.
• Functies:
o Bevorderen bloedstolling door stoffen af te geven die het stollingsproces in gang
zetten.
Samenvatting
Bloed heeft verschillende bestanddelen die samenwerken om zuurstof, voedingsstoffen, en
afvalstoffen te vervoeren, infecties te bestrijden en wonden te herstellen door middel van
bloedstolling.
Thema 3: De Bloedsomloop